HOOFDSTUK 2

OORSPRONGSREGELS

AFDELING 1

OORSPRONGSREGELS

Artikel 37

Doel

Dit hoofdstuk heeft tot doel de bepalingen vast te stellen tot bepaling van de oorsprong van goederen met het oog op de toepassing van preferentiële tariefbehandeling in het kader van deze overeenkomst, en de daarmee verband houdende oorsprongsprocedures vast te leggen.

Artikel 38

Definities

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a)

"indeling": de indeling van een product of materiaal onder een bepaald hoofdstuk, onder een bepaalde post of postonderverdeling van het geharmoniseerd systeem;

b)

"zending": producten die gelijktijdig van één exporteur naar één geadresseerde worden verzonden of die vergezeld gaan van één enkel vervoersdocument voor de verzending van de exporteur naar de geadresseerde, of bij gebreke daarvan, van één enkele factuur;

c)

"exporteur": een in een Partij gevestigde persoon die overeenkomstig de voorschriften van de wet- en regelgeving van die Partij het product van oorsprong uitvoert of produceert en een attest van oorsprong opstelt;

d)

"importeur": een persoon die het product van oorsprong invoert en daarvoor om preferentiële tariefbehandeling verzoekt;

e)

"materiaal": elke stof die wordt gebruikt bij de productie van een product, met inbegrip van alle bestanddelen, ingrediënten, grondstoffen of onderdelen;

f)

"niet van oorsprong zijnd materiaal": materiaal dat uit hoofde van dit hoofdstuk niet als van oorsprong wordt aangemerkt, met inbegrip van materiaal waarvan de oorsprongsstatus niet kan worden bepaald;

g)

"product": het product dat het voortbrengsel is van de productie, zelfs indien het is bedoeld om als materiaal bij de productie van een ander product te worden gebruikt;

h)

"productie": elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage.

Artikel 39

Algemene vereisten

1.   Voor de toepassing door een Partij van de preferentiële tariefbehandeling op het goed van oorsprong van de andere Partij overeenkomstig deze overeenkomst, worden de volgende producten, op voorwaarde dat zij voldoen aan alle andere toepasselijke vereisten van dit hoofdstuk, beschouwd als van oorsprong uit de andere Partij:

a)

volledig in die Partij verkregen producten in de zin van artikel 41;

b)

in die Partij vervaardigde producten waarin uitsluitend materialen van oorsprong uit die Partij zijn verwerkt, en

c)

in die Partij vervaardigde producten waarin niet van oorsprong zijnde materialen zijn verwerkt voor zover zij voldoen aan de eisen van bijlage 3.

2.   Als een product de oorsprongsstatus heeft verkregen, worden de niet van oorsprong zijnde materialen die zijn gebruikt bij de productie van dat product niet als niet van oorsprong beschouwd wanneer dat product als materiaal in een ander product wordt verwerkt.

3.   De verkrijging van de oorsprongsstatus wordt zonder onderbreking afgehandeld in het Verenigd Koninkrijk of de Unie.

Artikel 40

Cumulatie van oorsprong

1.   Een product van oorsprong uit een Partij wordt beschouwd als van oorsprong uit de andere Partij wanneer dat product als materiaal bij de productie van een ander product in die andere Partij wordt gebruikt.

2.   Om te bepalen of een product van oorsprong is uit de andere Partij, kan rekening worden gehouden met de productie die in een Partij is uitgevoerd op een niet van oorsprong zijnd materiaal.

3.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing indien de in de andere Partij uitgevoerde productie niet ingrijpender is dan de in artikel 43 bedoelde behandelingen.

4.   Om het in artikel 54, lid 2, punt a), bedoelde attest van oorsprong te kunnen invullen voor een in lid 2 van dit artikel bedoeld product, vraagt de exporteur zijn leverancier om een leveranciersverklaring als bedoeld in bijlage 6 of een gelijkwaardig document met dezelfde informatie, waarin de niet van oorsprong zijnde materialen voldoende duidelijk zijn omschreven om die te kunnen identificeren.

Artikel 41

Volledig verkregen producten

1.   De volgende producten worden beschouwd als volledig in een Partij verkregen:

a)

uit haar ondergrond of zeebodem gewonnen of ontnomen minerale producten;

b)

aldaar gekweekte of geoogste planten en producten van het plantenrijk;

c)

aldaar geboren en opgefokte levende dieren;

d)

producten afkomstig van aldaar opgefokte levende dieren;

e)

producten afkomstig van aldaar geboren en opgefokte geslachte dieren;

f)

producten afkomstig van aldaar bedreven jacht en visserij;

g)

producten afkomstig van aquacultuur aldaar, indien aquatische organismen, met inbegrip van vis, weekdieren, schaaldieren, andere ongewervelde waterdieren en waterplanten zijn geboren of opgefokt uit uitgangsmateriaal zoals eieren, hom en kuit, visbroed, pootvis, larven, parr, smolts of andere niet-volwassen vis in een postlarvaal stadium, door ingrepen in het kweek- en groeiproces teneinde de productie te vergroten, zoals het uitzetten, voeren, of beschermen tegen predatoren;

h)

producten van de zeevisserij en andere buiten een territoriale zee door een vaartuig van een Partij uit de zee gewonnen producten;

i)

producten die, uitsluitend uit de in punt h) bedoelde producten, aan boord van een fabrieksschip van een Partij zijn vervaardigd;

j)

producten die buiten een territoriale zee uit de zeebodem of ondergrond worden gewonnen, voor zover zij rechten hebben die zeebodem of ondergrond te exploiteren of te bewerken;

k)

resten of afval afkomstig van aldaar verrichte productiehandelingen;

l)

resten of afval van gebruikte producten aldaar verzameld, voor zover die producten alleen nog voor de terugwinning van grondstoffen kunnen worden gebruikt;

m)

producten die aldaar uitsluitend uit de in de punten a) tot en met l) bedoelde producten zijn vervaardigd.

2.   Onder "vaartuig van een Partij" respectievelijk "fabrieksschip van een Partij" in lid 1, punten h) en i), wordt verstaan een vaartuig respectievelijk fabrieksschip dat:

a)

in een lidstaat of in het Verenigd Koninkrijk is geregistreerd;

b)

onder de vlag van een lidstaat of van het Verenigd Koninkrijk vaart, en

c)

aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

i)

het is ten minste voor 50 % eigendom van onderdanen van een lidstaat of van het Verenigd Koninkrijk; of

ii)

het is eigendom van rechtspersonen die elk:

A)

hun hoofdkantoor en hun belangrijkste economische activiteit in de Unie of het Verenigd Koninkrijk hebben, en

B)

voor ten minste 50 % in handen zijn van publieke entiteiten, onderdanen of rechtspersonen van een lidstaat of het Verenigd Koninkrijk.

Artikel 42

Toleranties

1.   Wanneer een product niet aan de vereisten van bijlage 3 voldoet wegens het gebruik van een niet van oorsprong zijnd materiaal bij de productie ervan, wordt dat product toch als van oorsprong uit een Partij beschouwd op voorwaarde dat:

a)

het totale gewicht van de niet van oorsprong zijnde materialen die zijn gebruikt bij de productie van producten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 2 en 4 tot en met 24 van het geharmoniseerd systeem, andere dan de verwerkte visserijproducten die zijn ingedeeld onder hoofdstuk 16, niet hoger is dan 15 % van het gewicht van het product;

b)

de totale waarde van alle niet van oorsprong zijnde materialen voor alle andere producten, met uitzondering van onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem ingedeelde producten, niet meer dan 10 % van de prijs af fabriek van het product bedraagt; of

c)

voor een product dat is ingedeeld onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem, de toleranties gelden die zijn vastgesteld in de aantekeningen 7 en 8 van bijlage 2.

2.   Lid 1 is niet van toepassing wanneer de waarde of het gewicht van de bij de productie van een product gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen hoger is dan een van de in bijlage 3 voorgeschreven percentages voor de maximumwaarde of het maximumgewicht van niet van oorsprong zijnde materialen.

3.   Lid 1 van dit artikel is niet van toepassing op volledig in een Partij verkregen producten in de zin van artikel 41. Indien op grond van bijlage 3 is vereist dat de bij de productie van een product gebruikte materialen volledig zijn verkregen, zijn de leden 1 en 2 van dit artikel van toepassing.

Artikel 43

Ontoereikende productie

1.   Niettegenstaande artikel 39, lid 1, punt c), wordt een product niet als van oorsprong uit een Partij beschouwd indien de productie van het product in een Partij slechts bestaat in een of meer van de volgende behandelingen ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen:

a)

conserveerbehandelingen zoals drogen, invriezen, pekelen en andere soortgelijke behandelingen die uitsluitend bedoeld zijn om ervoor te zorgen dat de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat blijven (2);

b)

het splitsen of samenvoegen van colli;

c)

het wassen of schoonmaken; verwijderen van stof, roest, olie, verf of dergelijke;

d)

het strijken of persen van textielstoffen en textielwaren;

e)

het eenvoudig schilderen en polijsten;

f)

het ontvliezen of doppen en geheel of gedeeltelijk vermalen van rijst; het polijsten en glanzen van granen en rijst; het bleken van rijst;

g)

het kleuren of aromatiseren van suiker of vormen van suikerklonten; het geheel of gedeeltelijk vermalen van suiker in vaste vorm;

h)

het pellen, ontpitten of schillen van vruchten, noten en groenten;

i)

het aanscherpen, eenvoudig vermalen of eenvoudig versnijden;

j)

het zeven, sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samenstellen van stellen of assortimenten van artikelen);

k)

het eenvoudig plaatsen in flessen, blikken, flacons, zakken, kratten of dozen, het bevestigen op kaarten of platen en alle andere eenvoudige handelingen in verband met de verpakkingen;

l)

het aanbrengen of opdrukken van merken, etiketten, beeldmerken of andere soortgelijke onderscheidingstekens op de producten zelf of op de verpakking;

m)

het eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten; het mengen van suiker met enige stof;

n)

het eenvoudig toevoegen van water of het verdunnen met water of een andere stof die de kenmerken van het product niet wezenlijk wijzigt, drogen of denatureren van producten;

o)

het eenvoudig samenvoegen van delen van artikelen tot een volledig artikel en het uit elkaar nemen van producten in onderdelen;

p)

het slachten van dieren.

2.   Voor de toepassing van lid 1 worden behandelingen als eenvoudig beschouwd wanneer voor het uitvoeren daarvan geen bijzondere vaardigheden noch speciaal daarvoor gemaakte of geïnstalleerde machines, toestellen of uitrustingsstukken nodig zijn.

Artikel 44

In aanmerking te nemen eenheid

1.   De voor de toepassing van dit hoofdstuk in aanmerking te nemen eenheid is het product dat bij de indeling van het product in het geharmoniseerd systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.

2.   Wanneer een zending bestaat uit een aantal identieke producten die onder dezelfde post van het geharmoniseerd systeem worden ingedeeld, zijn de bepalingen van dit hoofdstuk op elk van die producten op zich beschouwd van toepassing.

Artikel 45

Verpakkingsmateriaal en verpakkingsmiddelen voor verzending

Bij de bepaling van de oorsprongsstatus van een product wordt geen rekening gehouden met het verpakkingsmateriaal en de verpakkingsmiddelen voor verzending die worden gebruikt ter bescherming van een product tijdens het vervoer.

Artikel 46

Verpakkingsmateriaal en verpakkingsmiddelen voor detailhandelsverkoop

Verpakkingsmateriaal en verpakkingsmiddelen waarin het product is verpakt voor detailhandelsverkoop, indien zij samen met het product zijn ingedeeld, worden bij het bepalen van de oorsprong van het product buiten beschouwing gelaten, behalve wat de berekening van de waarde van niet van oorsprong zijnde materialen betreft indien voor het product een maximumwaarde van niet van oorsprong zijnde materialen overeenkomstig bijlage 3 geldt.

Artikel 47

Toebehoren, vervangingsonderdelen en gereedschappen

1.   Toebehoren, vervangingsonderdelen, gereedschappen en instructie- of ander informatiemateriaal worden samen met het betrokken materieel, de machine, de apparatuur of het voertuig beschouwd als één product, indien zij:

a)

bij het product zijn ingedeeld en samen met het product worden geleverd, maar niet afzonderlijk in rekening worden gebracht, en

b)

van de soorten, hoeveelheden en waarde zijn die gebruikelijk zijn voor dat product.

2.   Toebehoren, vervangingsonderdelen, gereedschappen en instructie- of ander informatiemateriaal als bedoeld in lid 1 worden bij het bepalen van de oorsprong van het product buiten beschouwing gelaten, behalve wat de berekening van de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen betreft indien voor een product een maximumwaarde van niet van oorsprong zijnde materialen als vastgesteld in bijlage 3 van toepassing is.

Artikel 48

Stellen of assortimenten

Stellen of assortimenten in de zin van Algemene Regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem worden als van oorsprong uit een Partij beschouwd wanneer alle samenstellende delen ervan van oorsprong zijn. Indien een stel of assortiment bestaat uit van oorsprong zijnde en niet van oorsprong zijnde samenstellende delen, wordt het stel of assortiment als geheel beschouwd als van oorsprong uit een Partij indien de waarde van alle niet van oorsprong zijnde samenstellende delen niet meer dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment bedraagt.

Artikel 49

Neutrale elementen

Om te bepalen of een product van oorsprong is uit een Partij, behoeft niet te worden nagegaan wat de oorsprong is van de volgende mogelijk bij de vervaardiging van dat product gebruikte elementen:

a)

brandstof, energie, katalysatoren en oplosmiddelen;

b)

installatie, uitrusting, vervangingsonderdelen en materialen voor het onderhoud van materieel en gebouwen;

c)

machines, werktuigen, matrijzen en gietvormen;

d)

smeermiddelen, vetten, samenstellende materialen en andere materialen die worden gebruikt bij de productie of om materieel en gebouwen te laten functioneren;

e)

handschoenen, brillen, schoeisel, kleding, veiligheidsuitrusting en benodigdheden;

f)

apparatuur, benodigdheden en materieel dat wordt gebruikt voor het testen of inspecteren van het product, en

g)

andere bij de productie gebruikte materialen die niet in het product zijn verwerkt en ook niet bedoeld zijn om in de uiteindelijke samenstelling van het product te worden verwerkt.

Artikel 50

Gescheiden boekhouding

1.   Van oorsprong zijnde en niet van oorsprong zijnde fungibele materialen of fungibele producten worden tijdens de opslag fysiek gescheiden met het oog op het behoud van hun status van "van oorsprong zijnde" en "niet van oorsprong zijnde".

2.   Voor de toepassing van lid 1 worden onder "fungibele materialen" of "fungibele producten" verstaan materialen of producten van dezelfde soort en handelskwaliteit, met dezelfde technische en fysische kenmerken, die ten behoeve van het bepalen van de oorsprong niet van elkaar te onderscheiden zijn.

3.   Niettegenstaande lid 1 mogen van oorsprong zijnde en niet van oorsprong zijnde fungibele materialen bij de productie van een product worden gebruikt zonder tijdens de opslag fysiek te worden gescheiden, indien een methode van gescheiden boekhouding wordt gebruikt.

4.   Niettegenstaande lid 1 mogen van oorsprong zijnde en niet van oorsprong zijnde fungibele producten ingedeeld onder de hoofdstukken 10, 15, 27, 28, 29, posten 32.01 tot en met 32.07, of posten 39.01 tot en met 39.14 van het geharmoniseerd systeem vóór uitvoer naar de andere Partij in een Partij worden opgeslagen zonder fysiek gescheiden te zijn, mits een gescheiden boekhouding wordt toegepast.

5.   De in de leden 3 en 4 bedoelde methode van gescheiden boekhouding wordt in overeenstemming met een voorraadbeheersysteem toegepast uit hoofde van in de Partij algemeen aanvaarde boekhoudbeginselen.

6.   De methode van gescheiden boekhouding is een methode die ervoor zorgt dat er te allen tijde niet meer materialen of producten de oorsprongsstatus verkrijgen dan het geval zou zijn indien de materialen of producten fysiek gescheiden waren.

7.   Een Partij kan, met inachtneming van de in haar wet- of regelgeving vastgestelde voorwaarden, verlangen dat voor gebruikmaking van een methode van gescheiden boekhouding voorafgaande toestemming van haar douaneautoriteiten nodig is. De douaneautoriteiten van de Partij houden toezicht op het gebruik dat van dergelijke toestemming wordt gemaakt en kunnen die intrekken wanneer degene aan wie de toestemming is verleend oneigenlijk gebruik maakt van de methode van gescheiden boekhouding of niet aan een van de andere voorwaarden van dit hoofdstuk voldoet.

Artikel 51

Geretourneerde producten

Wanneer een uit een Partij naar een derde land uitgevoerd product van oorsprong uit die Partij naar die Partij wordt geretourneerd, wordt het als een niet van oorsprong zijnd product beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteit van die Partij kan worden aangetoond dat het geretourneerde product:

a)

hetzelfde is als het uitgevoerde product, en

b)

terwijl het zich in dat derde land bevond of bij de uitvoer ervan geen andere behandelingen heeft ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om het in goede staat te bewaren.

Artikel 52

Niet-wijziging

1.   Een voor binnenlands gebruik in de Partij van invoer aangegeven product van oorsprong mag, nadat het is uitgevoerd en voordat het voor binnenlands gebruik wordt aangegeven, op geen enkele manier zijn gewijzigd of getransformeerd en evenmin andere behandelingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om het in goede staat te bewaren of die welke bestaan in het toevoegen of aanbrengen van merken, etiketten, verzegelingen of andere documentatie om te waarborgen dat aan de specifieke interne vereisten van de Partij van invoer wordt voldaan.

2.   De opslag of tentoonstelling van een product kan plaatsvinden in een derde land, op voorwaarde dat het product in dat derde land onder douanetoezicht blijft.

3.   Zendingen kunnen in een derde land worden gesplitst wanneer dat door de exporteur of onder diens verantwoordelijkheid geschiedt en op voorwaarde dat de zendingen in dat derde land onder douanetoezicht blijven.

4.   In geval van twijfel over de vraag of aan de voorwaarden van de leden 1 tot en met 3 wordt voldaan, kan de douaneautoriteit van de Partij van invoer de importeur verzoeken te bewijzen dat hij aan die voorwaarden voldoet, welke bewijs met alle middelen kan worden geleverd, onder meer aan de hand van vervoersovereenkomsten zoals cognossementen of feitelijk of concreet bewijsmateriaal zoals de markering of nummering van de colli of ander bewijsmateriaal betreffende het product zelf.

Artikel 53

Beoordeling van teruggave of vrijstelling van douanerechten

Op zijn vroegst twee jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst beoordeelt het Gespecialiseerd Handelscomité voor douanesamenwerking en oorsprongsregels op verzoek van een van de Partijen de respectieve regelingen voor teruggave van rechten en actieve veredeling van de Partijen. Op verzoek van een Partij en uiterlijk 60 dagen na dat verzoek verstrekt de andere Partij de verzoekende Partij daartoe beschikbare informatie en gedetailleerde statistieken betreffende de periode vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst, of de voorgaande vijf jaren, indien die periode korter is, over de toepassing van haar regeling voor teruggave van rechten en actieve veredeling. In het licht van die beoordeling kan het Gespecialiseerd Handelscomité voor douanesamenwerking en oorsprongsregels de Partnerschapsraad aanbevelingen doen tot wijziging van de bepalingen van dit hoofdstuk en de bijlagen daarbij, teneinde beperkingen of restricties in te voeren ten aanzien van teruggave of vrijstelling van douanerechten.

AFDELING 2

OORSPRONGSPROCEDURES

Artikel 54

Verzoek om preferentiële tariefbehandeling

1.   De Partij van invoer kent bij invoer een preferentiële tariefbehandeling toe aan een product van oorsprong uit de andere Partij in de zin van dit hoofdstuk, op grond van een verzoek van de importeur om preferentiële tariefbehandeling. De importeur is verantwoordelijk voor de juistheid van het verzoek om preferentiële tariefbehandeling en voor de naleving van de voorwaarden van dit hoofdstuk.

2.   Een verzoek om preferentiële tariefbehandeling wordt gedaan op basis van:

a)

een door de exporteur opgesteld attest van oorsprong waaruit blijkt dat het product van oorsprong is, of

b)

de aan de importeur bekende informatie dat het product van oorsprong is.

3.   De importeur die om een preferentiële tariefbehandeling verzoekt op basis van een attest van oorsprong als bedoeld in lid 2, punt a), bewaart het attest van oorsprong en verstrekt de douaneautoriteit van de Partij van invoer desgevraagd een kopie daarvan.

Artikel 55

Tijdstip van verzoek om preferentiële tariefbehandeling

1.   Een verzoek om preferentiële tariefbehandeling en de basis van dat verzoek als bedoeld in artikel 54, lid 2, worden opgenomen in de douaneaangifte ten invoer in overeenstemming met de wet- en regelgeving van de Partij van invoer.

2.   In afwijking van lid 1 van dit artikel kent de Partij van invoer, indien de importeur ten tijde van de invoer geen verzoek om preferentiële tariefbehandeling heeft ingediend, een preferentiële tariefbehandeling toe en betaalt zij een teveel aan betaalde douanerechten terug of scheldt zij dat kwijt indien:

a)

het verzoek om preferentiële tariefbehandeling niet later wordt ingediend dan drie jaar na de datum van invoer, of uiterlijk zoveel later als bepaald in de wet- en regelgeving van de Partij van invoer;

b)

de importeur de basis verstrekt voor het verzoek als bedoeld in artikel 54, lid 2, en

c)

het product als van oorsprong zou zijn beschouwd en aan alle andere toepasselijke vereisten in de zin van afdeling 1 van dit hoofdstuk zou hebben voldaan indien de importeur ten tijde van de invoer om preferentiële behandeling had verzocht.

De overige verplichtingen die uit hoofde van artikel 54 op de importeur rusten, blijven ongewijzigd.

Artikel 56

Attest van oorsprong

1.   Een attest van oorsprong wordt door een exporteur van een product opgesteld op basis van informatie waaruit blijkt dat het product van oorsprong is, met inbegrip van informatie over de oorsprongsstatus van de bij de productie van het product gebruikte materialen. De exporteur is verantwoordelijk voor de juistheid van het attest van oorsprong en van de verstrekte informatie.

2.   Een attest van oorsprong wordt in een van de in bijlage 7 opgenomen taalversies verstrekt op een factuur of ander handelsdocument waarin het product van oorsprong voldoende duidelijk is omschreven om dat product te kunnen identificeren. De exporteur moet voldoende gegevens verstrekken om het product van oorsprong te kunnen identificeren. De Partij van invoer verlangt van de importeur geen vertaling van het attest van oorsprong.

3.   Een attest van oorsprong is 12 maanden geldig vanaf de datum waarop het is opgesteld of gedurende een langere periode als bepaald door de Partij van invoer, tot maximaal 24 maanden.

4.   Een attest van oorsprong kan van toepassing zijn op:

a)

één enkele zending van een of meer in een Partij ingevoerde producten, of

b)

meerdere zendingen van identieke producten die worden ingevoerd in een Partij binnen de in het attest van oorsprong aangegeven periode van maximaal 12 maanden.

5.   Wanneer, op verzoek van de importeur, niet-gemonteerde of gedemonteerde producten in de zin van algemene regel 2 a) voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem, vallende onder de afdelingen XV tot en met XXI van het geharmoniseerd systeem, in deelzendingen worden ingevoerd, kan voor die producten één enkel attest van oorsprong worden gebruikt in overeenstemming met de voorschriften van de douaneautoriteit van de Partij van invoer.

Artikel 57

Afwijkingen

De douaneautoriteit van de Partij van invoer mag een verzoek om preferentiële tariefbehandeling niet afwijzen wegens geringe vergissingen of afwijkingen in het attest van oorsprong of om de enkele reden dat een factuur in een derde land werd afgegeven.

Artikel 58

Aan importeur bekende informatie

1.   Voor een verzoek om preferentiële tariefbehandeling uit hoofde van artikel 54, lid 2, punt b), is de aan de importeur bekende informatie dat een product van oorsprong is uit de Partij van uitvoer gebaseerd op informatie waaruit blijkt dat het product van oorsprong is en aan de voorwaarden van dit hoofdstuk voldoet.

2.   Alvorens om preferentiële tariefbehandeling te verzoeken geldt, ingeval een importeur niet in staat is de in lid 1 van dit artikel bedoelde informatie te verkrijgen om reden dat de exporteur die informatie als vertrouwelijk beschouwt of om enige andere reden, dat de exporteur een attest van oorsprong kan verstrekken zodat de importeur om de preferentiële tariefbehandeling kan verzoeken overeenkomstig artikel 54, lid 2, punt a).

Artikel 59

Verplichting tot bewaren van gegevens

1.   Een importeur die verzoekt om preferentiële tariefbehandeling voor een in de Partij van invoer ingevoerd product bewaart gedurende ten minste drie jaar na de datum van invoer van het product:

a)

als het verzoek op een attest van oorsprong werd gebaseerd, het door de exporteur opgestelde attest van oorsprong, of

b)

als het verzoek op de aan de importeur bekende informatie werd gebaseerd, alle gegevens waaruit blijkt dat het product voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprongsstatus.

2.   Een exporteur die een attest van oorsprong heeft opgesteld, bewaart gedurende ten minste vier jaar na de opstelling van dat attest, een kopie van het attest van oorsprong en alle andere gegevens waaruit blijkt dat het product aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprongsstatus voldoet.

3.   De overeenkomstig dit artikel te bewaren gegevens mogen in elektronische vorm worden opgeslagen.

Artikel 60

Kleine zendingen

1.   In afwijking van de artikelen 54 tot en met 58 kent de Partij van invoer, indien is verklaard dat het product aan de voorwaarden van dit hoofdstuk voldoet en de douaneautoriteit van de Partij van invoer geen twijfel heeft over de juistheid van die verklaring, een preferentiële tariefbehandeling toe aan:

a)

producten die door particulieren in kleine colli naar particulieren worden verzonden;

b)

producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, en

c)

voor het Verenigd Koninkrijk, in aanvulling op de punten a) en b), andere zendingen van geringe waarde.

2.   Lid 1 van dit artikel is niet van toepassing op de volgende producten:

a)

producten waarvan de invoer deel uitmaakt van een reeks invoertransacties waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij afzonderlijk zijn verricht om de vereisten van artikel 54 te ontwijken;

b)

voor de Unie:

i)

producten die als handelsgoederen worden ingevoerd; de invoer van incidentele aard van producten die uitsluitend bestemd zijn voor persoonlijk gebruik door de ontvanger of de reiziger of de leden van diens gezin wordt niet als invoer als handelsgoederen aangemerkt indien noch de aard, noch de hoeveelheid van de producten op commerciële doeleinden wijst, en

ii)

producten waarvan de totale waarde meer bedraagt dan 500 EUR voor kleine colli of 1 200 EUR voor producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers. De in een bepaalde nationale valuta te gebruiken bedragen zijn de tegenwaarde in die valuta van de in euro's uitgedrukte bedragen op de eerste werkdag van oktober. De wisselkoersen zijn die welke voor die dag worden bekendgemaakt door de Europese Centrale Bank, tenzij uiterlijk op 15 oktober een andere wisselkoers aan de Europese Commissie wordt meegedeeld, en gelden met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar. De Europese Commissie stelt het Verenigd Koninkrijk van de desbetreffende bedragen in kennis. De Unie kan andere limieten vaststellen die zij aan het Verenigd Koninkrijk zal meedelen, en

c)

voor het Verenigd Koninkrijk, producten waarvan de totale waarde de uit hoofde van het interne recht van het Verenigd Koninkrijk gestelde drempelwaarden overschrijdt. Het Verenigd Koninkrijk zal die drempelwaarden aan de Unie meedelen.

3.   De importeur is verantwoordelijk voor de juistheid van de verklaring en de naleving van de voorwaarden van dit hoofdstuk. De in artikel 59 neergelegde vereisten inzake het bewaren van gegevens zijn niet van toepassing op de importeur uit hoofde van dit artikel.

Artikel 61

Verificatie

1.   De douaneautoriteit van de Partij van invoer kan op basis van risicobeoordelingsmethoden, die een willekeurige steekproef kunnen omvatten, controleren of een product van oorsprong is of dat aan de andere voorwaarden van dit hoofdstuk is voldaan. Die controles kunnen worden verricht door middel van een verzoek om informatie van de importeur die het in artikel 54 bedoelde verzoek heeft ingediend, op het tijdstip waarop de aangifte ten invoer wordt ingediend, voordat de producten worden vrijgegeven of nadat de producten zijn vrijgegeven.

2.   De informatie waar op grond van lid 1 om wordt verzocht, omvat ten hoogste de volgende elementen:

a)

indien het verzoek was gebaseerd op een attest van oorsprong, dat attest van oorsprong, en

b)

informatie over het voldoen aan de oorsprongscriteria, te weten:

i)

wanneer het oorsprongscriterium "volledig verkregen" is, de toepasselijke categorie (zoals oogst, ontginning, bevissing) en de plaats van productie;

ii)

wanneer het oorsprongscriterium is gebaseerd op een wijziging in tariefindeling, een lijst van alle niet van oorsprong zijnde materialen, met inbegrip van het tariefindelingsnummer ervan (in 2, 4 of 6 cijfers, afhankelijk van het oorsprongscriterium);

iii)

wanneer het oorsprongscriterium is gebaseerd op een waardemethode, de waarde van het eindproduct en de waarde van alle bij de productie van dat product gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen;

iv)

wanneer het oorsprongscriterium is gebaseerd op gewicht, het gewicht van het eindproduct alsmede het gewicht van de desbetreffende in het eindproduct gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen;

v)

wanneer het oorsprongscriterium is gebaseerd op een specifiek productieprocedé, een beschrijving van dat specifieke procedé.

3.   Wanneer de importeur de gevraagde informatie verstrekt, kan hij daaraan alle andere informatie toevoegen die hij met het oog op de verificatie nuttig acht.

4.   Indien het verzoek om preferentiële tariefbehandeling is gebaseerd op een attest van oorsprong, verstrekt de importeur dat attest van oorsprong, maar kan hij de douaneautoriteit van de Partij van invoer antwoorden dat de importeur de in lid 2, punt b), bedoelde informatie niet kan verstrekken.

5.   Als het verzoek om preferentiële tariefbehandeling is gebaseerd op de aan de importeur bekende informatie, kan de douaneautoriteit van de Partij van invoer die de verificatie verricht, na eerst overeenkomstig lid 1 om informatie te hebben verzocht, de importeur verzoeken aanvullende informatie te verstrekken, wanneer zij van oordeel is dat aanvullende informatie nodig is om de oorsprongsstatus van het product te controleren of om na te gaan of aan de overige vereisten van dit hoofdstuk is voldaan. De douaneautoriteit van de Partij van invoer kan indien van toepassing de importeur om specifieke documentatie en informatie verzoeken.

6.   Als de douaneautoriteit van de Partij van invoer besluit de preferentiële tariefbehandeling voor het betrokken product te schorsen zolang de uitslag van de verificatie niet bekend is, stelt zij de importeur voor de producten vrij te geven onder voorbehoud van passende conservatoire maatregelen met inbegrip van waarborgen. Elke schorsing van de preferentiële tariefbehandeling wordt zo spoedig mogelijk beëindigd nadat de douaneautoriteit van de Partij van invoer heeft vastgesteld dat de betrokken producten van oorsprong zijn of dat aan de andere voorwaarden van dit hoofdstuk is voldaan.

Artikel 62

Administratieve samenwerking

1.   Met het oog op de goede toepassing van dit hoofdstuk werken de Partijen via hun respectieve douaneautoriteit samen bij het controleren of een product van oorsprong is en aan de overige voorwaarden van dit hoofdstuk voldoet.

2.   Indien het verzoek om preferentiële tariefbehandeling was gebaseerd op een attest van oorsprong, kan de douaneautoriteit van de Partij van invoer die de controle uitvoert in voorkomend geval na eerst om informatie te hebben verzocht overeenkomstig artikel 61, lid 1, en op basis van het antwoord van de importeur, ook om informatie verzoeken bij de douaneautoriteit van de Partij van uitvoer, binnen twee jaar na de invoer van de producten, of vanaf het moment waarop het verzoek op grond van artikel 55, lid 2, punt a), wordt ingediend, indien de douaneautoriteit van de Partij van invoer die de controle uitvoert, aanvullende informatie noodzakelijk acht om de oorsprongsstatus van het product te controleren dan wel om te controleren of aan de overige vereisten van dit hoofdstuk is voldaan. Het verzoek om informatie omvat de volgende elementen:

a)

het attest van oorsprong;

b)

de identiteit van de douaneautoriteit waarvan het verzoek afkomstig is;

c)

de naam van de exporteur;

d)

het onderwerp en de reikwijdte van de controle, en

e)

alle andere relevante documenten.

Daarnaast kan de douaneautoriteit van de Partij van invoer in voorkomend geval de douaneautoriteit van de Partij van uitvoer verzoeken specifieke documentatie en informatie te verstrekken.

3.   De douaneautoriteit van de Partij van uitvoer kan in overeenstemming met haar toepasselijke wet- en regelgeving om documenten of een onderzoek verzoeken door bewijsmateriaal op te vragen of een bezoek te brengen aan de bedrijfsruimten van de exporteur met het oog op de controle van gegevens en inspectie van de bij de productie van het product gebruikte infrastructuur.

4.   Onverminderd lid 5 verstrekt de douaneautoriteit van de Partij van uitvoer die het in lid 2 bedoelde verzoek ontvangt de douaneautoriteit van de Partij van invoer de volgende informatie:

a)

de gevraagde documentatie, voor zover beschikbaar;

b)

een opinie inzake de oorsprongsstatus van het product;

c)

de beschrijving van het product dat het voorwerp van onderzoek is en de voor de toepassing van dit hoofdstuk relevante tariefindeling;

d)

een beschrijving van en een toelichting bij het productieprocedé die volstaan om de oorsprongsstatus van het product te staven;

e)

informatie over de wijze waarop het onderzoek van het product is uitgevoerd, en

f)

in voorkomend geval, bewijsstukken.

5.   De douaneautoriteit van de Partij van uitvoer verstrekt de douaneautoriteit van de Partij van invoer de in lid 4, punten a), d) en f), bedoelde informatie niet als die informatie door de exporteur als vertrouwelijk wordt aangemerkt.

6.   Elke Partij deelt de andere Partij de contactgegevens van de douaneautoriteiten en, binnen 30 dagen na de datum van enige wijziging van die contactgegevens alle wijzigingen van de contactgegevens mee.

Artikel 63

Weigering van preferentiële tariefbehandeling

1.   Onverminderd lid 3 kan de douaneautoriteit van de Partij van invoer weigeren een preferentiële tariefbehandeling toe te kennen indien:

a)

binnen drie maanden na de datum van een verzoek om informatie op grond van artikel 61, lid 1:

i)

de importeur geen antwoord heeft verstrekt;

ii)

wanneer het verzoek om preferentiële tariefbehandeling was gebaseerd op een attest van oorsprong, er geen attest van oorsprong is verstrekt; of

iii)

wanneer het verzoek om preferentiële tariefbehandeling op de aan de importeur bekende informatie werd gebaseerd, de door de importeur verstrekte informatie niet volstaat om te bevestigen dat het product van oorsprong is;

b)

binnen drie maanden na de datum van een verzoek om aanvullende informatie op grond van artikel 61, lid 5:

i)

de importeur geen antwoord heeft verstrekt; of

ii)

de door de importeur verstrekte informatie niet volstaat om te bevestigen dat het product van oorsprong is;

c)

binnen tien maanden (3) na de datum van een verzoek om informatie op grond van artikel 62, lid 2:

i)

de douaneautoriteit van de Partij van uitvoer geen antwoord heeft verstrekt; of

ii)

de door de douaneautoriteit van de Partij van uitvoer verstrekte informatie ontoereikend is om te kunnen bevestigen dat het product van oorsprong is.

2.   De douaneautoriteit van de Partij van invoer kan weigeren een preferentiële tariefbehandeling toe te kennen voor een product waarvoor een importeur om preferentiële tariefbehandeling verzoekt, wanneer de importeur niet aan andere voorwaarden uit hoofde van dit hoofdstuk dan die welke betrekking hebben op de oorsprongsstatus van de producten voldoet.

3.   Als de douaneautoriteit van de Partij van invoer over voldoende gronden beschikt om een preferentiële tariefbehandeling te weigeren uit hoofde van lid 1 van dit artikel, stelt zij, in gevallen waarin de douaneautoriteit van de Partij van uitvoer op grond van artikel 62, lid 4, punt b), een opinie heeft uitgebracht waarin de oorsprongsstatus van de producten wordt bevestigd, binnen twee maanden na ontvangst van die opinie de douaneautoriteit van de Partij van uitvoer in kennis van haar voornemen om de preferentiële tariefbehandeling te weigeren.

In geval van een dergelijke kennisgeving vindt binnen drie maanden na de datum van de kennisgeving op verzoek van een van de Partijen overleg plaats. De termijn voor overleg kan in onderlinge overeenstemming tussen de douaneautoriteiten van de Partijen per geval worden verlengd. Het overleg kan plaatsvinden volgens de procedure die is vastgesteld door het Gespecialiseerd Handelscomité voor douanesamenwerking en oorsprongsregels.

Na het verstrijken van de termijn voor overleg kan de douaneautoriteit van de Partij van invoer, indien zij niet kan bevestigen dat het product van oorsprong is, de preferentiële tariefbehandeling weigeren wanneer zij daartoe over voldoende gronden beschikt en nadat zij de importeur in de gelegenheid heeft gesteld te worden gehoord. Echter, wanneer de douaneautoriteit van de Partij van uitvoer de oorsprongsstatus van de producten bevestigt en die conclusie onderbouwt, weigert de douaneautoriteit van de Partij van invoer de preferentiële tariefbehandeling van een product niet op de enkele grond dat artikel 62, lid 5, is toegepast.

4.   Op de regeling van geschillen tussen de importeur en de douaneautoriteit van de Partij van invoer is in alle gevallen het recht van de Partij van invoer van toepassing.

Artikel 64

Vertrouwelijkheid

1.   Elke Partij respecteert in overeenstemming met haar wet- en regelgeving de vertrouwelijke aard van alle haar door de andere Partij op grond van dit hoofdstuk verstrekte informatie en beschermt die informatie tegen openbaarmaking.

2.   Ingeval, niettegenstaande artikel 62, lid 5, vertrouwelijke bedrijfsinformatie door de douaneautoriteiten van de Partij van uitvoer of de Partij van invoer is verkregen van de exporteur door toepassing van de artikelen 61 en 62, wordt die informatie niet openbaar gemaakt.

3.   Elke Partij ziet erop toe dat de vertrouwelijke informatie die op grond van dit hoofdstuk wordt verzameld, niet wordt gebruikt voor andere doeleinden dan het beheer en de handhaving van besluiten en bepalingen met betrekking tot oorsprong en douanezaken, tenzij de persoon of de Partij die de vertrouwelijke informatie heeft verstrekt, daarvoor toestemming heeft gegeven.

4.   Niettegenstaande lid 3 kan een Partij toestaan dat op grond van dit hoofdstuk verzamelde informatie wordt gebruikt in administratieve, rechterlijke of buitengerechtelijke procedures die zijn ingeleid wegens niet-naleving van douanegerelateerde wet- en regelgeving waarmee aan dit hoofdstuk uitvoering wordt gegeven. Een Partij stelt de persoon of Partij die de informatie heeft verstrekt, vooraf van die gebruikmaking in kennis.

Artikel 65

Administratieve maatregelen en sancties

Elke Partij ziet toe op de effectieve tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk. Elke Partij ziet erop toe dat haar bevoegde autoriteiten in overeenstemming met haar wet- en regelgeving administratieve maatregelen en, in voorkomend geval, sancties kunnen opleggen aan elke persoon die een document opstelt of laat opstellen dat onjuiste informatie bevat die is verstrekt om een preferentiële tariefbehandeling voor een product te verkrijgen, aan elke persoon die niet aan de verplichtingen van artikel 59 voldoet, aan elke persoon die niet het in artikel 62, lid 3, bedoelde bewijsmateriaal verstrekt, of die niet het in die bepaling bedoelde bezoek toestaat.

AFDELING 3

OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 66

Ceuta en Melilla

1.   Voor de toepassing van dit hoofdstuk vallen van de zijde van de Unie Ceuta en Melilla niet onder de term "Partij".

2.   Producten van oorsprong uit het Verenigd Koninkrijk die in Ceuta of Melilla worden ingevoerd, zijn in elk opzicht uit hoofde van deze overeenkomst voorwerp van dezelfde douanebehandeling als die welke uit hoofde van Protocol nr. 2 bij de Akte van Toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Republiek Portugal tot de Europese Unie van toepassing is op producten van oorsprong uit het douanegebied van de Europese Unie. Het Verenigd Koninkrijk kent aan onder deze overeenkomst vallende producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla dezelfde douanebehandeling toe als aan producten van oorsprong uit de Unie die uit de Unie worden ingevoerd.

3.   De oorsprongsregels en oorsprongsprocedures in het kader van dit hoofdstuk zijn mutatis mutandis van toepassing op producten die vanuit het Verenigd Koninkrijk naar Ceuta en Melilla worden uitgevoerd en op producten die vanuit Ceuta en Melilla naar het Verenigd Koninkrijk worden uitgevoerd.

4.   Ceuta en Melilla worden als één grondgebied beschouwd.

5.   Artikel 40 is van toepassing op de invoer en de uitvoer van producten tussen de Unie, het Verenigd Koninkrijk en Ceuta en Melilla.

6.   De exporteurs vermelden in veld 3 van de tekst van het attest van oorsprong "het Verenigd Koninkrijk" of "Ceuta en Melilla", afhankelijk van de oorsprong van het product.

7.   De douaneautoriteit van het Koninkrijk Spanje is verantwoordelijk voor de toepassing en tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk in Ceuta en Melilla.

Artikel 67

Overgangsbepalingen voor doorvoer of opslag van producten

De bepalingen van deze overeenkomst kunnen worden toegepast op producten die voldoen aan de bepalingen van dit hoofdstuk en die zich op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst hetzij in doorvoer tussen de Partij van uitvoer en de Partij van invoer hetzij onder douanetoezicht in de Partij van invoer bevinden zonder dat invoerrechten en belastingen zijn betaald, op voorwaarde dat binnen twaalf maanden na die datum bij de douaneautoriteit van de Partij van invoer een verzoek om preferentiële tariefbehandeling als bedoeld in artikel 54 wordt ingediend.

Artikel 68

Wijziging van dit hoofdstuk en de bijlagen daarbij

De Partnerschapsraad kan dit hoofdstuk en de bijlagen daarbij wijzigen.

BIJLAGE 2

AANTEKENINGEN BIJ DE PRODUCTSPECIFIEKE OORSPRONGSREGELS

AANTEKENING 1

Algemene beginselen

 

1.

Deze bijlage bevat de algemene regels voor de in artikel 39, lid 1, punt c), van deze overeenkomst bedoelde toepasselijke vereisten van bijlage 3.
 

2.

Voor de toepassing van deze bijlage en bijlage 3 moet een product voldoen aan de volgende vereisten om van oorsprong te zijn in overeenstemming met artikel 39, lid 1, punt c), van deze overeenkomst: een wijziging in tariefindeling, een productieproces, een maximumwaarde of maximumgewicht voor niet van oorsprong zijnde materialen, of een ander in deze bijlage of bijlage 3 vermeld vereiste.
 

3.

Wanneer in een productspecifieke oorsprongsregel wordt verwezen naar het gewicht, wordt het nettogewicht bedoeld, dat wil zeggen het gewicht van een materiaal of een product exclusief het gewicht van de verpakking.
 

4.

Deze bijlage en bijlage 3 zijn gebaseerd op het geharmoniseerd systeem zoals gewijzigd op 1 januari 2017.

AANTEKENING 2

Structuur van de lijst van productspecifieke oorsprongsregels

 

1.

Aantekeningen bij afdelingen of in voorkomend geval hoofdstukken worden gelezen in samenhang met de productspecifieke oorsprongsregels voor de afdeling, het hoofdstuk, de post of de onderverdeling in kwestie.
 

2.

Elke productspecifieke oorsprongsregel in kolom 2 van bijlage 3 is van toepassing op het desbetreffende product in kolom 1 van bijlage 3.
 

3.

Wanneer op een product alternatieve productspecifieke oorsprongsregels van toepassing zijn, is het product van oorsprong uit een Partij indien het aan een van de alternatieven voldoet.
 

4.

Wanneer op een product een productspecifieke oorsprongsregel met meerdere vereisten van toepassing is, is het product slechts van oorsprong uit een Partij indien het aan elk van die vereisten voldoet.
 

5.

Voor de toepassing van deze bijlage en bijlage 3 wordt verstaan onder:

a)

"afdeling": een afdeling van het geharmoniseerd systeem;

b)

"hoofdstuk": de eerste twee cijfers van het tariefindelingsnummer uit hoofde van het geharmoniseerd systeem;

c)

"post": de eerste vier cijfers van het tariefindelingsnummer uit hoofde van het geharmoniseerd systeem; en

d)

"onderverdeling": de eerste zes cijfers van het tariefindelingsnummer uit hoofde van het geharmoniseerd systeem.

 

6.

Voor de toepassing van de productspecifieke oorsprongsregels gelden de volgende afkortingen:

"VH": productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een ander hoofdstuk dan dat van het product. Dat betekent dat niet van oorsprong zijnde materialen die bij de productie van het product worden gebruikt, moeten worden ingedeeld onder een ander hoofdstuk (tweecijferniveau van het geharmoniseerd systeem) dan dat van het product (d.w.z. een wijziging in hoofdstuk);

"VP": productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een andere post dan die van het product. Dat betekent dat niet van oorsprong zijnde materialen die bij de productie van het product worden gebruikt, moeten worden ingedeeld onder een andere post (viercijferniveau van het geharmoniseerd systeem) dan die van het product (d.w.z. een wijziging in post);

"VOV": productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een andere onderverdeling dan die van het product. Dat betekent dat niet van oorsprong zijnde materialen die bij de productie van het product worden gebruikt, moeten worden ingedeeld onder een andere onderverdeling (zescijferniveau van het geharmoniseerd systeem) dan die van het product (d.w.z. een wijziging in onderverdeling).

AANTEKENING 3

Toepassing van de productspecifieke oorsprongsregels

 

1.

Artikel 39 van deze overeenkomst, betreffende producten die de oorsprongsstatus hebben verkregen en die bij de productie van andere producten worden gebruikt, is van toepassing ongeacht of die status werd verkregen in dezelfde fabriek in een Partij als die waar die producten worden gebruikt.
 

2.

Wanneer een productspecifieke oorsprongsregel bepaalde niet van oorsprong zijnde materialen specifiek uitsluit of bepaalt dat de waarde of het gewicht van bepaalde niet van oorsprong zijnde materialen een bepaalde grens niet mag overschrijden, zijn die voorwaarden niet van toepassing op niet van oorsprong zijnde materialen die elders in het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld.

Voorbeeld 1: wanneer de regel voor bulldozers (onderverdeling 8429.11) voorschrijft: "VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 84.31", dan mag onbeperkt gebruik worden gemaakt van niet van oorsprong zijnde materialen die niet in 84.29 en 84.31 zijn ingedeeld, zoals schroeven (GS-post 73.18), draad en andere geleiders van elektriciteit, geïsoleerd (post 85.44) en diverse elektronica (hoofdstuk 85).

Voorbeeld 2: Wanneer de regel voor post 35.05 (dextrine en ander gewijzigd zetmeel; lijm op basis van zetmeel etc.) voorschrijft: "VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 11.08", dan mag onbeperkt gebruik worden gemaakt van niet van oorsprong zijnde materialen die niet in 11.08 (zetmeel, inuline) zijn ingedeeld, zoals materialen van hoofdstuk 10 (granen).

 

3.

Wanneer in een productspecifieke oorsprongsregel is bepaald dat een product uit een bepaald materiaal moet worden geproduceerd, betekent dat niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege de aard ervan niet aan dat vereiste kunnen voldoen.

AANTEKENING 4

Berekening van een maximale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen

Voor de toepassing van de productspecifieke oorsprongsregels wordt verstaan onder:

a)

"douanewaarde": de waarde zoals bepaald overeenkomstig de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van GATT 1994;

b)

"EXW" of "prijs af fabriek":

i)

de prijs die voor het product af fabriek betaald is of verschuldigd is aan de producent in wiens onderneming de laatste be- of verwerking heeft plaatsgevonden, voor zover in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen en alle andere aan de vervaardiging van het product verbonden kosten, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd; of

ii)

indien er geen prijs is betaald of moet worden betaald of indien de werkelijk betaalde prijs niet alle aan de productie van het product verbonden en bij de productie van het product werkelijk gemaakte kosten dekt, de waarde van alle gebruikte materialen en alle andere bij de productie van het product in de Partij van uitvoer gemaakte kosten:

A)

inclusief de verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten alsmede de winst, voor zover die redelijkerwijze aan het product kunnen worden toegerekend, en

B)

exclusief de vervoers- en verzekeringskosten, alle andere bij het vervoer van het product gemaakte kosten en alle interne belastingen van de Partij van uitvoer die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd;

iii)

Wanneer de laatste productie is uitbesteed, verwijst de term "producent" in punt (i) voor de toepassing van punt (i) naar de persoon die de onderaannemer heeft ingehuurd.

c)

"MaxNOM": de maximale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen, uitgedrukt als een percentage en berekend met de volgende formule:

Image 4

d)

"VNM": de waarde van de bij de productie van het product gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen, te weten de douanewaarde ervan op het moment van invoer, inclusief de vervoerskosten, eventuele verzekeringskosten, verpakkingskosten en alle andere kosten die gemaakt zijn bij het vervoer van de materialen naar de haven van invoer in de Partij waar de producent van het product is gevestigd; indien de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, wordt de eerste controleerbare prijs gebruikt die in de Unie of in het Verenigd Koninkrijk voor de niet van oorsprong zijnde materialen is betaald; de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging van het product zijn gebruikt, kan worden berekend op basis van de formule voor de gewogen gemiddelde waarde of een andere methode voor de waardering van de voorraden volgens boekhoudkundige beginselen die in de partij algemeen worden aanvaard.

AANTEKENING 5

Definities van processen als bedoeld in de afdelingen V, VI en VII van bijlage 3

Voor de toepassing van de productspecifieke oorsprongsregels wordt verstaan onder:

a)

"biotechnologische verwerking":

i)

biologische of biotechnologische kweek (inclusief celkweek), hybridisatie of genetische modificatie van micro-organismen (bacteriën, virussen (inclusief fagen) enz.) of menselijke, dierlijke of plantencellen, en

ii)

productie, isolatie of zuivering van cellulaire of intercellulaire structuren (zoals geïsoleerde genen, genfragmenten en plasmiden), of fermentatie;

b)

"wijziging van de deeltjesgrootte": doelbewuste en gecontroleerde modificatie van de deeltjesgrootte van een product, op andere wijze dan door louter pletten of persen, waardoor een product wordt verkregen met een bepaalde deeltjesgrootte, deeltjesgrootteverdeling of oppervlakte die relevant is voor de doeleinden van het verkregen product, en met fysieke of chemische kenmerken die verschillen van die van de inputmaterialen;

c)

"chemische reactie": proces (met inbegrip van een biochemisch proces) waarmee een molecule met een nieuwe structuur wordt verkregen door de intramoleculaire verbindingen te verbreken en nieuwe intramoleculaire verbindingen tot stand te brengen, of door de ruimtelijke ordening van de atomen in een molecule te wijzigen, met uitzondering van de onderstaande processen, die voor de toepassing van deze definitie niet als chemische reactie gelden:

i)

oplossing in water of in een ander oplosmiddel;

ii)

verwijdering van oplosmiddelen, met inbegrip van als oplosmiddel gebruikt water, of

iii)

toevoeging of verwijdering van kristalwater;

d)

"distillatie":

i)

atmosferische distillatie: scheidingsproces waarbij aardolie in een distilleerkolom volgens kookpunt in fracties wordt omgezet en de damp vervolgens in verschillende vloeibaar gemaakte fracties wordt gecondenseerd. Voorbeelden van door aardoliedistillatie verkregen producten zijn vloeibaar petroleumgas, nafta, benzine, kerosine, diesel of stookolie, lichte gasolie en smeerolie; en

ii)

Vacuümdistillatie: distillatie bij een druk die lager is dan de atmosferische druk, maar niet zo laag dat het proces als moleculaire distillatie zou worden aangemerkt. Vacuümdistillatie wordt gebruikt voor het distilleren van hoogkokende en warmtegevoelige materialen zoals zware distillaten in aardolie, om lichte tot zware vacuüm gasoliën en residu te produceren;

e)

"isomerenscheiding": isolatie of scheiding van isomeren uit een mengsel van isomeren;

f)

"vermenging": doelbewuste en proportioneel gecontroleerde vermenging (met inbegrip van dispersie) van materialen, anders dan de toevoeging van verdunningsmiddelen, uitsluitend om te voldoen aan van tevoren vastgelegde specificaties, resulterend in de productie van een product met fysieke of chemische kenmerken die relevant zijn voor de doeleinden van het product en die verschillen van die van de inputmaterialen;

g)

"productie van standaardmateriaal" (met inbegrip van standaardoplossingen): productie van een preparaat dat geschikt is voor analytische, kalibrerings- of referentiedoeleinden met precieze, door de producent gecertificeerde graden van zuiverheid of verhoudingen; en

h)

"zuivering": proces dat resulteert in de verwijdering van ten minste 80 % van de aanwezige onzuiverheden of de vermindering of verwijdering van onzuiverheden waarbij een goed geschikt wordt voor een of meer van de volgende toepassingen:

i)

stoffen van farmaceutische, medicinale, cosmetische, veterinaire of levensmiddelenkwaliteit;

ii)

chemische producten en reagentia voor analytische, diagnostische of laboratoriumtoepassingen;

iii)

elementen en componenten voor gebruik in micro-elektronica;

iv)

gespecialiseerde optische toepassingen;

v)

biotechnisch gebruik (bv. in celkweek, in genetische technologie of als katalysator);

vi)

dragers, gebruikt in een scheidingsproces; of

vii)

gebruik in nucleaire toepassingen.

AANTEKENING 6

Definities van termen gebruikt in afdeling XI van bijlage 3

Voor de toepassing van de productspecifieke oorsprongsregels wordt verstaan onder:

a)

"synthetische of kunstmatige vezels": kabel van synthetische of kunstmatige filamenten, synthetische of kunstmatige stapelvezels of afval daarvan, van de posten 55.01 tot en met 55.07;

b)

"natuurlijke vezels": andere dan synthetische of kunstmatige vezels waarvan het gebruik beperkt is tot het stadium vóór het spinnen, met inbegrip van afval, en, tenzij anders vermeld, ook vezels omvat die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen; "natuurlijke vezels" omvat paardenhaar van post 05.11, zijde van de posten 50.02 en 50.03, wol, fijn of grof haar van de posten 51.01 tot en met 51.05, katoen van de posten 52.01 tot en met 52.03 en andere plantaardige vezels van de posten 53.01 tot en met 53.05;

c)

"bedrukken": techniek waarmee aan een textielsubstraat door middel van digitale, zeef-, wals- of transfertechnieken een permanente objectief te beoordelen functie, zoals kleur, ontwerp of technische prestatie, wordt verleend; en

d)

"bedrukken (als zelfstandige bewerking)": techniek waarmee aan een textielsubstraat door middel van digitale, zeef-, wals- of transfertechnieken een permanente objectief te beoordelen functie, zoals kleur, ontwerp of technische prestatie, wordt verleend, samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen, scheren, schroeien, droogtrommelproces, spanproces, vermalen, stomen en krimpen alsook nat decatiseren), mits de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product.

AANTEKENING 7

Toleranties voor producten die twee of meer basistextielmaterialen bevatten

 

1.

Voor de toepassing van deze aantekening wordt onder basistextielmaterialen verstaan:

a)

zijde;

b)

wol;

c)

grof haar;

d)

fijn haar;

e)

paardenhaar (crin);

f)

katoen;

g)

papier en materialen voor het vervaardigen van papier;

h)

vlas;

i)

hennep;

j)

jute en andere bastvezels;

k)

sisal en andere textielvezels van agaven;

l)

kokosvezel, abaca, ramee en andere plantaardige textielvezels;

m)

synthetische filamenten;

n)

kunstmatige filamenten;

o)

filamenten die elektriciteit geleiden;

p)

synthetische stapelvezels van polypropyleen;

q)

synthetische stapelvezels van polyester;

r)

synthetische stapelvezels van polyamide;

s)

synthetische stapelvezels van polyacrylonitril;

t)

synthetische stapelvezels van polyimide;

u)

synthetische stapelvezels van polytetrafluorethyleen;

v)

synthetische stapelvezels van poly(fenyleensulfide);

w)

synthetische stapelvezels van poly(vinylchloride);

x)

andere synthetische stapelvezels

y)

kunstmatige stapelvezels van viscose;

z)

andere kunstmatige stapelvezels;

aa)

garen van polyurethaan met soepele segmenten van polyether, al dan niet omwoeld;

bb)

garen van polyurethaan, met soepele segmenten van polyester, al dan niet omwoeld;

cc)

producten van post 56.05 (metaalgarens) met strippen bestaande uit een kern van bladaluminium of van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststoffolie;

dd)

andere producten van post 56.05;

ee)

glasvezels; en

ff)

metaalvezels.

 

2.

Wanneer in bijlage 3 naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 2 genoemde vereisten bij wijze van tolerantie niet van toepassing op bij de productie van een product gebruikte niet van oorsprong zijnde basistextielmaterialen, mits:

a)

het product twee of meer basistextielmaterialen bevat; en

b)

het gewicht van de niet van oorsprong zijnde basistextielmaterialen samen niet hoger is dan 10 % van het totale gewicht van alle gebruikte basistextielmaterialen.

Voorbeeld: Voor een weefsel van wol van post 51.12 bevattende garen van wol van post 51.07, synthetisch garen van stapelvezels van post 55.09 en andere materialen dan basistextielmaterialen mag niet van oorsprong zijnd garen van wol dat niet aan de vereisten van bijlage 3 voldoet of niet van oorsprong zijnd synthetisch garen dat niet aan de vereisten van bijlage 3 voldoet, of een combinatie van beide, worden gebruikt, mits het totale gewicht ervan niet hoger is dan 10 % van het gewicht van alle basistextielmaterialen.

 

3.

Niettegenstaande lid 2, punt b), bedraagt de tolerantie voor producten bevattende "garen van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, al dan niet omwoeld" ten hoogste 20 %. Het percentage van de andere niet van oorsprong zijnde basistextielmaterialen mag evenwel niet meer dan 10 % bedragen.
 

4.

Niettegenstaande lid 2, punt b), bedraagt de tolerantie voor producten bevattende "strippen bestaande uit een kern van bladaluminium of van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststoffolie" ten hoogste 30 %. Het percentage van de andere niet van oorsprong zijnde basistextielmaterialen mag evenwel niet meer dan 10 % bedragen.

AANTEKENING 8

Andere toleranties voor bepaalde textielproducten

 

1.

Wanneer in bijlage 3 naar deze aantekening wordt verwezen, mogen niet van oorsprong zijnde textielmaterialen (met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen) die niet voldoen aan de in kolom 2 vermelde vereisten voor een geconfectioneerd textielproduct, worden gebruikt, mits die onder een andere post vallen dan het product en de waarde ervan niet hoger is dan 8 % van de prijs af fabriek van het product.
 

2.

Niet van oorsprong zijnde materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, mogen zonder beperking worden gebruikt bij de productie van textielproducten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, ongeacht of ze textiel bevatten.

Voorbeeld: Wanneer op grond van een vereiste van bijlage 3 voor een bepaald textielartikel (zoals een pantalon) garen moet worden gebruikt, dan sluit dat het gebruik van niet van oorsprong zijnde artikelen van metaal (zoals knopen) niet uit, omdat artikelen van metaal niet zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 50 tot en met 63. Om dezelfde reden is het gebruik van niet van oorsprong zijnde ritssluitingen toegestaan, al bevatten die normalerwijze ook textiel.

 

3.

Wanneer een vereiste van bijlage 3 bestaat in een maximumwaarde voor niet van oorsprong zijnde materialen wordt bij de berekening van de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen rekening gehouden met de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die niet zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 50 tot en met 63.

AANTEKENING 9

Landbouwproducten

Landbouwproducten die zijn ingedeeld onder afdeling II van het geharmoniseerd systeem en in post 24.01 en die op het grondgebied van een Partij zijn geteeld of geoogst, worden behandeld als van oorsprong uit die Partij, zelfs indien ze zijn gekweekt uit zaden, bollen, wortels, stekken, loten, enten, scheuten, knoppen of andere levende delen van planten uit een derde land.


BIJLAGE 3

PRODUCTSPRECIFIEKE OORSPRONGSREGELS

Kolom 1

Indeling op basis van het geharmoniseerd systeem (2017), inclusief specifieke beschrijving

Kolom 2

Productspecifieke oorsprongsregel

AFDELING I

LEVENDE DIEREN PRODUCTEN VAN HET DIERENRIJK

Hoofdstuk 1

Levende dieren

01.01-01.06

Alle dieren van hoofdstuk 1 moeten volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 2

Vlees en eetbare slachtafvallen

02.01-02.10

Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 1 en 2 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 3

Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren

03.01-03.08

Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 4

Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhoning; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

04.01-04.10

Productie waarbij:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 volledig zijn verkregen; en

het totale gewicht van de niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

Hoofdstuk 5

Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

05.01-05.11

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

AFDELING II:

PRODUCTEN VAN HET PLANTENRIJK

Hoofdstuk 6

Levende planten en producten van de bloementeelt; -

06.01-06.04

Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 6 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 7

Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden

07.01-07.14

Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 8

Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen

08.01-08.14

Productie waarbij:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 8 volledig zijn verkregen; en

het totale gewicht van de niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

Hoofdstuk 9

Koffie, thee, maté en specerijen,

09.01-09.10

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

Hoofdstuk 10

Granen

10.01-10.08

Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 11

Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten

11.01-11.09

Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 10 en 11, van de posten 07.01, 07.14, 23.02 en 23.03 of van onderverdeling 0710.10 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 12

Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en voor geneeskundig gebruik; stro en voeder

12.01-12.14

VP

Hoofdstuk 13

Gomlak (schellak); Gommen, harsen en andere plantensappen en plantenextracten

13.01-13.02

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post, waarbij het totale gewicht van de niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

Hoofdstuk 14

Plantaardige grondstoffen; plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen

14.01-14.04

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

AFDELING III

VETTEN EN OLIËN (DIERLIJKE EN PLANTAARDIGE) EN DISSOCIATIEPRODUCTEN DAARVAN; BEWERKT SPIJSVET; WAS VAN DIERLIJKE OF VAN PLANTAARDIGE OORSPRONG

Hoofdstuk 15

Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong

15.01-15.04

VP

15.05-15.06

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

15.07-15.08

VOV

15.09-15.10

Productie waarbij alle gebruikte plantaardige materialen volledig zijn verkregen.

15.11-15.15

VOV

15.16-15.17

VP

15.18-15.19

VOV

15.20

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

15.21-15.22

VOV

AFDELING IV

PRODUCTEN VAN DE VOEDSELINDUSTRIE; DRANKEN, ALCOHOLHOUDENDE VLOEISTOFFEN EN AZIJN; TABAK EN TOT VERBRUIK BEREIDE TABAKSSURROGATEN

Hoofdstuk 16

Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

1601.00-1604.18

Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 1, 2, 3 en 16 volledig zijn verkregen (1).

1604.19

VH

1604.20

 

Bereidingen van surimi:

VH

Andere:

Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 3 en 16 volledig zijn verkregen (2).

1604.31-1605.69

Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 3 en 16 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 17

Suiker en suikerwerk

17.01

VP

17.02

VP, mits het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 11.01 tot en met 11.08, 17.01 en 17.03 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

17.03

VP

17.04

 

Witte chocolade:

VP, mits:

a)

- alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 volledig zijn verkregen; en

b)

i)

het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product. of

ii)

de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product.

Andere:

VP, mits:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 volledig zijn verkregen; en

het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product.

Hoofdstuk 18

Cacao en bereidingen daarvan

18.01-18.05

VP

1806.10

VP, mits:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 volledig zijn verkregen; alsmede

het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product.

1806.20-1806.90

VP, mits:

a)

- alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 volledig zijn verkregen; en

b)

i)

het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product. of

ii)

de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product.

Hoofdstuk 19

Bereidingen van graan, van meel, van zetmeel of van melk; gebak

19.01-19.05

VP, mits:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 volledig zijn verkregen;

het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de hoofdstukken 2, 3 en 16 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product;

het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product. en

het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product.

Hoofdstuk 20

Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen

20.01

VP

20.02-20.03

Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 volledig zijn verkregen.

20.04-20.09

VP, mits het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product.

Hoofdstuk 21

Diverse producten voor menselijke consumptie

21.01-21.02

VP, mits:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 volledig zijn verkregen; en

het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

2103.10

2103.20

2103.90

VP; niet van oorsprong zijnd(e) mosterdmeel of bereide mosterd mag evenwel worden gebruikt.

2103.30

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

21.04-21.06

VP, mits:

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 volledig zijn verkregen; alsmede

het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

Hoofdstuk 22

Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn

22.01-22.06

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 22.07 en 22.08, mits:

alle gebruikte materialen van de onderverdelingen 0806.10, 2009.61 en 2009.69 volledig zijn verkregen;

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 volledig zijn verkregen; en

het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

22.07

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 22.08, mits alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 en van de onderverdelingen 0806.10, 2009.61 en 2009.69 volledig zijn verkregen.

22.08-22.09

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 22.07 en 22.08, mits alle gebruikte materialen van de onderverdelingen 0806.10, 2009.61 en 2009.69 volledig zijn verkregen.

Hoofdstuk 23

Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren

23.01

VP

2302.10-2303.10

VP, mits het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 10 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

2303.20-2308.00

VP

23.09

VP, mits:

alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 4 volledig zijn verkregen;

het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 10.01 tot en met 10.04, 10.07 en 10.08, van hoofdstuk 11 en van de posten 23.02 en 23.03 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product; en

het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product.

Hoofdstuk 24

Tabak en tot verbruik bereide tabakssurrogaten

24.01

Productie waarbij alle materialen van post 24.01 volledig zijn verkregen.

2402.10

Productie uit de niet van oorsprong zijnde materialen van een post, mits het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van post 24.01 niet hoger is dan 30 % van het gewicht van de gebruikte materialen van hoofdstuk 24.

2402.20

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post, met uitzondering van die van het product en van rooktabak van onderverdeling 2403.19, waarbij ten minste 10 gewichtspercenten van alle gebruikte materialen van post 24.01 volledig zijn verkregen.

2402.90

Productie uit de niet van oorsprong zijnde materialen van een post, mits het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van post 24.01 niet hoger is dan 30 % van het gewicht van de gebruikte materialen van hoofdstuk 24.

24.03

VP, waarbij ten minste 10 gewichtspercenten van alle gebruikte materialen van post 24.01 volledig zijn verkregen.

AFDELING V

MINERALE PRODUCTEN

Aantekening bij de afdeling: Zie bijlage 2, aantekening 5, voor de definities van de in deze afdeling bedoelde regels voor horizontale verwerking.

Hoofdstuk 25

Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement

25.01-25.30

VP;

of

MaxNOM 70 % (EXW).

Hoofdstuk 26

Ertsen, slakken en assen

26.01-26.21

VP

Hoofdstuk 27

Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was

27.01-27.09

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

27.10

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde biodiesel van onderverdeling 3824.99 of 3826.00;

of

het ondergaan van distillatie of van een chemische reactie, mits de gebruikte biodiesel (inclusief waterstofbehandelde plantaardige olie) van post 27.10 en van de onderverdelingen 3824.99 en 3826.00 wordt verkregen door verestering, omestering of waterstofbehandeling.

27.11-27.15

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

AFDELING VI

PRODUCTEN VAN DE CHEMISCHE EN VAN DE AANVERWANTE INDUSTRIEËN

Aantekening bij de afdeling: Zie bijlage 2, aantekening 5, voor de definities van de in deze afdeling bedoelde regels voor horizontale verwerking.

Hoofdstuk 28

Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen

28.01-28.53

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 29

Organische chemische producten

2901.10-2905.42

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

2905.43-2905.44

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 17.02 en van onderverdeling 3824.60.

2905.45

VOV, maar niet van oorsprong zijnde materialen van dezelfde onderverdeling als het product mogen worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

2905.49-2942

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 30

Farmaceutische producten

30.01-30.06

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 31

Meststoffen

31.01-31.04

VP, maar niet van oorsprong zijnde materialen van dezelfde post als het product mogen worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product;

of

MaxNOM 40 % (EXW).

31.05

 

Natriumnitraat

Calciumcyaanamide

Kaliumsulfaat

Magnesiumkaliumsulfaat

VP, maar niet van oorsprong zijnde materialen van dezelfde post als het product mogen worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de prijs af fabriek van het product;

of

MaxNOM 40 % (EXW).

Andere

VP, maar niet van oorsprong zijnde materialen van dezelfde post als het product mogen worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de EXW van het product, en waarbij de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de EXW van het product;

of

MaxNOM 40 % (EXW).

Hoofdstuk 32

Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; stopverf en mastiek; inkt

32.01-32.15

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 33

Etherische oliën en harsaroma's; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten

33.01

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

3302.10

VP, maar niet van oorsprong zijnde materialen van onderverdeling 3302.10 mogen worden gebruikt, mits de totale waarde ervan niet hoger is dan 20 % van de EXW van het product.

3302.90

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

33.03

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

33.04 -33.07

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 34

Zeep, organische tensioactieve producten, wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta's, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrand gips

34.01-34.07

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 35

Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen

35.01-35.04

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 4.

35.05

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 11.08.

35.06-35.07

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 36

Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen

36.01-36.06

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 37

Producten voor fotografie en cinematografie

37.01-37.07

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 38

Diverse producten van de chemische industrie

38.01-38.08

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

3809.10

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 11.08 en 35.05.

3809.91-3822.00

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

38.23

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

3824.10-3824.50

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

3824.60

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de onderverdelingen 2905.43 en 2905.44.

3824.71-3825.90

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

38.26

Productie waarbij biodiesel wordt verkregen door omestering, verestering of waterstofbehandeling.

AFDELING VII

KUNSTSTOF EN WERKEN DAARVAN; RUBBER EN WERKEN DAARVAN

Aantekening bij de afdeling: Zie bijlage 2, aantekening 5, voor de definities van de in deze afdeling bedoelde regels voor horizontale verwerking.

Hoofdstuk 39

Kunststof en werken daarvan

39.01-39.15

VOV;

het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

39.16-39.19

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

39.20

VOV;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

39.21-39.22

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

3923.10-3923.50

VOV;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

3923.90-3925.90

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

39.26

VOV;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 40

Rubber en werken daarvan

40.01-40.11

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

4012.11-4012.19

VOV;

of

Van een nieuw loopvlak voorzien van gebruikte banden.

4012.20-4017.00

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

AFDELING VIII

HUIDEN, VELLEN, LEDER EN PELTERIJEN, LEDERWAREN EN BONTWERK; ZADEL- EN TUIGMAKERSWERK; REISARTIKELEN, HANDTASSEN EN DERGELIJKE BERGINGSMIDDELEN; WERKEN VAN DARMEN (ANDERE DAN POIL DE MESSINE (CRIN DE FLORENCE))

Hoofdstuk 41

Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder

41.01-4104.19

VP

4104.41-4104.49

VOV, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de onderverdelingen 4104.41 tot en met 4104.49.

4105.10

VP

4105.30

VOV

4106.21

VP

4106.22

VOV

4106.31

VP

4106.32-4106.40

VOV

4106.91

VP

4106.92

VOV

41.07-41.13

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de onderverdelingen 4104.41, 4104.49, 4105.30, 4106.22, 4106.32 en 4106.92. Niet van oorsprong zijnde materialen van de onderverdelingen 4104.41, 4104.49, 4105.30, 4106.22, 4106.32 en 4106.92 mogen evenwel worden gebruikt, mits ze opnieuw worden gelooid.

4114.10

VP

4114.20

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de onderverdelingen 4104.41, 4104.49, 4105.30, 4106.22, 4106.32, 4106.92 en 4107. Niet van oorsprong zijnde materialen van de onderverdelingen 4104.41, 4104.49, 4105.30, 4106.22, 4106.32, 4106.92 en van post 41.07 mogen evenwel worden gebruikt, mits ze opnieuw worden gelooid.

41.15

VP

Hoofdstuk 42

Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en soortgelijke bergingsmiddelen; werken van darmen (andere dan poil de Messine)

42.01-42.06

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 43

Pelterijen en bontwerk; namaakbont

4301.10-4302.20

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

4302.30

VOV

43.03-43.04

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

AFDELING IX

HOUT EN HOUTWAREN; HOUTSKOOL; KURK EN KURKWAREN; VLECHTWERK EN MANDENMAKERSWERK; VLECHTWERK EN MANDENMAKERSWERK

Hoofdstuk 44

Hout en houtwaren; houtskool

44.01-44.21

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 45

Kurk en kurkwaren

45.01-45.04

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 46

Vlechtwerk en mandenmakerswerk Vlechtwerk en mandenmakerswerk

46.01-46.02

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

AFDELING X

HOUTPULP EN PULP VAN ANDERE CELLULOSEHOUDENDE VEZELSTOFFEN; PAPIER EN KARTON VOOR HET TERUGWINNEN (RESTEN EN AFVAL); PAPIER EN KARTON, ALSMEDE ARTIKELEN DAARVAN

Hoofdstuk 47

Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; papier en karton voor het terugwinnen (resten en afval)

47.01-47.07

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 48

Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren

48.01-48.23

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 49

Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie;

geschreven of getypte teksten en plannen

49.01-49.11

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

AFDELING XI

TEXTIELSTOFFEN EN TEXTIELWAREN

Aantekening bij de afdeling: Zie bijlage 2, aantekeningen 6, 7 en 8, voor de definities van de termen die worden gebruikt voor de toleranties die van toepassing zijn op bepaalde producten van textielmaterialen.

Hoofdstuk 50

Zijde

50.01-50.02

VP

50.03

 

Gekaard of gekamd:

Kaarden of kammen van afval van zijde.

Andere:

VP

50.04-50.05

Spinnen van natuurlijke vezels;

Extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met spinnen;

Extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met twijnen;

of

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

50.06

 

Garens van zijde of van afval van zijde:

Spinnen van natuurlijke vezels;

Extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met spinnen;

Extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met twijnen;

of

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

Poil de Messine (crin de Florence):

VP

50.07

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

Weven samen met verven;

Verven van het garen samen met weven;

Weven samen met bedrukken;

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 51

Wol, fijn haar en grof haar; garens en weefsels van paardenhaar (crin)

51.01-51.05

VP

51.06-51.10

Spinnen van natuurlijke vezels;

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen;

of

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

51.11-51.13

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

Weven samen met verven;

Verven van het garen samen met weven;

Weven samen met bedrukken;

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 52

Katoen

52.01-52.03

VP

52.04-52.07

Spinnen van natuurlijke vezels;

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen;

of

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

52.08-52.12

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

Weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen;

Verven van het garen samen met weven;

Weven samen met bedrukken;

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 53

Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan

53.01-53.05

VP

53.06-53.08

Spinnen van natuurlijke vezels;

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen;

of

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

53.09-53.11

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

Weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen;

Verven van het garen samen met weven;

Weven samen met bedrukken;

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 54

Synthetische of kunstmatige filamenten; strippen en artikelen van dergelijke vorm, van synthetische of kunstmatige textielstoffen

54.01-54.06

Spinnen van natuurlijke vezels;

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen;

of

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

54.07-54.08

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

Verven van het garen samen met weven;

Weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen;

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

Weven samen met bedrukken;

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 55

Synthetische of kunstmatige stapelvezels

55.01-55.07

Extrusie van synthetische of van kunstmatige vezels.

55.08-55.11

Spinnen van natuurlijke vezels;

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen;

of

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

55.12-55.16

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

Weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen;

Verven van het garen samen met weven;

Weven samen met bedrukken;

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 56

Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan

56.01

Spinnen of lijmen van natuurlijke vezels;

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen of lijmen;

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken;

of

Aanbrengen van een deklaag, aanbrengen van een flockprint, voorzien van inlagen of metalliseren samen met ten minste twee andere belangrijke voorbereidende of afwerkingsbewerkingen (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de EXW van het product.

56.02

 

Naaldgetouwvilt:

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weefselvorming; echter:

niet van oorsprong zijnde filamentgarens van polypropyleen van post 54.02,

niet van oorsprong zijnde vezels van polypropyleen van post 55.03 of post 55.06, of

niet van oorsprong zijnde kabels van filamenten van polypropyleen van post 55.01,

waarvan de titer van elk filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt tot een totale waarde van 40 % van de EXW van het product;

of

Het maken van een gebonden textielvlies alleen in geval van vilt dat uit natuurlijke vezels is gemaakt.

Andere:

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weefselvorming;

of

het maken van een gebonden textielvlies alleen in geval van ander vilt dat uit natuurlijke vezels is gemaakt.

5603.11-5603.14

Productie uit:

gerichte of willekeurig georiënteerde filamenten, of

stoffen of polymeren van natuurlijke of synthetische of kunstmatige oorsprong;

in beide gevallen gevolgd door binding aan een gebonden textielvlies.

5603.91-5603.94

Productie uit:

gerichte of willekeurig georiënteerde stapelvezels; of

versneden garens van natuurlijke of synthetische of kunstmatige oorsprong;

in beide gevallen gevolgd door binding aan een gebonden textielvlies.

5604.10

Productie uit niet-omwoelde of -omvlochten draad en koord, van rubber.

5604.90

Spinnen van natuurlijke vezels;

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen;

of

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

56.05

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels;

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen;

of

Twijnen of een mechanische bewerking samen met weven;

56.06

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen;

Twijnen samen met omwoelen;

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels;

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven.

56.07-56.09

Spinnen van natuurlijke vezels;

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen.

Hoofdstuk 57

Tapijten

Aantekening bij het hoofdstuk: Voor producten van dit hoofdstuk mag niet van oorsprong zijnd juteweefsel als rug worden gebruikt.

57.01-57.05

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met tuften;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven of met tuften;

Productie uit kokos-, sisal- of jutegarens of klassieke ringgesponnen viscosegarens;

Tuften samen met verven of met bedrukken;

Tuften of weven van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen;

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken;

of

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met niet-weeftechnieken, met inbegrip van naaldponsen.

Hoofdstuk 58

Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk

58.01-58.04

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met tuften;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven of met tuften;

Weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren;

Tuften samen met verven of met bedrukken;

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken;

Verven van het garen samen met weven;

Weven samen met bedrukken;

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking).

58.05

VP

58.06-58.09

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met tuften;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven of met tuften;

Weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren;

Tuften samen met verven of met bedrukken;

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken;

Verven van het garen samen met weven;

Weven samen met bedrukken;

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking).

58.10

Borduurwerk waarin de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van een post, met uitzondering van die van het product, niet hoger is dan 50 % van de EXW van het product.

58.11

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met tuften;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven of met tuften;

Weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren;

Tuften samen met verven of met bedrukken;

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken;

Verven van het garen samen met weven;

Weven samen met bedrukken;

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Hoofdstuk 59

Weefsels, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen; technische artikelen van textielstoffen

59.01

Weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren;

of

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken.

59.02

 

Bevattende niet meer dan 90 gewichtspercenten textielmaterialen:

Weven.

Andere:

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven.

59.03

Weven, breien of haken samen met impregneren, met het aanbrengen van een deklaag, met bekleden, met het voorzien van inlagen of met metalliseren;

Weven samen met bedrukken; of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking)

59.04

Kalanderen samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren. Niet van oorsprong zijnd juteweefsel mag als rug worden gebruikt.

of

Weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren; Niet van oorsprong zijnd juteweefsel mag als rug worden gebruikt.

59.05

 

Geïmpregneerd, bekleed of bedekt met, dan wel met inlagen van rubber, kunststoffen of andere materialen:

Weven, breien of het maken van een gebonden textielvlies samen met impregneren, met het aanbrengen van een deklaag, met bekleden, met het voorzien van inlagen of met metalliseren.

Andere:

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven;

Weven, breien of het maken van een gebonden textielvlies samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen;

Weven samen met bedrukken;

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking).

59.06

 

Brei- en haakwerk aan het stuk:

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien of met haken;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met breien of met haken;

Breien of haken samen met gummeren; of

Gummeren samen met ten minste twee andere belangrijke voorbereidende of afwerkingsbewerkingen (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de EXW van het product.

Andere weefsels, vervaardigd uit synthetische filamentgarens, bevattende meer dan 90 gewichtspercenten textielmaterialen:

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven.

Andere:

Weven, breien of een ander proces dan weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met gummeren;

Verven van het garen samen met weven, met breien of met een ander proces dan weven;

of

Gummeren samen met ten minste twee andere belangrijke voorbereidende of afwerkingsbewerkingen (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de EXW van het product.

59.07

Weven, breien of het maken van een gebonden textielvlies samen met verven, met bedrukken, met het aanbrengen van een deklaag, met impregneren of met bekleden;

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken;

of

Bedrukken (als zelfstandige bewerking).

59.08

 

Gloeikousjes, geïmpregneerd:

Productie uit rondgebreide of -gehaakte buisjes.

Andere:

VP

59.09-59.11

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven;

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven;

Weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen;

of

Aanbrengen van een deklaag, aanbrengen van een flockprint, voorzien van inlagen of metalliseren samen met ten minste twee andere belangrijke voorbereidende of afwerkingsbewerkingen (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de EXW van het product.

Hoofdstuk 60

Brei- en haakwerk aan het stuk

60.01-60.06

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien of met haken;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met breien of met haken;

Breien of haken samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met bedrukken;

Aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken;

Verven van het garen samen met breien of met haken; of

Twijnen of texturiseren samen met breien of met haken, mits de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-getwijnde of niet-getexturiseerde garens niet hoger is dan 50 % van de EXW van het product.

Hoofdstuk 61

Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk

61.01-61.17

 

Verkregen door het aaneennaaien of anderszins aaneenzetten van twee of meer stukken brei- of haakwerk die hetzij in vorm zijn gesneden hetzij direct in vorm zijn verkregen:

Breien of haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel).

Andere:

Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien of met haken;

Extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met breien of met haken; of

Breien en confectioneren in één bewerking.

Hoofdstuk 62

Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk

62.01

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.02

 

Geborduurd:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de EXW van het product;

Andere:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.03

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.04

 

Geborduurd:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de EXW van het product.

Andere:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.05

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.06

 

Geborduurd:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de EXW van het product.

Andere:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.07-62.08

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.09

 

Geborduurd:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de EXW van het product.

Andere:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.10

 

Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Aanbrengen van een deklaag of het voorzien van inlagen samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde weefsel zonder deklaag of zonder inlagen niet hoger is dan 40 % van de EXW van het product.

Andere:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.11

 

Kleding voor dames of voor meisjes, geborduurd:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de EXW van het product.

Andere:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.12

 

Brei- of haakwerk verkregen door het aaneennaaien of anderszins aaneenzetten van twee of meer stukken brei- of haakwerk die hetzij in vorm zijn gesneden hetzij direct in vorm zijn verkregen:

Breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Andere:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.13-62.14

 

Geborduurd:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

Productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de EXW van het product.

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Andere:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.15

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.16

 

Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Aanbrengen van een deklaag of het voorzien van inlagen samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde weefsel zonder deklaag of zonder inlagen niet hoger is dan 40 % van de EXW van het product.

Andere:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

62.17

 

Geborduurd:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

Productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de EXW van het product.

of

Confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking).

Vuurbestendige uitrustingen van weefsel bedekt met een folie van met aluminium verbonden polyester:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Aanbrengen van een deklaag of het voorzien van inlagen samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde weefsel zonder deklaag of zonder inlagen niet hoger is dan 40 % van de EXW van het product.

Tussenvoeringen voor kragen en omslagen, uitgesneden:

VP, mits de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 40 % van de EXW van het product.

Andere:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel).

Hoofdstuk 63

Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden

63.01-63.04

 

Van vilt of van gebonden textielvlies:

Maken van een gebonden textielvlies samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel).

Andere:

Geborduurd:

Weven, breien of haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel);

of

Productie uit niet-geborduurd weefsel (ander dan van brei- of haakwerk), mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de EXW van het product.

Andere:

Weven, breien of haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel).

63.05

Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels of het spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met breien en confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel).

63.06

 

Van gebonden textielvlies:

Maken van een gebonden textielvlies samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel).

Andere:

Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel).

63.07

MaxNOM 40 % (EXW).

63.08

Elk onderdeel van het stel of het assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen; niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van ten hoogste 15 % van de EXW van het stel of het assortiment.

63.09-63.10

VP

AFDELING XII

SCHOEISEL, HOOFDDEKSELS, PARAPLU'S, PARASOLS, WANDELSTOKKEN, ZITSTOKKEN, ZWEPEN, RIJZWEPEN, ALSMEDE DELEN DAARVAN; GEPREPAREERDE VEREN EN ARTIKELEN VAN VEREN; KUNSTBLOEMEN; WERKEN VAN MENSENHAAR

Hoofdstuk 64

Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen; delen daarvan

64.01-64.05

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool of met andere binnendelen van post 64.06.

64.06

VP

Hoofdstuk 65

Hoofddeksels en delen daarvan

65.01-65.07

VP

Hoofdstuk 66

Paraplu's, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan

66.01-66.03

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 67

Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar

67.01-67.04

VP

AFDELING XIII

WERKEN VAN STEEN, VAN GIPS, VAN CEMENT, VAN ASBEST, VAN MICA EN VAN DERGELIJKE STOFFEN; KERAMISCHE PRODUCTEN; GLAS EN GLASWERK

Hoofdstuk 68

Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen

68.01-68.15

VP;

of

MaxNOM 70 % (EXW).

Hoofdstuk 69

Keramische producten

69.01-69.14

VP

Hoofdstuk 70

Glas en glaswerk

70.01-70.09

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

70.10

VP

70.11

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

70.13

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 70.10.

70.14-70.20

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

AFDELING XIV

ECHTE EN GEKWEEKTE PARELS, EDELSTENEN EN HALFEDELSTENEN, EDELE METALEN EN METALEN GEPLATEERD MET EDELE METALEN, ALSMEDE WERKEN DAARVAN; FANCYBIJOUTERIEËN; MUNTEN

Hoofdstuk 71

Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten

71.01-71.05

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

71.06

 

Onbewerkt:

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10;

Fusie of legering van niet van oorsprong zijnde edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10 onderling of met onedele metalen, of zuivering;

of

Fusie of legering van niet van oorsprong zijnde edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10 onderling of met onedele metalen, of zuivering.

Halfbewerkt of in poedervorm:

Productie uit niet van oorsprong zijnde onbewerkte edele metalen.

71.07

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

71.08

 

Onbewerkt:

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10;

Fusie of legering van niet van oorsprong zijnde edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10 onderling of met onedele metalen, of zuivering;

of

Fusie of legering van niet van oorsprong zijnde edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10 onderling of met onedele metalen, of zuivering.

Halfbewerkt of in poedervorm:

Productie uit niet van oorsprong zijnde onbewerkte edele metalen.

71.09

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

71.10

 

Onbewerkt:

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10;

Fusie of legering van niet van oorsprong zijnde edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10 onderling of met onedele metalen, of zuivering;

of

Fusie of legering van niet van oorsprong zijnde edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10 onderling of met onedele metalen, of zuivering.

Halfbewerkt of in poedervorm:

Productie uit niet van oorsprong zijnde onbewerkte edele metalen.

71.11

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

71.12-71.18

VP

AFDELING XV

ONEDELE METALEN EN WERKEN DAARVAN

Hoofdstuk 72

IJzer en staal

72.01-72.06

VP

72.07

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 72.06.

72.08-72.17

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 72.08 tot en met 72.17.

72.18

VP

72.19-72.23

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 72.19 tot en met 72.23.

72.24

VP

72.25-72.29

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 72.25 tot en met 72.29.

Hoofdstuk 73

Werken van gietijzer, van ijzer en van staal

7301.10

VH, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 72.08 tot en met 72.17.

7301.20

VP

73.02

VH, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 72.08 tot en met 72.17.

73.03

VP

73.04-73.06

VH, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 72.13 tot en met 72.17, 72.21, 72.22, 72.23 en 72.25 tot en met 72.29.

73.07

 

Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van roestvrij staal

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde gesmede onbewerkte stukken; niet van oorsprong zijnde gesmede onbewerkte stukken mogen evenwel worden gebruikt, mits de waarde ervan niet hoger is dan 50 % van de EXW van het product.

Andere:

VP

73.08

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van onderverdeling 7301.20.

7309.00-7315.19

VP

7315.20

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

7315.81-7326.90

VP

Hoofdstuk 74

Koper en werken van koper

74.01-74.02

VP

74.03

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

74.04-74.07

VP

74.08

VP en MaxNOM 50 % (EXW).

74.09-74.19

VP

Hoofdstuk 75

Nikkel en werken van nikkel

75.01

VP

75.02

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

75.03-75.08

VP

Hoofdstuk 76

Aluminium en werken van aluminium

76.01

VP en MaxNOM 50 % (EXW);

of

Thermische of elektrolytische behandeling, uit niet-gelegeerd aluminium of uit resten en afval van aluminium.

76.02

VP

76.03-76.16

VP en MaxNOM 50 % (EXW) (3).

Hoofdstuk 78

Lood en werken van lood

7801.10

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

7801.91-7806.00

VP

Hoofdstuk 79

Zink en werken van zink

79.01-79.07

VP

Hoofdstuk 80

Tin en werken van tin

80.01-80.07

VP

Hoofdstuk 81

Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen

81.01-81.13

Productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een post.

Hoofdstuk 82

Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal

8201.10-8205.70

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

8205.90

VP, maar niet van oorsprong zijnd gereedschap van post 82.05 mag in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van 15 % van de EXW van het stel of het assortiment.

82.06

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 82.02 tot en met 82.05; niet van oorsprong zijnd gereedschap van de posten 82.02 tot en met 82.05 mag evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van 15 % van de EXW van het stel of het assortiment.

82.07-82.15

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 83

Allerlei werken van onedele metalen

83.01-83.11

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

AFDELING XVI

MACHINES, TOESTELLEN EN ELEKTROTECHNISCH MATERIEEL, ALSMEDE DELEN DAARVAN; TOESTELLEN VOOR HET OPNEMEN OF HET WEERGEVEN VAN GELUID, VOOR HET OPNEMEN OF HET WEERGEVEN VAN BEELDEN EN GELUID VOOR TELEVISIE, ALSMEDE DELEN EN TOEBEHOREN VAN DIE TOESTELLEN

Hoofdstuk 84

Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen; delen daarvan

84.01-84.06

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.07-84.08

MaxNOM 50 % (EXW).

84.09-84.12

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

8413.11-8415.10

VOV;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

8415.20

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

8415.81-8415.90

VOV;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.16-84.20

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.21

VOV;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.22-84.24

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.25-84.30

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 84.31;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.31-84.43

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.44-84.47

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 84.48;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.48-84.55

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.56-84.65

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 84.66;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.66-84.68

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.70-84.72

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 84.73;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.73-84.78

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

8479.10-8479.40

VOV;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

8479.50

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

8479.60-8479.82

VOV;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

8479.89

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

8479.90

VOV;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.80

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.81

VOV;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

84.82-84.87

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 85

Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen

85.01-85.02

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 85.03;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

85.03-85.06

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

85.07

 

Accu's bevattende een of meer batterijcellen of batterijmodules, en het schakelsysteem voor het onderling verbinden van de batterijcellen of batterijmodules,

vaak "battery packs" genoemd, van de soort gebruikt als primaire elektrische energiebron voor de aandrijving van voertuigen van de posten 87.02, 87.03 en 87.04

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde kathodematerialen;

of

MaxNOM 30 % (EXW) (4).

Batterijcellen, batterijmodules en delen daarvan, bedoeld om te worden opgenomen in een elektrische accu van de soort gebruikt als primaire elektrische energiebron voor de aandrijving van voertuigen van de posten 87.02, 87.03 en 87.04

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde kathodematerialen;

of

MaxNOM 35 % (EXW) (5).

andere

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

85.08-85.18

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

85.19-85.21

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 85.22;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

85.22-85.23

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

85.25-85.27

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 85.29;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

85.28-85.34

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

85.35-85.37

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 85.38;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

8538.10-8541.90

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

8542.31-8542.39

VP;

Toepassen van een diffusie op niet van oorsprong zijnde materialen;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

8542.90-8543.90

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

85.44-85.48

MaxNOM 50 % (EXW).

AFDELING XVII

VERVOERMATERIEEL

Hoofdstuk 86

Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; vast materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede elementen en delen daarvan; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer

86.01-86.09

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 86.07;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 87

Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan

87.01

MaxNOM 45 % (EXW).

87.02-87.04

 

voertuigen met zowel een zuigermotor als een elektromotor als aandrijfmotoren, die kunnen worden opgeladen door middel van het aansluiten op een externe elektrische energiebron ("plug-in hybride");

andere voertuigen, met enkel een elektromotor voor aandrijving

MaxNOM 45 % (EXW) en battery packs van post 85.07 van de soort gebruikt als primaire energiebron voor de aandrijving van het voertuig moeten van oorsprong zijn (6).

andere

MaxNOM 45 % (EXW) (7).

87.05-87.07

MaxNOM 45 % (EXW).

87.08-87.11

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

87.12

MaxNOM 45 % (EXW).

87.13-87.16

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 88

Luchtvaart en ruimtevaart

88.01-88.05

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 89

Scheepvaart

89.01-89.08

VH;

of

MaxNOM 40 % (EXW).

AFDELING XVIII

OPTISCHE INSTRUMENTEN, APPARATEN EN TOESTELLEN; INSTRUMENTEN, APPARATEN EN TOESTELLEN, VOOR DE FOTOGRAFIE EN DE CINEMATOGRAFIE; MEET-, VERIFICATIE-, CONTROLE- EN PRECISIE-INSTRUMENTEN, -APPARATEN EN -TOESTELLEN; MEDISCHE EN CHIRURGISCHE INSTRUMENTEN, APPARATEN EN TOESTELLEN; UURWERKEN; MUZIEKINSTRUMENTEN; DELEN EN TOEBEHOREN DAARVAN

Hoofdstuk 90

Instrumenten, apparaten en toestellen voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren daarvan

9001.10-9001.40

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

9001.50

VP;

Bewerken van het oppervlak van een halfafgewerkte lens tot een afgewerkt brillenglas met optische correctie, bedoeld om op een bril te worden gemonteerd;

Aanbrengen van een deklaag op de lens door middel van passende behandelingen teneinde het gezichtsvermogen te verbeteren en de bescherming van de drager te waarborgen;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

9001.90-9033.00

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 91

Uurwerken

91.01-91.14

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 92

Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten

92.01-92.09

MaxNOM 50 % (EXW).

AFDELING XIX

WAPENS EN MUNITIE; DELEN EN TOEBEHOREN DAARVAN

Hoofdstuk 93

Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan

93.01-93.07

MaxNOM 50 % (EXW).

AFDELING XX

DIVERSE WERKEN

Hoofdstuk 94

Meubelen; artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken

94.01-94.06

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 95

Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan

95.03-95.08

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

Hoofdstuk 96

Diverse goederen en producten

96.01-96.04

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

96.05

Elk onderdeel van het stel of het assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van ten hoogste 15 % van de EXW van het stel of het assortiment.

96.06-9608.40

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

9608.50

Elk onderdeel van het stel of het assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van ten hoogste 15 % van de EXW van het stel of het assortiment.

9608.60-96.20

VP;

of

MaxNOM 50 % (EXW).

AFDELING XXI

KUNSTVOORWERPEN, VOORWERPEN VOOR VERZAMELINGEN EN ANTIQUITEITEN

Hoofdstuk 97

Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten

97.01-97.06

VP


(1)  Bereidingen en conserven van tonijn, van boniet en van bonito (Sarda spp.), geheel of in stukken (doch niet fijngemaakt), ingedeeld onder onderverdeling 1604.14, kunnen binnen de jaarquota zoals vermeld in bijlage 4, in het kader van alternatieve productspecifieke oorsprongsregels worden beschouwd als zijnde van oorsprong.

(2)  Bereidingen en conserven van tonijn, van boniet en van andere vis van het geslacht Euthynnus (andere dan geheel of in stukken), ingedeeld onder onderverdeling 1604.20, kunnen binnen de jaarquota zoals vermeld in bijlage 4, in het kader van alternatieve productspecifieke oorsprongsregels worden beschouwd als zijnde van oorsprong.

(3)  Bepaalde aluminiumproducten kunnen worden beschouwd als zijnde van oorsprong wanneer alternatieve productspecifieke oorsprongsregels met jaarlijkse contingenten van toepassing zijn, als gespecificeerd in bijlage 4.

(4)  Voor de periode vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst tot en met 31 december 2026 zijn alternatieve productspecifieke oorsprongsregels van toepassing, zoals gespecificeerd in bijlage 5.

(5)  Voor de periode vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst tot en met 31 december 2026 zijn alternatieve productspecifieke oorsprongsregels van toepassing, zoals gespecificeerd in bijlage 5.

(6)  Voor de periode vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst tot en met 31 december 2026 zijn alternatieve productspecifieke oorsprongsregels van toepassing, zoals gespecificeerd in bijlage 5.

(7)  Voor hybride voertuigen met zowel een interne verbrandingsmotor als een elektromotor als aandrijfmotoren, andere dan die kunnen worden opgeladen door middel van het aansluiten op een externe elektrische energiebron, gelden voor de periode vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst tot en met 31 december 2026 alternatieve productspecifieke oorsprongsregels, zoals gespecificeerd in bijlage 5.


BIJLAGE 4

OORSPRONGSCONTINGENTEN EN ALTERNATIEVEN VOOR DE PRODUCTSPECIFIEKE OORSPRONGSREGELS IN BIJLAGE 3

Gemeenschappelijke bepalingen

1.

Voor de in de onderstaande tabellen vermelde producten zijn, binnen de grenzen van het toepasselijke jaarlijkse contingent, de overeenkomstige oorsprongsregels alternatieven voor die van bijlage 3.

2.

Een op grond van deze bijlage opgesteld attest van oorsprong bevat de volgende verklaring in het Engels: "Oorsprongscontingenten - Product van oorsprong in overeenstemming met bijlage 4"

3.

In de Unie worden alle in deze bijlage bedoelde hoeveelheden bijgehouden door de Europese Commissie, die alle administratieve maatregelen neemt die zij dienstig acht voor een doelmatig beheer ervan in het kader van de toepasselijke wetgeving van de Unie.

4.

In het Verenigd Koninkrijk worden alle in deze bijlage bedoelde hoeveelheden bijgehouden door zijn douaneautoriteit, die alle administratieve maatregelen neemt die zij dienstig acht voor een doelmatig beheer ervan in het kader van de toepasselijke wetgeving van het Verenigd Koninkrijk.

5.

De Partij van invoer beheert de oorsprongscontingenten volgens het principe "wie het eerst komt, het eerst maalt" en berekent op basis van de invoer van die Partij hoeveel producten in het kader van die oorsprongscontingenten zijn binnengekomen.

AFDELING 1

Jaarlijkse contingenten voor tonijn in blik

Indeling op basis van het geharmoniseerd systeem (2017)

Productomschrijving

Alternatieve productspecifieke regel

Jaarlijks contingent voor uitvoer uit de Unie naar het Verenigd Koninkrijk

(nettogewicht)

Jaarlijks contingent voor uitvoer uit het Verenigd Koninkrijk naar de Unie

(nettogewicht)

1604.14

Bereidingen en conserven van tonijn, boniet en bonito (Sarda spp.), geheel of in stukken (doch niet fijngemaakt)

VH

3 000  ton

3 000  ton

1604.20

Andere bereidingen en conserven van vis

 

Van tonijn, van boniet en van andere vis van het geslacht Euthynnus (andere dan geheel of in stukken)

VH

4 000  ton

4 000  ton

Van andere vissoorten

-

-

-

AFDELING 2

Jaarlijkse contingenten voor aluminiumproducten (1)

Tabel 1

Contingenten van toepassing van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023

Indeling op basis van het geharmoniseerd systeem (2017)

Productomschrijving

Alternatieve productspecifieke regel

Jaarlijks contingent voor uitvoer uit de Unie naar het Verenigd Koninkrijk

(nettogewicht)

Jaarlijks contingent voor uitvoer uit het Verenigd Koninkrijk naar de Unie

(nettogewicht)

76.03, 76.04, 76.06, 76.08-76.16

Aluminiumproducten en werken van aluminium (andere dan draad van aluminium en bladaluminium)

VP

95 000  ton

95 000  ton

76.05

Draad van aluminium

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 76.04

76.07

Bladaluminium

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 76.06

 

Tabel 2

Contingenten van toepassing van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026

Indeling op basis van het geharmoniseerd systeem (2017)

Productomschrijving

Alternatieve productspecifieke regel

Jaarlijks contingent voor uitvoer uit de Unie naar het Verenigd Koninkrijk

(nettogewicht)

Jaarlijks contingent voor uitvoer uit het Verenigd Koninkrijk naar de Unie

(nettogewicht)

76.03, 76.04, 76.06, 76.08-76.16

Aluminiumproducten en werken van aluminium (andere dan draad van aluminium en bladaluminium)

VP

72 000  ton

72 000  ton

76.05

Draad van aluminium

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 76.04

76.07

Bladaluminium

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 76.06

 

Tabel 3

Contingenten van toepassing vanaf 1 januari 2027

Indeling op basis van het geharmoniseerd systeem (2017)

Productomschrijving

Alternatieve productspecifieke regel

Jaarlijks contingent voor uitvoer uit de Unie naar het Verenigd Koninkrijk

(nettogewicht)

Jaarlijks contingent voor uitvoer uit het Verenigd Koninkrijk naar de Unie

(nettogewicht)

76.04

Staven en profielen, van aluminium

VP

57 500  ton

57 500  ton

76.06

Platen, bladen en strippen, van aluminium, met een dikte van meer dan 0,2 mm

VP

76.07

Bladaluminium

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde materialen van post 76.06

Herziening van de contingenten voor aluminiumproducten in tabel 3 in afdeling 2

1.

Op zijn vroegst vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst en op zijn vroegst vijf jaar na de afronding van een in dit lid bedoelde evaluatie verricht het Comité Handelspartnerschap op verzoek van een Partij en bijgestaan door het Gespecialiseerd Handelscomité voor douanesamenwerking en oorsprongsregels een evaluatie van de aluminiumcontingenten van afdeling 2, tabel 3.

2.

De in punt 1 bedoelde evaluatie berust op beschikbare informatie over de marktomstandigheden in beide Partijen en op informatie over hun invoer en uitvoer van de desbetreffende producten.

3.

Op basis van het resultaat van een evaluatie op grond van punt 1 kan de Partnerschapsraad een besluit tot verhoging of handhaving van de hoeveelheid, tot wijziging van de reikwijdte of tot verdeling of wijziging van de verdeling over de producten aannemen voor de aluminiumcontingenten van afdeling 2, tabel 3.


(1)  In elke tabel van afdeling 2 zijn de totale contingenthoeveelheden vermeld die voor alle in die tabel genoemde producten tezamen beschikbaar zijn (respectievelijk voor uitvoer uit de Unie naar het Verenigd Koninkrijk en voor uitvoer uit het Verenigd Koninkrijk naar de Unie).


BIJLAGE 5

PRODUCTSPECIFIEKE REGELS VOOR ELEKTRISCHE ACCU'S EN ELEKTRISCHE VOERTUIGEN IN DE OVERGANGSPERIODE

AFDELING 1

Voorlopige productspecifieke regels die van toepassing zijn vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst tot en met 31 december 2026

Voor de in kolom 1 hieronder vermelde producten is de in kolom 2 vermelde productspecifieke regel van toepassing voor de periode vanaf de inerkingtreding van deze overeenkomst tot en met 31 december 2026.

Kolom 1

Indeling op basis van het geharmoniseerd systeem (2017), inclusief specifieke beschrijving

Kolom 2

Productspecifieke oorsprongsregel die van toepassing is vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst tot en met 31 december 2026

85.07

 

Accu’s bevattende een of meer batterijcellen of batterijmodules, en het schakelsysteem voor het onderling verbinden van de batterijcellen of batterijmodules, vaak “battery packs” genoemd, van de soort gebruikt als primaire elektrische energiebron voor de aandrijving van voertuigen van de posten 87.02, 87.03 en 87.04

VOV

Assemblage van “battery packs” uit niet van oorsprong zijnde batterijcellen of batterijmodules

of

MaxNOM 70 % (EXW)

Batterijcellen, batterijmodules en delen daarvan, bedoeld om te worden opgenomen in een elektrische accu van de soort gebruikt als primaire elektrische energiebron voor de aandrijving van voertuigen van de posten 87.02, 87.03 en 87.04

VP

of

MaxNOM 70 % (EXW)

87.02-87.04

 

voertuigen met zowel een interne verbrandingsmotor als een elektromotor als aandrijfmotoren, andere dan die kunnen worden opgeladen door middel van het aansluiten op een externe elektrische energiebron (“hybride”)

voertuigen met zowel een zuigermotor als een elektromotor als aandrijfmotoren, die kunnen worden opgeladen door middel van het aansluiten op een externe elektrische energiebron (“plug-in hybride”)

andere voertuigen, met enkel een elektromotor voor aandrijving

MaxNOM 60 % (EXW)

AFDELING 2

Voorlopige productspecifieke regels die van toepassing zijn van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026.

 

1.

Voor de in kolom 1 hieronder vermelde producten is de in kolom 2 vermelde productspecifieke regel van toepassing voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026.

Kolom 1

Indeling op basis van het geharmoniseerd systeem (2017), inclusief specifieke beschrijving

Kolom 2

Productspecifieke oorsprongsregel die van toepassing is van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026

85.07

 

Accu's bevattende een of meer batterijcellen of batterijmodules, en het schakelsysteem voor het onderling verbinden van de batterijcellen of batterijmodules, vaak "battery packs" genoemd, van de soort gebruikt als primaire elektrische energiebron voor de aandrijving van voertuigen van de posten 87.02, 87.03 en 87.04

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde kathodematerialen;

of

MaxNOM 40 % (EXW)

Batterijcellen, batterijmodules en delen daarvan, bedoeld om te worden opgenomen in een elektrische accu van de soort gebruikt als primaire elektrische energiebron voor de aandrijving van voertuigen van de posten 87.02, 87.03 en 87.04

VP, met uitzondering van niet van oorsprong zijnde kathodematerialen;

of

MaxNOM 50 % (EXW)

87.02-87.04

 

voertuigen met zowel een interne verbrandingsmotor als een elektromotor als aandrijfmotoren, andere dan die kunnen worden opgeladen door middel van het aansluiten op een externe elektrische energiebron ("hybride");

voertuigen met zowel een zuigermotor als een elektromotor als aandrijfmotoren, die kunnen worden opgeladen door middel van het aansluiten op een externe elektrische energiebron ("plug-in hybride");

andere voertuigen, met enkel een elektromotor voor aandrijving

MaxNOM 55 % (EXW)

AFDELING 3

Evaluatie van de productspecifieke regels voor post 85.07

 

1.

Op zijn vroegst vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst verricht het Comité voor het Handelspartnerschap op verzoek van een Partij en bijgestaan door het Gespecialiseerd Handelscomité voor douanesamenwerking en oorsprongsregels een evaluatie van de in bijlage 3 opgenomen productspecifieke regels voor post 85.07 die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2027.
 

2.

De in lid 1 bedoelde evaluatie wordt verricht op basis van de beschikbare informatie over de markten in de Partijen, zoals de beschikbaarheid van voldoende geschikte materialen van oorsprong, het evenwicht tussen vraag en aanbod en andere relevante informatie.
 

3.

Op basis van de resultaten van de op grond van lid 1 verrichte evaluatie kan de Partnerschapsraad een besluit vaststellen tot wijziging van de in bijlage 3 opgenomen productspecifieke regels voor post 85.07 die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2027.

BIJLAGE 6

LEVERANCIERSVERKLARING

1.   

Een leveranciersverklaring dient de in deze bijlage opgenomen inhoud te hebben.

2.   

Behalve in de in punt 3 bedoelde gevallen stelt de leverancier voor elke zending producten een leveranciersverklaring op in de vorm omschreven in aanhangsel 6-A, die wordt gevoegd bij de factuur of bij een ander document waarin de betrokken producten voldoende nauwkeurig zijn omschreven om te kunnen worden geïdentificeerd.

3.   

Wanneer een leverancier een bepaalde afnemer regelmatig producten toezendt waarvan de productie in een Partij naar verwachting gedurende een periode constant zal blijven, mag die leverancier één enkele leveranciersverklaring opstellen (hierna de "langlopende leveranciersverklaring", elders ook "leveranciersverklaring voor herhaald gebruik") ter dekking van opeenvolgende zendingen van deze producten. Een langlopende leveranciersverklaring is gewoonlijk twee jaar geldig vanaf de datum van opstelling. De douaneautoriteiten van de Partij waar de verklaring wordt opgesteld, kunnen de voorwaarden vaststellen waaronder verklaringen met een langere geldigheidsduur mogen worden opgesteld. De langlopende leveranciersverklaring wordt door de leverancier opgesteld in de in aanhangsel 6-B omschreven vorm en daarin worden betrokken producten voldoende nauwkeurig omschreven om te kunnen worden geïdentificeerd. Indien de langlopende leveranciersverklaring niet langer van toepassing is op de geleverde producten, stelt de leverancier de afnemer daar onmiddellijk van in kennis.

4.   

De leverancier die een verklaring opstelt, moet op verzoek van de douaneautoriteiten van de Partij waar de verklaring is opgesteld, steeds de nodige documenten kunnen voorleggen waaruit blijkt dat de gegevens in zijn verklaring juist zijn.

Aanhangsel 6-A

LEVERANCIERSVERKLARING

Bij het opstellen van de leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen.

LEVERANCIERSVERKLARING

Ondergetekende, leverancier van de goederen waarop het bijgevoegde document betrekking heeft, verklaart dat:

1.

De volgende materialen die niet van oorsprong zijn uit [naam van de desbetreffende Partij], zijn bij de vervaardiging van deze producten in [naam van de desbetreffende Partij] gebruikt:

Omschrijving van de geleverde producten (1)

Omschrijving van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen

GS-post van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn (2)

Waarde van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen (2)(3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale waarde

 

2.

Alle andere materialen die bij de vervaardiging van deze producten [naam van de desbetreffende Partij] zijn gebruikt, zijn van oorsprong uit [naam van de desbetreffende Partij].

Ondergetekende verbindt zich ertoe alle aanvullende bewijsstukken over te leggen die noodzakelijk worden geacht.

… (plaats en datum)

… (naam en functie van de ondergetekende, naam en adres van de onderneming)

… (Handtekening) (6)

Aanhangsel 6-B

LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING

Zie keerzijde voor de tekst van de langlopende leveranciersverklaring. Men lette op de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen.

LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING

Ondergetekende, leverancier van de goederen waarop het bijgevoegde document betrekking heeft en die regelmatig geleverd worden aan (4) …, verklaart dat:

1.

De volgende materialen die niet van oorsprong zijn uit [naam van de desbetreffende Partij], zijn bij de vervaardiging van deze producten in [naam van de desbetreffende Partij] gebruikt:

Omschrijving van de geleverde producten (1)

Omschrijving van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen

GS-post van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn (2)

Waarde van de gebruikte niet-oorsprongsmaterialen (2)(3)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totale waarde

 

2.

Alle andere materialen die bij de vervaardiging van deze producten [naam van de desbetreffende Partij] zijn gebruikt, zijn van oorsprong uit een Partij [naam van de desbetreffende Partij].

Deze verklaring is geldig voor alle toekomstige zendingen van deze producten die worden verzonden

van … naar … (5)

Ondergetekende verbindt zich ertoe … (4) onmiddellijk in kennis te stellen indien deze verklaring niet langer geldig is.

… (plaats en datum)

(naam en functie van de ondergetekende, naam en adres van de onderneming)

… (Handtekening)(6)

Voetnoten

(1)

Indien de factuur of een ander document dat bij de verklaring is gevoegd, op verschillende soorten producten betrekking heeft of op producten waarin niet in dezelfde mate niet van oorsprong zijnde materialen zijn verwerkt, moet de leverancier dat duidelijk aangeven.

(2)

De gevraagde informatie hoeft alleen te worden verstrekt als die noodzakelijk is.

Voorbeelden:

Een van de regels voor kledingstukken van hoofdstuk 62 gaat over "Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel)". Indien een producent van dergelijke kledingstukken in een Partij weefsels uit de andere Partij invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in de laatstgenoemde Partij verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij behoeft daarbij niet de GS-post en de waarde van het garen te vermelden.

Een producent van ijzerdraad van GS-post 72.17 die dat ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom "ijzeren staven" in te vullen. Wanneer dat draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet van oorsprong zijnde materialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.

(3)

"waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen: de waarde van de bij de productie van het product gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen, te weten de douanewaarde ervan op het moment van invoer, inclusief de vervoerskosten, eventuele verzekeringskosten, verpakkingskosten en alle andere kosten die gemaakt zijn bij het vervoer van de materialen naar de haven van invoer in de Partij waar de producent van het product is gevestigd; indien de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, wordt de eerste controleerbare prijs gebruikt die in de Unie of in het Verenigd Koninkrijk voor de niet van oorsprong zijnde materialen is betaald.

(4)

Naam en adres van de afnemer

(5)

Datums vermelden

(6)

Dit veld kan waar passend een elektronische handtekening, een gescande afbeelding of een andere visuele voorstelling van de handgeschreven handtekening van de ondertekenaar bevatten in plaats van originele handtekeningen.

BIJLAGE 7

TEKST VAN HET ATTEST VAN OORSPRONG

Het in artikel 56 van deze overeenkomst bedoelde attest van oorsprong wordt opgesteld in een van de onderstaande taalversies overeenkomstig de wet- en regelgeving van de Partij van uitvoer. Indien het attest van oorsprong met de hand wordt geschreven, geschiedt dat met inkt en in blokletters. Bij de opstelling van het attest van oorsprong worden de respectieve voetnoten in acht genomen. De voetnoten behoeven niet in de verklaring te worden overgenomen.

Bulgaarse versie

Kroatische versie

Tsjechische versie

Deense versie

Nederlandse versie

Engelse versie

Estse versie

Finse versie

Franse versie

Duitse versie

Griekse versie

Hongaarse versie

Italiaanse versie

Letse versie

Litouwse versie

Maltese versie

Poolse versie

Portugese versie

Roemeense versie

Slowaakse versie

Sloveense versie

Spaanse versie

Zweedse versie

(Periode: van___________ tot en met __________(1))

De exporteur van de producten waarop dit document van toepassing is (referentienr. exporteur…(2)), verklaart dat, tenzij indien uitdrukkelijk anders vermeld, deze producten van preferentiële oorsprong uit … (3) zijn.

(4)

(Plaats en datum)

(Naam van de exporteur)

(1)

Wanneer het attest van oorsprong wordt opgesteld voor meerdere zendingen van dezelfde producten van oorsprong in de zin van artikel 56, lid 4, punt b) van deze overeenkomst: de periode gedurende welke het attest van oorsprong van toepassing dient te zijn. Die periode mag niet meer dan 12 maanden bedragen. Alle producten moeten binnen de aangegeven periode worden ingevoerd. Dit veld mag leeg blijven indien een periode niet van toepassing is.

(2)

Vermeld het referentienummer aan de hand waarvan de exporteur kan worden geïdentificeerd. Voor de exporteurs van de Unie is dit het overeenkomstig de wet- en regelgeving van de Unie toegewezen nummer. Voor de exporteurs van het Verenigd Koninkrijk is dit het overeenkomstig de wet- en regelgeving in het Verenigd Koninkrijk toegewezen nummer. Wanneer de exporteur geen nummer heeft, mag dit veld leeg blijven.

(3)

Vermeld de oorsprong van het product: het Verenigd Koninkrijk of de Unie.

(4)

Plaats en datum kunnen achterwege blijven indien de informatie op het document zelf is aangegeven.

BIJLAGE 8

GEZAMENLIJKE VERKLARING BETREFFENDE HET VORSTENDOM ANDORRA

1.   

Producten van oorsprong uit het Vorstendom Andorra die vallen onder de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem worden door het Verenigd Koninkrijk aanvaard als producten van oorsprong uit de Unie in de zin van deze overeenkomst.

2.   

Punt 1 is alleen van toepassing indien het Vorstendom Andorra – krachtens de bij Besluit 90/680/EEG van de Raad van 26 november 1990 betreffende het sluiten van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Prinsdom Andorra opgerichte douane-unie – op producten van oorsprong uit het Verenigd Koninkrijk dezelfde preferentiële tariefbehandeling toepast als die welke door de Unie op dergelijke producten wordt toegepast.

3.   

Voor het bepalen van de oorsprongsstatus van producten als bedoeld in punt 1 van deze gezamenlijke verklaring, is deel twee, rubriek een, titel I, hoofdstuk twee, van deze overeenkomst mutatis mutandis van toepassing.


BIJLAGE 9

GEZAMENLIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE REPUBLIEK SAN MARINO

1.   

Producten van oorsprong uit de Republiek San Marino worden door het Verenigd Koninkrijk aanvaard als producten van oorsprong uit de Unie in de zin van deze overeenkomst.

2.   

Punt 1 is alleen van toepassing indien de Republiek San Marino – krachtens de op 16 december 1991 in Brussel ondertekende Overeenkomst tot instelling van een douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek San Marino – op producten van oorsprong uit het Verenigd Koninkrijk dezelfde preferentiële tariefbehandeling toepast als die welke door de Unie op dergelijke producten wordt toegepast.

3.   

Voor het bepalen van de oorsprongsstatus van producten als bedoeld in punt 1 van deze gezamenlijke verklaring, is deel twee, rubriek een, titel I, hoofdstuk twee, van deze overeenkomst mutatis mutandis van toepassing.

Deze pagina delen:

Snelle links