LGO (landen en gebieden over zee)

Importeert uw onderneming producten uit de landen en gebieden overzee (LGO) van de Europese Unie? Dit deel helpt u de oorsprongsregels voor de LGO te begrijpen.

In een notendop

De landen en gebieden overzee (LGO) zijn constitutioneel afhankelijk van drie EU-lidstaten: Denemarken, Frankrijk en Nederland.

  • Onderdanen van de LGO zijn Europese burgers, maar de LGO maken geen deel uit van het grondgebied van de EU
  • de LGO zijn niet rechtstreeks onderworpen aan het EU-recht, maar hebben wel de status van „geassocieerde” status uit hoofde van het Verdrag van Lissabon.
  • de status van „partner” draagt bij tot hun economische en sociale ontwikkeling

Lijst van landen en gebieden overzee

  • Aruba (Nederland)
  • Curação (Nederland)
  • Frans-Polynesië (Frankrijk)
  • Groenland (Denemarken)
  • Nieuw-Caledonië (Frankrijk)
  • Saint Barthélemy (Frankrijk)
  • Sint-Maarten (Nederland)
  • Saint-Pierre en Miquelon (Frankrijk)
  • Wallis en Futuna (Frankrijk)
  • Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Nederland)  
  • Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden (Frankrijk)  

Oorsprongsregels

De voor de LGO voorgestelde oorsprongsregels gaan verder dan de regels van het stelsel van algemene preferenties door

  • het toestaan van de LGO om af te wijken van de oorsprongsregels.

Tolerantie

De tolerantie is vastgesteld op

  • 15 % van het gewicht van het product voor producten die zijn ingedeeld onder GS-hoofdstuk 2 en de hoofdstukken 4 tot en met 24, andere dan verwerkte visserijproducten van hoofdstuk 16, en
  • 15 % van de prijs af fabriek van het product voor andere producten, met uitzondering van de producten bedoeld bij de hoofdstukken 50 tot en met 63. (Artikel 6 van bijlage II bij het besluit)

Cumulering

De oorsprong kan op de volgende manieren worden gecumuleerd:

Productspecifieke oorsprongsregels

De lijst van producten en be- of verwerkingen die de oorsprong verlenen, is opgenomen in aanhangsel I bij Besluit (EU) 2021/1764 van de Raad van 5 oktober 2021.

Afwijkingen

Op initiatief van de Europese Commissie of op verzoek van een EU-lidstaat of een LGO kan aan een LGO een tijdelijke afwijking van de bepalingen van bijlage II worden toegestaan.

Bewijs van oorsprong

Om voor preferentiële rechten aan de grens van de EU in aanmerking te komen, moeten producten van oorsprong uit de LGO vergezeld gaan van:

  • een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 — afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer — de exporteur (of gemachtigde vertegenwoordiger) die een certificaat aanvraagt, moet bereid zijn op verzoek documenten over te leggen waaruit de oorsprong van de betrokken producten blijkt en aan de andere voorwaarden van de bijlage betreffende de oorsprongsregels voldoet.
  • een oorsprongsverklaring — afgegeven door een exporteur voor zendingen met een waarde van 10,000 EUR of minder, of door toegelaten exporteurs, voor zendingen van welke waarde dan ook;

Bij het invullen van een oorsprongsverklaring moet u bereid zijn documenten over te leggen waaruit blijkt dat uw producten van oorsprong zijn en aan de andere voorwaarden van de bijlage betreffende de oorsprongsregels voldoen.

Om een oorsprongsverklaring op te stellen, moet u de volgende verklaring (in de juiste taal) op de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument vermelden, afstempelen of afdrukken:

„De exporteur van de producten waarop dit document betrekking heeft (douanevergunning nr....) ) verklaart dat, tenzij duidelijk anders is vermeld, deze producten van... preferentiële oorsprong zijn.”

De verschillende taalversies zijn samen met toelichtingen te vinden in het model van de oorsprongsverklaring (blz. 103 en 104 van Besluit 2013/755/EU van de Raad). Als u de verklaring met de hand afgeeft, moet u dit met inkt doen met behulp van gedrukte tekens.

  • u moet uw factuurverklaring met de hand ondertekenen. Als u een toegelaten exporteur bent, bent u vrijgesteld van deze verplichting op voorwaarde dat u uw douaneautoriteiten een schriftelijke verklaring doet toekomen dat u de volledige verantwoordelijkheid aanvaardt voor elke oorsprongsverklaring waarin u wordt vermeld.
  • om toegelaten exporteur te worden, moet u ten genoegen van uw douaneautoriteiten kunnen aantonen dat uw producten van oorsprong zijn, alsmede alle andere eisen die zij stellen. De douaneautoriteiten kunnen uw status van toegelaten exporteur intrekken als u er op enigerlei wijze misbruik van maakt. Voor meer informatie over de procedures kunt u contact opnemen met uw douaneautoriteiten.

Bewijs van oorsprong blijft 10 maanden geldig.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van cumulatiebepalingen

  • het bewijs van de oorsprong van de inputs uit andere LGO of de EU moet worden geleverd door middel van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, een oorsprongsverklaring of een leveranciersverklaring (volledige cumulatie).
  • in geval van cumulatie met een EPO-land of een land waarmee de EU een vrijhandelsovereenkomst heeft ondertekend, moet het bewijs van oorsprong worden geleverd overeenkomstig de bepalingen van de desbetreffende overeenkomst.
  • in geval van cumulatie met een begunstigde van het stelsel van algemene preferenties moet het bewijs van oorsprong worden geleverd overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2454/93.
Deze pagina delen:

Snelle links