Goederenverzekering

In deze rubriek vindt u gedetailleerde informatie over verzekeringen voor verschillende soorten vervoer.

Wanneer goederen internationaal worden verhandeld, is verzekering een belangrijk aspect van het vervoer van goederen. Goederen zijn blootgesteld aan zowel gewone als buitengewone risico's. Gewone risico's hebben betrekking op het hanteren, opslaan, laden of vervoeren van goederen, terwijl buitengewone risico's rellen, stakingen, terrorisme, enz. kunnen omvatten.

Verzekeringsdocumentatie is belangrijk voor de inklaring. De volgende paragraaf geeft meer details over de verschillende soorten verzekeringen documentatie, afhankelijk van het type vervoer.

 

Vrachtverzekering is een overeenkomst om goederen te beschermen tegen verlies of schade veroorzaakt door een risico dat door de polis wordt gedekt. Een verzekeringsfactuur is meestal alleen vereist voor inklaring als de relevante gegevens niet op de handelsfactuur staan.

Er is een verschil tussen vrachtverzekering en de aansprakelijkheidsverzekering van de vervoerder. Met een vrachtverzekering zijn de gedekte risico's en de vaste vergoeding van het contract aan het exporterende bedrijf of individu.

Aan de andere kant is de aansprakelijkheidsverzekering van de vervoerder onderworpen aan andere regels. Afhankelijk van het vervoermiddel wordt de vergoeding beperkt door het gewicht en de waarde van de goederen.

De standaardomvang van de aansprakelijkheid van de vervoerder is vastgelegd in de volgende internationale verdragen.

Wegvervoer

Het internationale goederenvervoer over de weg wordt geregeld door het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR-Verdrag), ondertekend te Genève in 1956.

Krachtens dit verdrag zijn wegvervoerders niet aansprakelijk voor verlies of beschadiging van de goederen indien zij kunnen aantonen dat het verlies of de beschadiging is veroorzaakt door:

  • het (de) eigen gebrek(en) van de goederen
  • overmacht (onvoorziene omstandigheden)
  • fout van de lader of de geadresseerde.

Er is geen verordening van de Europese Unie inzake compensatie voor wegvervoer.

Spoorvervoerders

Het internationale goederenvervoer per spoor wordt geregeld door het in 1980 te Bern ondertekende Verdrag betreffende het spoorwegvervoer (CIM-Verdrag).

Spoorwegmaatschappijen zijn niet aansprakelijk voor verlies of beschadiging van de goederen indien zij kunnen aantonen dat het verlies of de schade is veroorzaakt door:

  • het (de) eigen gebrek(en) van de goederen
  • overmacht
  • schuld van de afzender of de geadresseerde.

Er zijn momenteel geen EU-regels voor schadevergoeding. Het is meestal beperkt tot een maximum bedrag per bruto kilo verloren of beschadigd. In de meeste gevallen is het echter onwaarschijnlijk dat bedrijven iets ontvangen dat dicht bij de waarde van hun goederen ligt.

Scheepvaartmaatschappijen

In het Internationaal Verdrag inzake het opstellen van vrachtbrieven van 1968, beter bekend als de “Haagse regels” of het “Verdrag van Brussel”, zijn de verantwoordelijkheden van scheepvaartmaatschappijen bij het internationaal vervoer van goederen vastgelegd.

Scheepvaartmaatschappijen zijn niet aansprakelijk voor verlies of beschadiging van de goederen indien zij kunnen aantonen dat het verlies of de beschadiging is veroorzaakt door:

  • eigen gebreken van de goederen en gewichtsverlies tijdens het vervoer
  • Een nautische fout van de bemanning
  • vuur
  • een niet-zeewaardig vaartuig
  • overmacht
  • staking of lock-out
  • aan de kant van de lader
  • verborgen gebreken aan boord van het schip, die tijdens een grondige inspectie niet konden worden ontdekt
  • pogingen om levens of goederen op zee te redden.

Er is momenteel geen harmonisatie op het niveau van de Europese Unie van compensatie, die gewoonlijk beperkt is tot een bepaald bedrag per kilogram verloren of beschadigde goederen. Dit systeem levert dezelfde problemen op als bij spoorwegongevallen; de exporteur zal waarschijnlijk een groot deel van de waarde van de goederen verliezen.

Luchtvaartmaatschappijen

Het Verdrag van Warschau van 1929 en het Verdrag van Montreal van 1975 bepalen dat luchtvaartmaatschappijen niet aansprakelijk zijn voor verlies of beschadiging van de goederen indien zij kunnen aantonen dat:

  • de vervoerder en zijn agenten alle nodige maatregelen hebben genomen om de schade te voorkomen of dat het onmogelijk was dergelijke maatregelen te nemen (overmacht);
  • de schade is veroorzaakt door een loods- of navigatiefout;
  • de eiser de schade heeft veroorzaakt of daaraan heeft bijgedragen.

Er bestaat geen EU-norm voor de schadeloosstelling van de benadeelde. De vergoeding is meestal beperkt tot een vast bedrag per bruto kilogram beschadigde of verloren goederen.

Luchtvaartmaatschappijen kunnen specifieke reserveringen maken bij het accepteren van vracht. Deze reserveringen worden geregistreerd op de luchtvrachtbrief (AWB) en worden gebruikt als bewijs. Luchtvaartmaatschappijen weigeren echter meestal verdachte pakketten of pakketten die niet overeenkomen met de AWB.

Deze pagina delen:

Snelle links