Regel van niet-wijziging/Niet-manipulatie

 

Artikel 3.10 („niet-wijziging”) van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU enJapan

Producten van oorsprong moeten van de EU naar het partnerland (en vice versa) worden vervoerd zonder dat zij in een derde land verder worden verwerkt.

  • In preferentiële handelsovereenkomsten van de EU staan de niet-wijzigingsregel de volgende handelingen toe in een derde land, mits het product onder douanetoezicht wordt gehouden:
    • elke bewerking die bedoeld is om goederen in goede staat te bewaren.
    • splitsing van zendingen
    • opslag
    • tentoonstelling
    • het toevoegen of aanbrengen van merken, etiketten, zegels of andere documentatie om te waarborgen dat aan specifieke binnenlandse voorschriften wordt voldaan.
  • De importeur hoeft geen bewijs van niet-wijziging te leveren. Alleen in geval van twijfel kan de douaneautoriteit van de partij van invoer de importeur verzoeken het bewijs van naleving te leveren. Daartoe kunnen behoren:
    • vervoerscontractuele documenten zoals cognossementen
    • feitelijk of concreet bewijsmateriaal op basis van markering of nummering van colli
    • ander bewijsmateriaal betreffende de goederen zelf.
  • Indien de goederen vanuit een feederschip werden vervoerd en vervolgens met andere zendingen werden samengevoegd in een zeehaven die de EU doorkruist, moet er voor elk deeltraject van de reis een vervoersdocument (bijvoorbeeld een cognossement) zijn. Evenzo zal een document dat het traject van de consoliderende haven naar de EU bestrijkt, niet volstaan omdat het land van uitvoer van waaruit de goederen van oorsprong zijn verlaten, niet bekend is.
  • Zie voor meer informatie de richtsnoeren betreffende preferentiële oorsprongsregels.

Snelle links