Zoekresultaten voor "„" (20)
Lijst van termen in de woordenlijst:
Volgens de „kennis van de importeur” kan de importeur op basis van zijn eigen kennis van de oorsprong van de ingevoerde producten een preferentiële tariefbehandeling aanvragen in de vorm van bewijsstukken of gegevens van de exporteur of de fabrikant van het product, die in het bezit van de importeur zijn. Deze informatie bevat geldige gegevens waaruit blijkt dat het product als van oorsprong kan worden beschouwd.
De afkorting staat voor „Wijziging van hoofdstuk”. Zie „Wijziging van de tariefindeling”.
Het beginsel dat er geen onderscheid moet worden gemaakt tussen de handelspartners, dat wil zeggen alle „meest begunstigde natie” wordt toegekend. Volgens de WTO-regels moet een met één land overeengekomen voordeel worden uitgebreid tot alle handelspartners die lid zijn van de WTO.
Het handelsbeleid van de EU werkt extern op twee elkaar aanvullende niveaus: multilateraal en bilateraal. Het „multilaterale” niveau verwijst naar het door alle WTO-leden overeengekomen systeem van handelsregels.
Een handelssysteem dat niet-wederkerige preferentiële tarieven voor bepaalde landen toekent. Het werd in 1971 door de GATT goedgekeurd, waardoor de geïndustrialiseerde landen in staat werden gesteld eenzijdige tariefpreferenties aan te nemen ten gunste van de ontwikkelingslanden.
De ontheffing werd meer in het algemeen en permanent gemaakt in 1979 met de goedkeuring van de „machtigingsclausule”, waardoor de geïndustrialiseerde landen maatregelen konden nemen om „een gedifferentieerde en gunstiger behandeling” van de ontwikkelingslanden uit te voeren.
De EU heeft dit preferentiële systeem in 1971 gelanceerd om ontwikkelingslanden te helpen meer van hun producten in geïndustrialiseerde landen te verkopen en hun eigen industrie op te bouwen. SAP-preferenties worden verleend voor de uitvoer van specifieke producten uit bepaalde landen.
Het systeem van certificering van de oorsprong van goederen dat sinds 1 januari 2017 van toepassing is op het algemeen preferentiestelsel (APS) van de Europese Unie. Zij is gebaseerd op een beginsel van eigen verklaring van overeenstemming door de marktdeelnemers, die zelf zogenaamde verklaringen betreffende oorsprong invullen. om een attest van oorsprong te mogen opstellen, moeten de marktdeelnemers worden geregistreerd in een databank van de bevoegde autoriteiten van het land waar zij hun bedrijf uitoefenen. De marktdeelnemer wordt een „geregistreerde exporteur”.
Gerelateerde inhoud:
Bepaling op grond waarvan een kleine hoeveelheid niet van oorsprong zijnde materialen kan worden gebruikt bij de vervaardiging van de goederen zonder dat de oorsprong ervan wordt aangetast, voor zover het niet hoger is dan een bepaalde drempel (gewoonlijk vastgesteld op ongeveer 10 % of 15 % van de prijs af fabriek of het gewicht van het goed, afhankelijk van de preferentiële handelsregeling). Indien de productspecifieke regeling het gebruik van een percentage van niet van oorsprong zijnde materialen reeds toestaat, kan de tolerantie echter niet worden gebruikt om dat bedrag te overschrijden. De tolerantieregel wordt ook wel „de minimis” genoemd.
Een product voldoet aan de regel wanneer de waarde van alle of van specifieke materialen die niet van oorsprong zijn een bepaald percentage van de prijs af fabriek van het eindproduct niet overschrijdt.
Voor de berekening van de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen wordt de volgende formule gebruikt:
Regionale waarde van een product in FOB (%) = ((FOB — Waarde van niet van oorsprong zijnde materialen)/FOB) x 100
waarbij
„Waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen” = de douanewaarde ten tijde van de invoer van alle niet van oorsprong zijnde materialen die bij de productie van uw product zijn gebruikt of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de niet van oorsprong zijnde materialen in de EU of in een preferentieel partnerland is betaald.
„douanewaarde” = de waarde zoals bepaald bij de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde van de WTO).
„prijs af fabriek” = de prijs af fabriek van het product, betaald of betaald aan de fabrikant in wiens onderneming de laatste be- of verwerking is verricht, voor zover in de prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen en alle andere kosten die bij de productie van een product zijn ontstaan, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd.
Aan de regel is voldaan indien deze waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen in procenten niet hoger is dan het in de productspecifieke regel vermelde percentage.
Nadere informatie over de berekeningsmethode in de overeenkomst tussen de EU en Japan is te vinden in opmerking 4 — Berekening van de maximumwaarde van de niet van oorsprong zijnde materialen in het hoofdstuk over de oorsprongsregels van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan.
Voorbeeld 1: Plastic jukken (GS-post 39.24)
In sommige EU-handelsregelingen is de regel voor plastic jugs (GS post 39.24) vereist:
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte [niet van oorsprong] gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product (MaxNOM 50 % (EXW))”
De fabrikant van plastic jugs gebruikt de volgende materialen die niet van oorsprong zijn uit de EU en uit het partnerland:
Korrels van kunststof (GS-post 39.03) (in waarde 2)
— Lid (post 39.24 van het GS) (waarde 0,50 EUR).
Een plastic jug (prijs af fabriek EUR 6) voldoet aan de regel van oorsprong omdat de waarde van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn minder bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek.
Voorbeeld 2: Sneeuwkettingen (GS-post 73.15)
In sommige preferentiële handelsregelingen van de EU vereist de regel voor skid-ketens (GS post 73.15):
Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van post 73.15 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product (MaxNOM 50 % (EXW)”)
De fabrikant van de skid-ketens gebruikt de volgende niet van oorsprong zijnde materialen die van buiten de EU en het partnerland zijn ingevoerd.
Kettingen (GS-post 73.15) (waarde 150 EUR)
Draad van roestvrij staal (GS-post 72.23) (waarde 60 EUR)
Een sneeuwketting (prijs af fabriek EUR 350) voldoet aan de regel van oorsprong omdat de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen van GS-post 73.15 minder is dan 50 % van de prijs af fabriek van de skid-keten, zelfs indien de totale waarde van alle niet van oorsprong zijnde materialen meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product.
Een product voldoet aan de regel wanneer de bij zijn productie gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen onder een andere GS-onderverdeling vallen dan die van het product.
Voorbeeld
Gebrande koffie (GS-onderverdeling 0901.21)
In sommige preferentiële handelsregelingen van de EU vereist de regel voor gebrande koffie (GS-onderverdeling 0901.21):
„Vervaardiging [vervaardiging] van materialen van [niet van oorsprong] van om het even welke postonderverdeling, met uitzondering van die van het product (CTSH)”
De fabrikant van gebrande koffie gebruikt de volgende niet van oorsprong zijnde materialen die van buiten de EU en het partnerland zijn ingevoerd.
- koffie, ongebrand (GS-onderverdeling 0901.11)
Alle bij de productie gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen worden ingedeeld onder een postonderverdeling die verschilt van de tariefonderverdeling van gebrande koffie. Het product (gebrande koffie) voldoet derhalve aan de oorsprongsregel.
Een product voldoet aan de regel wanneer de bij zijn productie gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen worden ingedeeld onder een andere GS-post dan die van het product.
Voorbeeld
Nadere informatie is te vinden in de inleidende aantekeningen in het hoofdstuk over de oorsprongsregels van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan.
Voorbeeld
Zitmeubelen bedoeld bij GS-post 94.01
In sommige preferentiële handelsregelingen van de EU vereist de regel voor de stoelen (GS post 94.01):
„Vervaardiging [vervaardiging] van materialen van [niet van oorsprong] van om het even welke post, met uitzondering van die van het product (CTH)”
De fabrikant van de stoelen gebruikt de volgende niet van oorsprong zijnde materialen die van buiten de EU en het partnerland van de vrijhandelsovereenkomst in de EU zijn ingevoerd.
- gezaagd hout (GS-post 44.07)
- weefsels (GS-post 52.08)
- schuim/schuim (GS-post 39.03)
Alle bij de productie gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen worden ingedeeld in tariefposten die verschillen van de tariefpost van de zetels. Daarom voldoet het product (de stoelen) aan de oorsprongsregel.