Lijst van termen in de woordenlijst:
Document voor douanevervoer dat zowel dienstdoet als een douaneaangifte als een garantie in landen die partij zijn bij het verdrag inzake internationaal vervoer over de weg (TIR).
Een exporteur die aan bepaalde door de douaneautoriteiten gestelde voorwaarden heeft voldaan en die factuurverklaringen mag opstellen. De douaneautoriteiten kunnen ook de erkenning intrekken van exporteurs die misbruik maken van die erkenning. De goedkeuringsprocedures hangen af van de nationale voorschriften.
Bepaling op grond waarvan een kleine hoeveelheid niet van oorsprong zijnde materialen kan worden gebruikt bij de vervaardiging van de goederen zonder dat de oorsprong ervan wordt aangetast, voor zover het niet hoger is dan een bepaalde drempel (gewoonlijk vastgesteld op ongeveer 10 % of 15 % van de prijs af fabriek of het gewicht van het goed, afhankelijk van de preferentiële handelsregeling). Indien de productspecifieke regeling het gebruik van een percentage van niet van oorsprong zijnde materialen reeds toestaat, kan de tolerantie echter niet worden gebruikt om dat bedrag te overschrijden. De tolerantieregel wordt ook wel „de minimis” genoemd.
Artikel 3, lid 2, van de Economische Partnerschapsovereenkomst EU-Japan
Producten die uitsluitend zijn geproduceerd op basis van materialen van oorsprong (d.w.z. materialen die reeds de oorsprongsstatus hebben verkregen omdat zij geheel zijn verkregen of voldoen aan productspecifieke regels of door middel van cumulatie) worden altijd als producten van oorsprong beschouwd.
Een product voldoet aan de regel wanneer de waarde van alle of van specifieke materialen die niet van oorsprong zijn een bepaald percentage van de prijs af fabriek van het eindproduct niet overschrijdt.
Voor de berekening van de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen wordt de volgende formule gebruikt:
Regionale waarde van een product in FOB (%) = ((FOB — Waarde van niet van oorsprong zijnde materialen)/FOB) x 100
waarbij
„Waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen” = de douanewaarde ten tijde van de invoer van alle niet van oorsprong zijnde materialen die bij de productie van uw product zijn gebruikt of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de niet van oorsprong zijnde materialen in de EU of in een preferentieel partnerland is betaald.
„douanewaarde” = de waarde zoals bepaald bij de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde van de WTO).
„prijs af fabriek” = de prijs af fabriek van het product, betaald of betaald aan de fabrikant in wiens onderneming de laatste be- of verwerking is verricht, voor zover in de prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen en alle andere kosten die bij de productie van een product zijn ontstaan, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd.
Aan de regel is voldaan indien deze waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen in procenten niet hoger is dan het in de productspecifieke regel vermelde percentage.
Nadere informatie over de berekeningsmethode in de overeenkomst tussen de EU en Japan is te vinden in opmerking 4 — Berekening van de maximumwaarde van de niet van oorsprong zijnde materialen in het hoofdstuk over de oorsprongsregels van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan.
Voorbeeld 1: Plastic jukken (GS-post 39.24)
In sommige EU-handelsregelingen is de regel voor plastic jugs (GS post 39.24) vereist:
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte [niet van oorsprong] gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product (MaxNOM 50 % (EXW))”
De fabrikant van plastic jugs gebruikt de volgende materialen die niet van oorsprong zijn uit de EU en uit het partnerland:
Korrels van kunststof (GS-post 39.03) (in waarde 2)
— Lid (post 39.24 van het GS) (waarde 0,50 EUR).
Een plastic jug (prijs af fabriek EUR 6) voldoet aan de regel van oorsprong omdat de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn minder bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek.
Voorbeeld 2: Sneeuwkettingen (GS-post 73.15)
In sommige preferentiële handelsregelingen van de EU vereist de regel voor skid-ketens (GS post 73.15):
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van post 73.15 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product (MaxNOM 50 % (EXW)”)
De fabrikant van de skid-ketens gebruikt de volgende niet van oorsprong zijnde materialen die van buiten de EU en het partnerland zijn ingevoerd.
Kettingen (GS-post 73.15) (waarde 150 EUR)
Draad van roestvrij staal (GS-post 72.23) (waarde 60 EUR)
Een sneeuwketting (prijs af fabriek EUR 350) voldoet aan de regel van oorsprong omdat de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen van GS-post 73.15 minder is dan 50 % van de prijs af fabriek van de skid-keten, zelfs indien de totale waarde van alle niet van oorsprong zijnde materialen meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product.
Van oorsprong zijn dat voldoet aan alle toepasselijke oorsprongsregels in een preferentiële handelsregeling van de EU. Het betreft i) geheel en al verkregen of vervaardigde producten, of ii) producten die aan de productspecifieke regels voldoen. Producten die uitsluitend van deze materialen van oorsprong zijn vervaardigd, worden eveneens als van oorsprong beschouwd. Zie ook de materialen die niet van oorsprong zijn.
Gerelateerde inhoud:
Methode van uitvoer van goederen, waarbij de exporteur voor het vervoer van de goederen naar de genoemde bestemming betaalt. De koper is verantwoordelijk voor alle risico’s van verlies of schade, alsmede alle bijkomende kosten die kunnen ontstaan nadat de eerste vervoerder de goederen in bezit heeft genomen. Wanneer de goederen aan de vervoerder worden geleverd, wordt de verantwoordelijkheid voor het risico overgedragen van de verkoper naar de koper.
Een methode van uitvoer van goederen, waarbij de exporteur de vervoerder kiest en de vrachtkosten aan de genoemde bestemming betaalt. Wanneer de eerste vervoerder de goederen in bezit heeft, worden alle risico’s van verlies of beschadiging — met inbegrip van een eventuele stijging van de verzendingskosten — van de verkoper aan de koper overgedragen. Het CIP geeft aan dat de verkoper verplicht is een verzekering te verstrekken en de bijbehorende premie te betalen.
Oorsprongscriteria in de productspecifieke regels. Een product wordt geacht van oorsprong te zijn als het bepaalde in de productspecifieke regels gespecificeerde bewerkingen heeft ondergaan.
Gerelateerde inhoud:
Het verzekeringscertificaat vermeldt de waarde van de goederen en de verzekeringspremie.