Regel van niet-wijziging

 

Artikel 52 („niet-wijziging”) van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het VK

Producten van oorsprong moeten van de EU naar het partnerland (en vice versa) worden vervoerd zonder verder te worden verwerkt in een derde land.

  • In preferentiële handelsovereenkomsten van de EU staat de regel van niet-wijziging toe dat de volgende handelingen in een derde land worden uitgevoerd op voorwaarde dat het product onder douanetoezicht wordt gehouden:
    • alle behandelingen om goederen in goede staat te bewaren
    • het splitsen van zendingen
    • opslag
    • tentoonstelling
    • het toevoegen of aanbrengen van merken, etiketten, zegels of andere documentatie om de naleving van specifieke nationale voorschriften te waarborgen.
  • De importeur hoeft geen bewijs van niet-wijziging over te leggen. Alleen in geval van twijfel kan de douaneautoriteit van de partij van invoer de importeur verzoeken het bewijs van naleving te leveren. Dit kan onder meer het volgende omvatten:
    • contractuele vervoersdocumenten zoals cognossementen
    • feitelijk of concreet bewijs op basis van markering of nummering van colli
    • ander bewijsmateriaal betreffende de goederen zelf.
  • Indien de goederen vanuit een aanvoerschip werden vervoerd en vervolgens samen met andere zendingen in een zeehaven die naar de EU werd vervoerd, werden geconsolideerd, moet er voor elk deeltraject van de reis een vervoersdocument (bijvoorbeeld een cognossement) zijn. Evenzo zal een document dat het been van de consoliderende haven naar de EU dekt, niet volstaan omdat het land van uitvoer waaruit de goederen van oorsprong zijn vertrokken, niet bekend is.
  • Zie voor meer informatie de Richtsnoeren inzake preferentiële oorsprongsregels.

Snelle links