HOOFDSTUK 3
OORSPRONGSREGELS EN OORSPRONGSPROCEDURES
AFDELING A
Oorsprongsregels
ARTIKEL 3.1
Definities
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a) |
„aquacultuur”: de teelt van aquatische organismen, met inbegrip van vis, weekdieren, schaaldieren, andere ongewervelde waterdieren en waterplanten uit zaad, eieren, visbroed, pootvis, larven, parr, smolt of andere onrijpe vis in het postlarvale stadium, door ingrepen in het kweek- en groeiproces teneinde de productie te vergroten, zoals het uitzetten, voeren, of beschermen tegen predatoren; |
b) |
„zending”: producten die gelijktijdig van één exporteur naar één geadresseerde worden verzonden of die vergezeld gaan van één enkel vervoersdocument voor de verzending van de exporteur naar de geadresseerde, of bij gebreke daarvan, van één enkele factuur; |
c) |
„exporteur”: een in een partij gevestigde persoon die overeenkomstig de voorschriften van de wet- en regelgeving van die partij het product van oorsprong uitvoert of produceert en een attest van oorsprong opstelt; |
d) |
„importeur”: een persoon die het product van oorsprong invoert en daarvoor om preferentiële tariefbehandeling verzoekt; |
e) |
„materiaal”: elk voorwerp dat of elke stof die wordt gebruikt bij de productie van een product, met inbegrip van alle bestanddelen, ingrediënten, grondstoffen of onderdelen; |
f) |
„niet van oorsprong zijnd materiaal”: materiaal dat op grond van dit hoofdstuk niet als van oorsprong wordt aangemerkt, met inbegrip van materiaal waarvan de oorsprongsstatus niet kan worden bepaald; |
g) |
„preferentiële tariefbehandeling”: het douanerecht dat overeenkomstig artikel 2.8, lid 1, van toepassing is op een goed van oorsprong; |
h) |
„product”: elk voorwerp dat of elke stof die het voortbrengsel is van productie, zelfs indien dat voorwerp of die stof is bedoeld om als materiaal bij de productie van een ander product te worden gebruikt, en dat de betekenis van een goed in de zin van hoofdstuk 2 heeft, en |
i) |
„productie”: elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage. |
ARTIKEL 3.2
Vereisten voor producten van oorsprong
1. Voor de toepassing door een partij van de preferentiële tariefbehandeling op een goed van oorsprong uit de andere partij overeenkomstig artikel 2.8, lid 1, worden de volgende producten, voor zover zij aan alle overige toepasselijke vereisten van dit hoofdstuk voldoen, beschouwd als van oorsprong uit de andere partij:
a) |
volledig verkregen of geproduceerde producten als bedoeld in artikel 3.3; |
b) |
uitsluitend uit materialen van oorsprong uit die partij geproduceerde producten, of |
c) |
met gebruikmaking van niet van oorsprong zijnde materialen geproduceerde producten, voor zover zij voldoen aan alle toepasselijke vereisten van bijlage 3-B. |
2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk zijn de zee, de zeebodem en de ondergrond buiten de territoriale wateren van een partij uitgesloten van de territoriale werkingssfeer.
3. Als een product de oorsprongsstatus heeft verkregen, worden de niet van oorsprong zijnde materialen die zijn gebruikt bij de productie van het product niet als niet van oorsprong beschouwd wanneer dat product als materiaal in een ander product wordt verwerkt.
4. Aan de in dit hoofdstuk opgenomen vereisten met betrekking tot het verkrijgen van de oorsprongsstatus moet in een partij zonder onderbreking worden voldaan.
ARTIKEL 3.3
Volledig verkregen producten
1. Voor de toepassing van artikel 3.2 wordt een product volledig in een partij verkregen voor zover het:
a) |
aldaar gekweekte, geteelde, geoogste, geplukte of verzamelde planten of plantaardige producten betreft; |
b) |
aldaar geboren en opgefokte levende dieren betreft; |
c) |
producten afkomstig van aldaar opgefokte levende dieren betreft; |
d) |
producten afkomstig van aldaar geboren en opgefokte geslachte dieren betreft; |
e) |
aldaar door jacht, vangst met vallen en strikken, bevissing, verzamelen of vangen verkregen dieren betreft; |
f) |
producten afkomstig van aldaar bedreven aquacultuur betreft; |
g) |
aldaar ontgonnen of gewonnen minerale of andere van nature voorkomende stoffen, niet vallende onder a) tot en met f), betreft; |
h) |
vissen, schelpdieren of andere mariene levensvormen betreft die door middel van een vaartuig van een partij uit de zee, de zeebodem of de ondergrond buiten de territoriale wateren van elke partij en, in overeenstemming met het internationaal recht, buiten de territoriale wateren van derde landen worden gewonnen; |
i) |
producten betreft die buiten de territoriale wateren van elke partij en, in overeenstemming met het internationaal recht, buiten de territoriale wateren van derde landen aan boord van een fabrieksschip van een partij uitsluitend uit de onder h) genoemde producten worden geproduceerd; |
j) |
andere producten dan vissen, schelpdieren en andere mariene levensvormen betreft die door een partij of een persoon van een partij uit de zeebodem of de ondergrond buiten de territoriale wateren van elke partij en buiten de gebieden onder de jurisdictie van derde landen worden gewonnen, voor zover die partij of een persoon van die partij naar internationaal recht het recht heeft de zeebodem of de ondergrond te exploiteren; |
k) |
producten betreft waarbij het gaat om:
|
l) |
producten betreft die aldaar uitsluitend uit de onder a) tot en met k) genoemde producten of uit derivaten daarvan worden geproduceerd |
2. Onder „vaartuig van een partij” in lid 1, onder h), of „fabrieksschip van een partij” in lid 1, onder i), wordt verstaan een vaartuig respectievelijk een fabrieksschip dat:
a) |
in een lidstaat van de Europese Unie of in Japan is geregistreerd; |
b) |
onder de vlag van een lidstaat van de Europese Unie of van Japan vaart, en |
c) |
aan een van de volgende voorwaarden voldoet:
|
ARTIKEL 3.4
Ontoereikende be- of verwerking
1. Niettegenstaande het bepaalde in artikel 3.2, lid 1, onder c), wordt een product niet als van oorsprong uit een partij beschouwd indien bij de productie van het product in die partij uitsluitend een of meer van de volgende behandelingen worden verricht op niet van oorsprong zijnde materialen:
a) |
behandelingen zoals drogen, invriezen, pekelen en andere soortgelijke behandelingen die uitsluitend bedoeld zijn om producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren; |
b) |
het veranderen van verpakkingen; |
c) |
het splitsen of samenvoegen van colli; |
d) |
het wassen, schoonmaken of verwijderen van stof, roest, olie, verf of dergelijke; |
e) |
het strijken of persen van textielstoffen en textielwaren; |
f) |
het eenvoudig schilderen of polijsten; |
g) |
het ontvliezen of doppen, geheel of gedeeltelijk bleken, polijsten of glanzen van granen en rijst; |
h) |
het kleuren of aromatiseren van suiker of vormen van suikerklonten; het geheel of gedeeltelijk vermalen van suiker in vaste vorm; |
i) |
het pellen, ontpitten of schillen van vruchten, noten of groenten; |
j) |
het aanscherpen, eenvoudig vermalen of versnijden; |
k) |
het zeven, sorteren, classificeren of assorteren, daaronder begrepen het samenstellen van stellen of assortimenten van artikelen; |
l) |
het eenvoudig plaatsen in flessen, blikken, flacons, zakken, kratten of dozen, het bevestigen op kaarten of platen en alle andere eenvoudige handelingen in verband met de verpakking; |
m) |
het aanbrengen of opdrukken van merken, etiketten, beeldmerken of andere soortgelijke onderscheidingstekens op de producten zelf of op de verpakking; |
n) |
het eenvoudig mengen van producten (10), ook van verschillende soorten; |
o) |
het eenvoudig toevoegen van water, verdunnen, drogen of denatureren (11) van producten; |
p) |
het eenvoudig verzamelen of samenvoegen van delen tot een volledig of afgewerkt artikel of een op grond van Algemene Regel 2a voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem als zodanig aan te merken artikel; het uit elkaar nemen van artikelen in onderdelen, of |
q) |
het slachten van dieren. |
2. Voor de toepassing van lid 1 worden behandelingen als eenvoudig beschouwd wanneer voor het uitvoeren daarvan geen bijzondere vaardigheden noch speciaal daarvoor gemaakte of geïnstalleerde machines, toestellen of uitrustingsstukken nodig zijn.
ARTIKEL 3.5
Cumulatie
1. Een product dat als van oorsprong uit een partij kan worden beschouwd, wordt als van oorsprong uit de andere partij beschouwd wanneer het als materiaal bij de productie van een ander product in de andere partij wordt gebruikt.
2. Om te bepalen of een product van oorsprong is uit de andere partij, kan rekening worden gehouden met productie die in een partij met gebruikmaking van een niet van oorsprong zijnd materiaal is uitgevoerd.
3. De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing indien de in de andere partij uitgevoerde productie niet ingrijpender is dan een of meer van de in artikel 3.4, lid 1, onder a) tot en met q), genoemde behandelingen.
4. Een exporteur kan het attest van oorsprong als bedoeld in artikel 3.16, lid 2, onder a), voor een in lid 2 genoemd product alleen invullen wanneer hij van zijn leverancier de in bijlage 3-C bedoelde informatie verkrijgt.
5. De in lid 4 bedoelde informatie geldt voor één enkele zending of verschillende zendingen van hetzelfde materiaal dat wordt geleverd binnen een periode van ten hoogste twaalf maanden vanaf de datum waarop de informatie werd verstrekt.
ARTIKEL 3.6
Toleranties
1. Wanneer een bij de productie van een product gebruikt niet van oorsprong zijnd materiaal niet aan de vereisten van bijlage 3-B voldoet, wordt het product als van oorsprong uit een partij beschouwd, op voorwaarde dat:
a) |
voor een onder de hoofdstukken 1 tot en met 49 of de hoofdstukken 64 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem (12) ingedeeld product de waarde van al die niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het product; |
b) |
voor een onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem ingedeeld product de in de aantekeningen 6 tot en met 8 bij bijlage 3-A bepaalde toleranties van toepassing zijn. |
2. Lid 1 is niet van toepassing wanneer de waarde van de bij de productie van een product gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen hoger is dan een van de in bijlage 3-B voorgeschreven percentages voor de maximumwaarde van niet van oorsprong zijnde materialen.
3. Lid 1 is niet van toepassing op volledig in een partij verkregen producten in de zin van artikel 3.3. Indien op grond van bijlage 3-B is vereist dat de bij de productie van een product gebruikte materialen volledig zijn verkregen, zijn de leden 1 en 2 van toepassing.
ARTIKEL 3.7
In aanmerking te nemen eenheid
1. De voor de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk in aanmerking te nemen eenheid is het product dat bij de indeling van het product in het geharmoniseerd systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.
2. Wanneer een zending bestaat uit een aantal identieke producten die onder dezelfde post van het geharmoniseerd systeem worden ingedeeld, zijn de bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing op elk van deze producten op zich beschouwd.
ARTIKEL 3.8
Gescheiden boekhouding
1. Van oorsprong zijnde en niet van oorsprong zijnde onderling vervangbare materialen worden tijdens de opslag fysiek gescheiden met het oog op het behoud van de oorsprongsstatus ervan.
2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder „onderling vervangbare materialen” verstaan: materialen van dezelfde soort en handelskwaliteit, met dezelfde technische en fysieke kenmerken, waartussen geen onderscheid mogelijk is zodra zij in het eindproduct zijn verwerkt.
3. Niettegenstaande het bepaalde in lid 1 mogen van oorsprong zijnde en niet van oorsprong zijnde onderling vervangbare materialen bij de productie van een product worden gebruikt zonder tijdens de opslag fysiek te worden gescheiden, op voorwaarde dat een methode van gescheiden boekhouding wordt gebruikt.
4. De in lid 3 bedoelde methode van gescheiden boekhouding wordt in overeenstemming met een voorraadbeheersysteem toegepast op grond van in de partij algemeen aanvaarde boekhoudbeginselen.
5. Een partij kan, met inachtneming van de in haar wet- en regelgeving vastgestelde voorwaarden, verlangen dat voor gebruikmaking van een methode van gescheiden boekhouding voorafgaande toestemming van haar douaneautoriteit nodig is. De douaneautoriteit van de partij houdt toezicht op het gebruik dat van de toestemming wordt gemaakt en kan deze intrekken wanneer degene aan wie de toestemming is verleend oneigenlijk gebruik maakt van de methode van gescheiden boekhouding of niet aan een van de andere voorwaarden van dit hoofdstuk voldoet.
6. Als methode van gescheiden boekhouding geldt elke methode waarmee te allen tijde wordt gewaarborgd dat niet meer materialen de oorsprongsstatus verkrijgen dan het geval zou zijn wanneer de materialen fysiek gescheiden waren.
ARTIKEL 3.9
Stellen of assortimenten
Een op grond van de Algemene Regels 3b en 3c voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem ingedeeld stel of assortiment wordt als van oorsprong uit een partij beschouwd wanneer alle samenstellende delen ervan van oorsprong zijn in de zin van dit hoofdstuk. Een stel of assortiment bestaande uit van oorsprong zijnde en niet van oorsprong zijnde samenstellende delen wordt in zijn geheel als van oorsprong uit een partij beschouwd op voorwaarde dat de waarde van de niet van oorsprong zijnde samenstellende delen niet meer dan 15 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het stel of assortiment bedraagt.
ARTIKEL 3.10
Niet-wijziging
1. Een voor binnenlands gebruik in de partij van invoer aangegeven product van oorsprong mag, nadat het is uitgevoerd en voordat het voor binnenlands gebruik wordt aangegeven, op geen enkele manier zijn gewijzigd of getransformeerd en evenmin andere behandelingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om het in goede staat te bewaren of die welke bestaan in het toevoegen of aanbrengen van merken, etiketten, verzegelingen of andere documentatie om te waarborgen dat aan de specifieke interne vereisten van de partij van invoer wordt voldaan.
2. Een product mag in een derde land worden opgeslagen of tentoongesteld, op voorwaarde dat het in dat derde land onder douanetoezicht blijft.
3. Onverminderd het bepaalde in afdeling B kunnen zendingen in een derde land worden gesplitst wanneer dit door de exporteur of onder zijn verantwoordelijkheid geschiedt en op voorwaarde dat de zendingen in dat derde land onder douanetoezicht blijven.
4. In geval van twijfel over de vraag of aan de voorwaarden van de leden 1 tot en met 3 wordt voldaan, kan de douaneautoriteit van de partij van invoer de importeur verzoeken te bewijzen dat hij aan de voorwaarden voldoet, welke bewijs met alle middelen kan worden geleverd, onder meer aan de hand van vervoersovereenkomsten zoals cognossementen of feitelijk of concreet bewijsmateriaal zoals merktekens of nummering van de colli of ander bewijsmateriaal betreffende het product zelf.
ARTIKEL 3.11
Retourneren van producten
Wanneer een uit een partij naar een derde land uitgevoerd product van oorsprong uit die partij naar die partij wordt geretourneerd, wordt het als niet van oorsprong beschouwd tenzij ten genoegen van de douaneautoriteit van die partij kan worden aangetoond dat het geretourneerde product:
a) |
hetzelfde is als het uitgevoerde product, en |
b) |
terwijl het zich in dat derde land bevond of toen het werd uitgevoerd, geen andere behandelingen heeft ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om het in goede staat te bewaren. |
ARTIKEL 3.12
Toebehoren, vervangingsonderdelen, gereedschappen en instructie- of ander voorlichtingsmateriaal
1. Dit artikel is van toepassing op toebehoren, vervangingsonderdelen, gereedschappen en instructie- of ander voorlichtingsmateriaal voor zover:
a) |
de toebehoren, vervangingsonderdelen, gereedschappen en het instructie- of ander voorlichtingsmateriaal bij het product zijn ingedeeld en samen met het product worden geleverd, maar niet afzonderlijk in rekening worden gebracht, en |
b) |
de soorten, hoeveelheden en waarde van de toebehoren, vervangingsonderdelen, gereedschappen en het instructie- of ander voorlichtingsmateriaal gebruikelijk zijn voor het desbetreffende product. |
2. Bij het bepalen of een product volledig is verkregen dan wel aan een in bijlage 3-B vermelde voorwaarde met betrekking tot productieprocedé of wijziging in tariefindeling voldoet, worden de toebehoren, vervangingsonderdelen, gereedschappen en het instructie- of ander voorlichtingsmateriaal buiten beschouwing gelaten.
3. Bij het bepalen of een product aan een in bijlage 3-B vermelde voorwaarde met betrekking tot waarde voldoet, worden de toebehoren, vervangingsonderdelen, gereedschappen en het instructie- of ander voorlichtingsmateriaal, wat de waarde ervan betreft, bij de berekening met het oog op de toepassing van die voorwaarde op het product in aanmerking genomen als van oorsprong zijnde of niet van oorsprong zijnde materialen, naar gelang het geval.
4. De toebehoren, vervangingsonderdelen, gereedschappen en het instructie- of ander voorlichtingsmateriaal van een product hebben de oorsprongsstatus van het product waarmee zij worden geleverd.
ARTIKEL 3.13
Neutrale elementen
Om te bepalen of een product van oorsprong is uit een partij, behoeft niet te worden nagegaan wat de oorsprongsstatus is van de volgende elementen:
a) |
brandstof, energie, katalysatoren en oplosmiddelen; |
b) |
materieel, apparatuur en benodigdheden voor het testen of inspecteren van het product; |
c) |
handschoenen, brillen, schoeisel, kleding, veiligheidsuitrusting en benodigdheden; |
d) |
machines, werktuigen, matrijzen en gietvormen; |
e) |
vervangingsonderdelen en materialen voor het onderhoud van materieel en gebouwen; |
f) |
smeermiddelen, vetten, samenstellende materialen en andere materialen die worden gebruikt bij de productie of om materieel en gebouwen te laten functioneren, en |
g) |
alle andere materialen die niet in het product zijn verwerkt, maar waarvan redelijkerwijs kan worden aangetoond dat het gebruik bij de productie van het product een onderdeel van die productie is. |
ARTIKEL 3.14
Verpakkingsmateriaal en verpakkingsmiddelen voor verzending
Bij de bepaling van de oorsprongsstatus van een product wordt geen rekening gehouden met het verpakkingsmateriaal en de verpakkingsmiddelen voor verzending die worden gebruikt ter bescherming van een product tijdens het vervoer.
ARTIKEL 3.15
Verpakkingsmateriaal en verpakkingsmiddelen voor detailhandelsverkoop
1. Bij de bepaling of alle bij de productie van een product gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen voorwerp van de toepasselijke wijziging in tariefindeling of van een productieprocedé als bedoeld in bijlage 3-B zijn geweest dan wel of het product volledig is verkregen, wordt geen rekening gehouden met het verpakkingsmateriaal en de verpakkingsmiddelen waarin het product is verpakt voor de detailhandelsverkoop, voor zover dat verpakkingsmateriaal en die verpakkingsmiddelen bij het product worden ingedeeld.
2. Wanneer voor een product een in bijlage 3-B vermelde voorwaarde met betrekking tot waarde geldt, worden het verpakkingsmateriaal en de verpakkingsmiddelen waarin het product is verpakt voor de detailhandelsverkoop, voor zover dat verpakkingsmateriaal en die verpakkingsmiddelen bij het product worden ingedeeld, wat de waarde ervan betreft, bij de berekening met het oog op de toepassing van die voorwaarde op het product in aanmerking genomen als van oorsprong zijnde of niet van oorsprong zijnde materialen, naar gelang het geval.
AFDELING B
Oorsprongsprocedures
ARTIKEL 3.16
Verzoek om preferentiële tariefbehandeling
1. De partij van invoer verleent bij invoer een preferentiële tariefbehandeling aan een product van oorsprong uit de andere partij, op grond van een verzoek van de importeur om preferentiële tariefbehandeling. De importeur is verantwoordelijk voor de juistheid van het verzoek om preferentiële tariefbehandeling en de naleving van de voorwaarden van dit hoofdstuk.
2. Een verzoek om preferentiële tariefbehandeling wordt gedaan op basis van:
a) |
een door de exporteur opgesteld attest van oorsprong waaruit blijkt dat het product van oorsprong is, of |
b) |
de aan de importeur bekende informatie dat het product van oorsprong is. |
3. Een verzoek om preferentiële tariefbehandeling en de grondslag ervan als bedoeld in lid 2, onder a) of b), worden in overeenstemming met de wet- en regelgeving van de partij van invoer in de douaneaangifte ten invoer opgenomen. De douaneautoriteit van de partij van invoer kan de importeur verzoeken om, voor zover hem dit mogelijk is, als onderdeel van de douaneaangifte ten invoer of als daarbij gevoegd document een verklaring te verstrekken dat het product voldoet aan de voorwaarden van dit hoofdstuk.
4. De importeur die op basis van een attest van oorsprong als bedoeld in lid 2, onder a), om een preferentiële tariefbehandeling verzoekt, bewaart het attest van oorsprong en verstrekt de douaneautoriteit van de partij van invoer desgevraagd een kopie daarvan.
5. De leden 2 tot en met 4 zijn niet van toepassing in de gevallen als bedoeld in artikel 3.20.
ARTIKEL 3.17
Attest van oorsprong
1. Een attest van oorsprong kan door een exporteur van een product worden opgesteld op basis van informatie waaruit blijkt dat het product van oorsprong is, met inbegrip van informatie over de oorsprongsstatus van de bij de productie van het product gebruikte materialen. De exporteur is verantwoordelijk voor de juistheid van het attest van oorsprong en van de verstrekte informatie.
2. Een attest van oorsprong wordt in een van de in bijlage 3-D opgenomen taalversies verstrekt op een factuur of ander handelsdocument waarin het product van oorsprong voldoende duidelijk is omschreven om het te kunnen identificeren. De partij van invoer mag van de importeur geen vertaling van het attest van oorsprong verlangen.
3. De douaneautoriteit van de partij van invoer mag een verzoek om preferentiële tariefbehandeling niet afwijzen wegens geringe vergissingen of afwijkingen in het attest van oorsprong of om de enkele reden dat de factuur in een derde land werd afgegeven.
4. Een attest van oorsprong is twaalf maanden geldig vanaf de datum waarop het is opgesteld.
5. Een attest van oorsprong kan van toepassing zijn op:
a) |
één enkele zending van een of meer in een partij ingevoerde producten, of |
b) |
meerdere zendingen van identieke producten die binnen een in het attest van oorsprong aangegeven periode van maximaal twaalf maanden in een partij worden ingevoerd. |
6. Wanneer, op verzoek van de importeur, niet-gemonteerde of gedemonteerde producten in de zin van Algemene Regel 2a voor de interpretatie van het geharmoniseerd systeem, vallende onder de afdelingen XV tot en met XXI van het geharmoniseerd systeem, in deelzendingen worden ingevoerd, kan voor deze producten één enkel attest van oorsprong worden gebruikt in overeenstemming met de voorschriften van de douaneautoriteit van de partij van invoer.
ARTIKEL 3.18
Aan de importeur bekende informatie
De aan de importeur bekende informatie dat een product van oorsprong is uit de partij van uitvoer is gebaseerd op informatie waaruit blijkt dat het product van oorsprong is en voldoet aan de voorwaarden van dit hoofdstuk.
ARTIKEL 3.19
Verplichting tot bewaren van gegevens
1. Een importeur die verzoekt om preferentiële tariefbehandeling voor een in de partij van invoer ingevoerd product bewaart gedurende ten minste drie jaar na de datum van invoer van het product:
a) |
als het verzoek op een attest van oorsprong werd gebaseerd, het door de exporteur opgestelde attest van oorsprong, of |
b) |
als het verzoek op de hem bekende informatie werd gebaseerd, alle gegevens waaruit blijkt dat het product voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprongsstatus. |
2. Een exporteur die een attest van oorsprong heeft opgesteld, bewaart gedurende ten minste vier jaar na het opstellen van dat attest, een kopie van het attest van oorsprong en alle andere gegevens waaruit blijkt dat het product voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de oorsprongsstatus.
3. De overeenkomstig dit artikel te bewaren gegevens mogen in elektronische vorm worden opgeslagen.
4. De leden 1 tot en met 3 zijn niet van toepassing in de gevallen als bedoeld in artikel 3.20.
ARTIKEL 3.20
Kleine zendingen en ontheffingen
1. Producten die door particulieren in kleine colli aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers worden als producten van oorsprong toegelaten, mits deze producten niet als handelsgoederen worden ingevoerd (13), bij de aangifte daarvan is verklaard dat zij aan de voorwaarden van dit hoofdstuk voldoen en er over de juistheid van deze verklaring geen twijfel bestaat.
2. Op voorwaarde dat de ingevoerde producten geen deel uitmaken van invoer waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat die afzonderlijk is verricht om te ontkomen aan het vereiste inzake een attest van oorsprong, mag de totale waarde van de in lid 1 bedoelde producten niet hoger zijn dan:
a) |
wat de Europese Unie betreft, 500 EUR voor kleine colli of 1 200 EUR voor producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers. De in een andere valuta van een lidstaat van de Europese Unie te gebruiken bedragen zijn de tegenwaarde in die valuta van de in EUR uitgedrukte bedragen op de eerste werkdag van oktober van elk jaar. De bedragen zijn die welke voor die dag worden bekendgemaakt door de Europese Centrale Bank, tenzij uiterlijk op 15 oktober van elk jaar een ander bedrag aan de Europese Commissie wordt meegedeeld, en gelden met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar. De Europese Commissie stelt Japan van de desbetreffende bedragen in kennis. |
b) |
wat Japan betreft, 100 000 yen of enig ander door Japan vast te stellen bedrag. |
3. Elke partij kan bepalen dat het verzoek niet op de grondslagen als bedoeld in artikel 3.16, lid 2, hoeft te worden gebaseerd in geval van invoer van een product waarvoor de partij van invoer ontheffing van de voorwaarden heeft verleend.
ARTIKEL 3.21
Verificatie
1. Om te controleren of een in een partij ingevoerd product van oorsprong is uit de andere partij dan wel of aan de andere voorwaarden van dit hoofdstuk wordt voldaan, kan de douaneautoriteit van de partij van invoer een verificatie verrichten op basis van methoden voor risicobeoordeling, die een willekeurige steekproef kunnen omvatten, door een verzoek om informatie te richten aan de importeur die het in artikel 3.16 bedoelde verzoek heeft ingediend. De douaneautoriteit van de partij van invoer kan de verificatie hetzij op het tijdstip van de douaneaangifte ten invoer, hetzij vóór de vrijgave van de producten, hetzij na de vrijgave van de producten verrichten.
2. De informatie waar op grond van lid 1 om wordt verzocht, omvat ten hoogste:
a) |
als het in artikel 3.16, lid 2, onder a), bedoelde verzoek werd gebaseerd op een attest van oorsprong, dat attest van oorsprong; |
b) |
het tariefindelingsnummer van het product krachtens het geharmoniseerd systeem en de gebruikte oorsprongscriteria; |
c) |
een korte beschrijving van het productieprocedé; |
d) |
als het oorsprongscriterium werd gebaseerd op een specifiek productieprocedé, een specifieke beschrijving van dat procedé; |
e) |
voor zover van toepassing, een beschrijving van de in het productieprocedé gebruikte van oorsprong zijnde en niet van oorsprong zijnde materialen; |
f) |
als het oorsprongscriterium „volledig verkregen” was, de toepasselijke categorie (zoals oogst, ontginning, bevissing en plaats van productie); |
g) |
als het oorsprongscriterium werd gebaseerd op een waardemethode, de waarde van het product alsmede de waarde van alle bij de productie gebruikte niet van oorsprong zijnde of, waar nodig om de naleving van de voorwaarde met betrekking tot waarde vast te stellen, van oorsprong zijnde materialen; |
h) |
als het oorsprongscriterium werd gebaseerd op gewicht, het gewicht van het product alsmede het gewicht van de desbetreffende in het product verwerkte niet van oorsprong zijnde of, waar nodig om de naleving van de voorwaarde met betrekking tot gewicht vast te stellen, van oorsprong zijnde materialen; |
i) |
als het oorsprongscriterium werd gebaseerd op een wijziging in tariefindeling, een lijst van alle niet van oorsprong zijnde materialen, met inbegrip van het tariefindelingsnummer ervan krachtens het geharmoniseerd systeem (in twee, vier of zes cijfers, afhankelijk van de oorsprongscriteria), of |
j) |
de informatie betreffende de naleving van de bepalingen van artikel 3.10 inzake niet-wijziging. |
3. Wanneer de importeur de gevraagde informatie verstrekt, kan hij daaraan alle andere informatie die hij met het oog op de verificatie nuttig acht toevoegen.
4. Als het verzoek om preferentiële tariefbehandeling werd gebaseerd op een attest van oorsprong als bedoeld in artikel 3.16, lid 2, onder a), deelt de importeur de douaneautoriteit van de partij van invoer mee wanneer de gevraagde informatie volledig of wat een of meer gegevenselementen betreft rechtstreeks door de exporteur kan worden verstrekt.
5. Als het verzoek om preferentiële tariefbehandeling werd gebaseerd op de aan de importeur bekende informatie als bedoeld in artikel 3.16, lid 2, onder b), kan de douaneautoriteit van de partij van invoer die de verificatie verricht, na eerst overeenkomstig lid 1 van het onderhavige artikel om informatie te hebben verzocht, de importeur om informatie verzoeken wanneer zij van oordeel is dat aanvullende informatie nodig is om de oorsprongsstatus van het product te controleren. De douaneautoriteit van de partij van invoer kan indien passend de importeur om specifieke documentatie en informatie verzoeken.
6. Als de douaneautoriteit van de partij van invoer besluit de preferentiële tariefbehandeling voor het betrokken product te schorsen zolang de uitslag van de verificatie niet bekend is, stelt zij de importeur voor het product vrij te geven onder voorbehoud van passende conservatoire maatregelen, waaronder waarborgen. De schorsing van de preferentiële tariefbehandeling wordt zo spoedig mogelijk opgeheven nadat de douaneautoriteit van de partij van invoer de oorsprongsstatus van het betrokken product is nagegaan of heeft bevestigd dat aan de andere voorwaarden van dit hoofdstuk wordt voldaan.
ARTIKEL 3.22
Administratieve samenwerking
1. Met het oog op de goede toepassing van dit hoofdstuk werken de partijen via hun respectieve douaneautoriteit samen bij het controleren of een product van oorsprong is en voldoet aan de overige voorwaarden van dit hoofdstuk.
2. Als het verzoek om preferentiële tariefbehandeling werd gebaseerd op een attest van oorsprong als bedoeld in artikel 3.16, lid 2, onder a), kan de douaneautoriteit van de partij van invoer die de verificatie verricht, na eerst overeenkomstig artikel 3.21, lid 1, om informatie te hebben verzocht, tevens binnen twee jaar na de invoer van de producten de douaneautoriteit van de partij van uitvoer om informatie verzoeken wanneer zij van oordeel is dat aanvullende informatie nodig is om de oorsprongsstatus van het product te controleren. Het verzoek om informatie moet de volgende informatie bevatten:
a) |
het attest van oorsprong; |
b) |
de identiteit van de douaneautoriteit waarvan het verzoek afkomstig is; |
c) |
de naam van de exporteur; |
d) |
het onderwerp en de reikwijdte van de verificatie, en |
e) |
indien van toepassing, andere relevante documenten. |
Naast deze informatie kan de douaneautoriteit van de partij van invoer indien nodig de douaneautoriteit van de partij van uitvoer om specifieke documentatie en informatie verzoeken.
3. De douaneautoriteit van de partij van uitvoer kan in overeenstemming met de toepasselijke wet- en regelgeving om documenten of een onderzoek verzoeken door bewijsmateriaal op te vragen of een bezoek te brengen aan de bedrijfsruimten van de exporteur met het oog op de controle van de gegevens en de inspectie van de bij de productie van het product gebruikte infrastructuur.
4. Onverminderd het bepaalde in lid 5 verstrekt de douaneautoriteit van de partij van uitvoer die het in lid 2 bedoelde verzoek ontvangt de douaneautoriteit van de partij van invoer de volgende informatie:
a) |
de gevraagde documentatie, voor zover beschikbaar; |
b) |
een advies inzake de oorsprongsstatus van het product; |
c) |
de beschrijving van het product dat het voorwerp van onderzoek is en de voor de toepassing van dit hoofdstuk relevante tariefindeling; |
d) |
een beschrijving van en een toelichting bij het productieprocedé die volstaan om de oorsprongsstatus van het product te staven; |
e) |
informatie over de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd, en |
f) |
indien van toepassing, bewijsstukken. |
5. De douaneautoriteit van de partij van uitvoer verstrekt de douaneautoriteit van de partij van invoer de in lid 4 bedoelde informatie niet als deze informatie door de exporteur als vertrouwelijk wordt aangemerkt.
6. Elke partij deelt de andere partij de contactgegevens, met inbegrip van het post- en e-mailadres alsmede het telefoon- en faxnummer, van de douaneautoriteiten en, binnen 30 dagen na de datum van wijziging, alle wijziging hiervan mee.
ARTIKEL 3.23
Wederzijdse bijstand bij fraudebestrijding
Bij vermoeden van schending van de bepalingen van dit hoofdstuk verlenen de partijen elkaar wederzijdse bijstand, in overeenstemming met de CMAA.
ARTIKEL 3.24
Weigering van toekenning van preferentiële tariefbehandeling
1. Onverminderd het bepaalde in lid 3 kan de douaneautoriteit van de partij van invoer weigeren een preferentiële tariefbehandeling toe te kennen indien:
a) |
binnen drie maanden na de datum van het verzoek om informatie op grond van artikel 3.21, lid 1:
|
b) |
binnen drie maanden na de datum van het verzoek om informatie op grond van artikel 3.21, lid 5:
|
c) |
binnen tien maanden na de datum van het verzoek om informatie op grond van artikel 3.22, lid 2:
|
d) |
nadat een verzoek om bijstand op grond van artikel 3.23 is gedaan en binnen een wederzijds overeengekomen periode, met betrekking tot producten die het voorwerp zijn geweest van een verzoek als bedoeld in artikel 3.16, lid 1:
|
2. De douaneautoriteit van de partij van invoer kan weigeren een preferentiële tariefbehandeling toe te kennen voor een product waarvoor een importeur om preferentiële tariefbehandeling verzoekt, wanneer de importeur niet voldoet aan andere voorwaarden van dit hoofdstuk dan die welke betrekking hebben op de oorsprongsstatus van de producten.
3. Als de douaneautoriteit van de partij van invoer in gevallen waarin de douaneautoriteit van de partij van uitvoer op grond van artikel 3.22, lid 4, onder b), een advies heeft uitgebracht waarin de oorsprongsstatus van de producten wordt bevestigd, over voldoende gronden beschikt om te weigeren een preferentiële tariefbehandeling toe te kennen krachtens lid 1, stelt zij binnen twee maanden na ontvangst van dat advies de douaneautoriteit van de partij van uitvoer in kennis van haar voornemen om de preferentiële tariefbehandeling te weigeren. In geval van een dergelijke kennisgeving vindt binnen drie maanden na de datum van de kennisgeving op verzoek van een partij overleg plaats. De partijen kunnen de termijn voor overleg in onderlinge overeenstemming per geval verlengen. Het overleg kan plaatsvinden volgens de procedure die wordt vastgesteld door het bij artikel 22.3 ingestelde Comité voor oorsprongsregels en douanegerelateerde aangelegenheden. Na het verstrijken van de termijn voor overleg kan de douaneautoriteit van de partij van invoer uitsluitend weigeren de preferentiële tariefbehandeling toe te kennen wanneer zij daartoe over voldoende gronden beschikt en nadat zij de importeur in de gelegenheid heeft gesteld te worden gehoord.
ARTIKEL 3.25
Vertrouwelijkheid
1. Elke partij respecteert in overeenstemming met haar wet- en regelgeving de vertrouwelijke aard van alle haar door de andere partij op grond van dit hoofdstuk verstrekte informatie en beschermt deze informatie tegen openbaarmaking.
2. De door de autoriteiten van de partij van invoer op grond van dit hoofdstuk verkregen informatie mag door die autoriteiten alleen met het oog op de toepassing van dit hoofdstuk worden gebruikt.
3. Tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald, worden vertrouwelijke zakelijke gegevens die de douaneautoriteit van de partij van uitvoer of de douaneautoriteit van de partij van invoer door de toepassing van de artikelen 3.21 en 3.22 van de exporteur heeft verkregen, niet openbaar gemaakt.
4. De op grond van dit hoofdstuk door de douaneautoriteit van de partij van invoer verkregen informatie wordt door de partij van invoer niet gebruikt in strafrechtelijke procedures, tenzij de partij van uitvoer in overeenstemming met haar wet- en regelgeving daarvoor toestemming verleent.
ARTIKEL 3.26
Administratieve maatregelen en sancties
Elke partij legt in overeenstemming met haar wet- en regelgeving administratieve maatregelen en, in voorkomend geval, sancties op aan ieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel een preferentiële tariefbehandeling voor een product te verkrijgen, die niet aan de verplichtingen van artikel 3.19 voldoet, die niet het bewijsmateriaal als bedoeld in artikel 3.22, lid 3, verstrekt of die niet het bezoek als bedoeld in artikel 3.22, lid 3, toestaat.
AFDELING C
Diversen
ARTIKEL 3.27
Toepassing van dit hoofdstuk op Ceuta en Melilla
1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk vallen van de zijde van de Europese Unie Ceuta en Melilla niet onder de term „partij”.
2. Producten van oorsprong uit Japan die in Ceuta of Melilla worden ingevoerd, zijn in elk opzicht krachtens deze overeenkomst voorwerp van dezelfde douanebehandeling als die welke op grond van protocol nr. 2 bij de Akte van Toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Republiek Portugal tot de Europese Gemeenschappen van toepassing is op producten van oorsprong uit het douanegebied van de Europese Unie. Japan past op de invoer van onder deze overeenkomst vallende producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla krachtens deze overeenkomst dezelfde douanebehandeling toe als op producten van oorsprong uit de Europese Unie die vanuit de Unie worden ingevoerd.
3. De oorsprongsregels en oorsprongsprocedures in het kader van dit hoofdstuk zijn mutatis mutandis van toepassing op producten die vanuit Japan naar Ceuta en Melilla worden uitgevoerd en op producten die vanuit Ceuta en Melilla naar Japan worden uitgevoerd.
4. Artikel 3.5 is van toepassing op de invoer en de uitvoer van producten tussen de Europese Unie, Japan en Ceuta en Melilla.
5. Ceuta en Melilla worden als één grondgebied beschouwd.
6. De douaneautoriteit van het Koninkrijk Spanje is verantwoordelijk voor de toepassing van dit artikel in Ceuta en Melilla.
ARTIKEL 3.28
Comité voor oorsprongsregels en douanegerelateerde aangelegenheden
1. Het bij artikel 22.3 ingestelde Comité voor oorsprongsregels en douanegerelateerde aangelegenheden (hierna in dit hoofdstuk „het Comité” genoemd) is verantwoordelijk voor de daadwerkelijke toepassing en werking van dit hoofdstuk, naast de andere in artikel 4.14, lid 1, vermelde taken.
2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk heeft het Comité de volgende taken:
a) |
evalueren van en zo nodig doen van passende aanbevelingen aan het Gemengd Comité over:
|
b) |
opstellen van toelichtingen om de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk te vergemakkelijken; |
c) |
vaststellen van de overlegprocedure als bedoeld in artikel 3.24, lid 3, en |
d) |
zich buigen over alle andere door de vertegenwoordigers van de partijen overeengekomen aangelegenheden met betrekking tot dit hoofdstuk. |
ARTIKEL 3.29
Overgangsbepalingen voor doorvoer of opslag van producten
De bepalingen van deze overeenkomst kunnen worden toegepast op producten die voldoen aan de bepalingen van dit hoofdstuk en die zich op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst hetzij in doorvoer tussen de partij van uitvoer en de partij van invoer hetzij onder douanetoezicht in de partij van invoer bevinden zonder dat invoerrechten en belastingen zijn betaald, op voorwaarde dat binnen twaalf maanden na die datum bij de douaneautoriteit van de partij van invoer een verzoek om preferentiële tariefbehandeling als bedoeld in artikel 3.16 wordt ingediend.
Aantekening 3
Toepassing van bijlage 3-B
1. |
Artikel 3.2, lid 3, betreffende producten die de oorsprongsstatus hebben verkregen en die bij de productie van andere producten worden gebruikt, is van toepassing ongeacht of die oorsprongsstatus werd verkregen in dezelfde fabriek in een partij als deze waar die producten worden gebruikt. |
2. |
Wanneer in een productspecifieke oorsprongsregel is vastgesteld dat bepaalde niet van oorsprong zijnde materialen niet mogen worden gebruikt, of dat de waarde of het gewicht van bepaalde niet van oorsprong zijnde materialen een bepaalde grens niet mag overschrijden, zijn deze vereisten niet van toepassing op niet van oorsprong zijnde materialen die elders in het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld. |
3. |
Wanneer in een productspecifieke oorsprongsregel is vastgesteld dat een product uit een bepaald materiaal moet worden geproduceerd, betekent dit niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan dat vereiste kunnen voldoen. |
Aantekening 4
Berekening van een maximale waarde van niet van oorsprong zijnde materialen en van een minimale regionale inbreng
Definities
1. |
Voor de toepassing van productspecifieke oorsprongsregels wordt verstaan onder:
a) „douanewaarde”: de waarde zoals bepaald overeenkomstig de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel van 1994; b) „EXW”:
c) „FOB”:
d) „MaxNOM”: de maximale waarde aan niet van oorsprong zijnde materialen, uitgedrukt als een percentage; e) „RVC”: de minimale regionale inbreng van een product, uitgedrukt als een percentage, en f) „VNM”: de waarde aan bij de productie van het product gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen, te weten de douanewaarde ervan op het tijdstip van invoer, inclusief de vervoerskosten, eventuele verzekeringskosten, verpakkingskosten en alle andere bij het vervoer van de materialen naar de haven van invoer in de partij waar de producent van het product is gevestigd gemaakte kosten. Indien deze waarde niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, wordt gebruikgemaakt van de eerste controleerbare prijs die in een van beide partijen voor de niet van oorsprong zijnde materialen is betaald. |
2. |
Voor de berekening van MaxNOM en RVC zijn de volgende formules van toepassing:
|
Aantekening 5
Definities van processen als bedoeld in de afdelingen V, VI en VII in bijlage 3-B
Voor de toepassing van productspecifieke oorsprongsregels wordt verstaan onder:
a) „biotechnologische verwerking”:
i) |
biologische of biotechnologische kweek (inclusief celkweek), hybridisatie of genetische modificatie van micro-organismen (bacteriën, virussen (inclusief fagen) enz.) of menselijke, dierlijke of plantencellen, en |
ii) |
productie, isolatie of zuivering van cellulaire of intercellulaire structuren (zoals geïsoleerde genen, genfragmenten en plasmiden), of fermentatie; |
b) „wijziging van de deeltjesgrootte”: doelbewuste en gecontroleerde modificatie van de deeltjesgrootte van een product, op andere wijze dan door louter pletten of persen, waardoor een product wordt verkregen met een bepaalde deeltjesgrootte, deeltjesgrootteverdeling of oppervlakte die relevant is voor de doeleinden van het verkregen product, en met fysieke of chemische kenmerken die verschillen van deze van de inputmaterialen;
c) „chemische reactie”: proces (met inbegrip van een biochemisch proces) waarmee een molecule met een nieuwe structuur wordt verkregen door de intramoleculaire verbindingen te verbreken en nieuwe intramoleculaire verbindingen tot stand te brengen, of door de ruimtelijke ordening van de atomen in een molecule te wijzigen, met uitzondering van de onderstaande processen, die voor de toepassing van deze definitie niet als chemische reactie gelden:
i) |
oplossing in water of in een ander oplosmiddel; |
ii) |
verwijdering van oplosmiddelen, met inbegrip van als oplosmiddel gebruikt water, of |
iii) |
toevoeging of verwijdering van kristalwater; |
d) „distillatie”:
i) |
atmosferische distillatie: scheidingsproces waarbij aardolie in een distilleerkolom volgens kookpunt in fracties wordt omgezet en de damp vervolgens in verschillende vloeibaar gemaakte fracties wordt gecondenseerd; voorbeelden van door aardoliedistillatie verkregen producten zijn vloeibaar petroleumgas, nafta, benzine, kerosine, diesel of stookolie, lichte gasolie en smeerolie, en |
ii) |
vacuümdistillatie: distillatie bij een druk die lager is dan de atmosferische druk, maar niet zo laag dat het proces als moleculaire distillatie zou worden aangemerkt; vacuümdistillatie wordt gebruikt voor het distilleren van hoogkokende en warmtegevoelige materialen zoals zware distillaten in aardolie, om lichte tot zware vacuüm gasoliën en residu te produceren; |
e) „isomerenscheiding”: isolatie of scheiding van isomeren uit een mengsel van isomeren;
f) „vermenging”: doelbewuste en proportioneel gecontroleerde vermenging (met inbegrip van dispersie) van materialen, anders dan de toevoeging van verdunningsmiddelen, uitsluitend om te voldoen aan van tevoren vastgelegde specificaties, resulterend in de productie van een product met fysieke of chemische kenmerken die relevant zijn voor de doeleinden van het product en die verschillen van deze van de inputmaterialen;
g) „productie van standaardmateriaal” (met inbegrip van standaardoplossingen): productie van een preparaat dat geschikt is voor analytische, kalibrerings- of referentiedoeleinden met precieze, door de fabrikant gecertificeerde graden van zuiverheid of verhoudingen, en
h) „zuivering”: proces dat resulteert in de verwijdering van ten minste 80 % van de aanwezige onzuiverheden.
Aantekening 6
Definities van termen gebruikt in afdeling XI in bijlage 3-B
Voor de toepassing van productspecifieke oorsprongsregels wordt verstaan onder:
a) „synthetische of kunstmatige vezels”: kabel van synthetische of kunstmatige filamenten, synthetische of kunstmatige stapelvezels of afval daarvan, van de posten 55.01 tot en met 55.07;
b) „natuurlijke vezels”: andere dan synthetische of kunstmatige vezels. Het gebruik ervan is beperkt tot het stadium vóór het spinnen, met inbegrip van afval, en omvat, tenzij anders vermeld, ook vezels die zijn gekaard, gekamd of anderszins bewerkt, doch niet gesponnen; „natuurlijke vezels” omvat paardenhaar van post 05.11, zijde van de posten 50.02 en 50.03, wol, fijn of grof haar van de posten 51.01 tot en met 51.05, katoen van de posten 52.01 tot en met 52.03 en andere plantaardige vezels van de posten 53.01 tot en met 53.05;
c) „bedrukken”: techniek waarmee aan een textielsubstraat door middel van digitale, zeef-, wals- of transfertechnieken een permanente objectief te beoordelen functie, zoals kleur, ontwerp of technische prestatie, wordt verleend, en
d) „bedrukken (als zelfstandige bewerking)”: techniek waarmee aan een textielsubstraat door middel van digitale, zeef-, wals- of transfertechnieken een permanente objectief te beoordelen functie, zoals kleur, ontwerp of technische prestatie, wordt verleend, samen met ten minste twee bewerkingen (voorbewerking of afwerking, zoals wassen, bleken, merceriseren, thermofixeren, ruwen, kalanderen, krimpvrij maken, permanent finish, decatiseren, impregneren, herstellen en noppen, scheren, schroeien, droogtrommelproces, spanproces, vermalen, stomen en krimpen alsook nat decatiseren), mits de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product.
Aantekening 7
Toleranties voor producten die twee of meer basistextielmaterialen bevatten
1. |
Voor de toepassing van deze aantekening wordt onder basistextielmaterialen verstaan:
|
2. |
Wanneer in bijlage 3-B naar deze aantekening wordt verwezen, zijn de in kolom 2 van bijlage 3-B genoemde vereisten bij wijze van tolerantie niet van toepassing op bij de productie van een product gebruikte niet van oorsprong zijnde basistextielmaterialen, mits:
Bijvoorbeeld: Voor een weefsel van wol van post 51.12 bevattende garen van wol van post 51.07, synthetisch garen van stapelvezels van post 55.09 en andere materialen dan basistextielmaterialen mag niet van oorsprong zijnd garen van wol dat niet aan de vereisten van bijlage 3-B voldoet of niet van oorsprong zijnd synthetisch garen dat niet aan de vereisten van bijlage 3-B voldoet, of een combinatie van beide, worden gebruikt, mits het totale gewicht ervan niet hoger is dan 10 % van het gewicht van alle basistextielmaterialen. |
3. |
Niettegenstaande aantekening 7.2, onder b), bedraagt de tolerantie voor producten bevattende „garen van polyurethaan, met soepele segmenten van polyether, al dan niet omwoeld” ten hoogste 20 %. Het percentage van de andere niet van oorsprong zijnde basistextielmaterialen mag evenwel niet meer dan 10 % bedragen. |
4. |
Niettegenstaande aantekening 7.2, onder b), bedraagt de tolerantie voor producten bevattende „strippen bestaande uit een kern van aluminiumfolie of van kunststoffolie, al dan niet bedekt met aluminiumpoeder, met een breedte van niet meer dan 5 mm, welke kern met behulp van een doorzichtig of gekleurd kleefmiddel is bevestigd tussen twee strippen kunststoffolie” ten hoogste 30 %. Het percentage van de andere niet van oorsprong zijnde basistextielmaterialen mag evenwel niet meer dan 10 % bedragen. |
5. |
Voor producten van de posten 51.06 tot en met 51.10 en van de posten 52.04 tot en met 52.07 mogen niet van oorsprong zijnde synthetische of kunstmatige vezels worden gebruikt bij het spinnen van natuurlijke vezels, mits het totale gewicht ervan niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product. |
Aantekening 8
Andere toleranties voor bepaalde textielproducten
1. |
Wanneer in bijlage 3-B naar deze aantekening wordt verwezen, mogen niet van oorsprong zijnde textielmaterialen (met uitzondering van voeringen en tussenvoeringen) die niet voldoen aan de in kolom 2 van bijlage 3-B genoemde vereisten voor een geconfectioneerd textielproduct, worden gebruikt, mits deze onder een andere post vallen dan het product en de waarde ervan niet hoger is dan 8 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het product. |
2. |
Niet van oorsprong zijnde materialen die niet onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 zijn ingedeeld, mogen zonder beperking worden gebruikt bij de productie van textielproducten die onder hoofdstuk 61, 62 of 63 zijn ingedeeld, ongeacht of zij textiel bevatten.
Bijvoorbeeld: Wanneer uit hoofde van een vereiste van bijlage 3-B voor een bepaald textielartikel (zoals een pantalon) garen moet worden gebruikt, dan sluit dit het gebruik van niet van oorsprong zijnde artikelen van metaal (zoals knopen) niet uit, omdat artikelen van metaal niet zijn ingedeeld in de hoofdstukken 50 tot en met 63. Om dezelfde reden is het gebruik van niet van oorsprong zijnde ritssluitingen toegelaten, al bevatten deze normalerwijze ook textiel. |
3. |
Wanneer een vereiste van bijlage 3-B bestaat in een maximumwaarde voor niet van oorsprong zijnde materialen wordt bij de berekening van de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen rekening gehouden met de waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die niet zijn ingedeeld in de hoofdstukken 50 tot en met 63. |
(1) Voor alle duidelijkheid: wanneer in het kader van vereiste wijziging in tariefindeling wordt voorzien in een uitzondering voor een wijziging vanuit bepaalde hoofdstukken, posten of onderverdelingen mogen de niet van oorsprong zijnde materialen van die hoofdstukken, posten of onderverdelingen noch individueel, noch gezamenlijk worden gebruikt.
BIJLAGE 3-B
PRODUCTSPECIFIEKE OORSPRONGSREGELS
Kolom 1 Indeling op basis van het geharmoniseerd systeem (2017), inclusief specifieke beschrijving |
Kolom 2 Productspecifieke oorsprongsregel |
||||||||||||
AFDELING I |
LEVENDE DIEREN EN PRODUCTEN VAN HET DIERENRIJK |
||||||||||||
Hoofdstuk 1 |
Levende dieren |
||||||||||||
01.01-01.06 |
Alle dieren van hoofdstuk 1 zijn volledig verkregen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 2 |
Vlees en eetbare slachtafvallen |
||||||||||||
02.01-02.10 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 1 en 2 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 3 |
Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren |
||||||||||||
|
Alle Atlantische blauwvintonijn (Thunnus thynnus) is volledig verkregen, of productie waarbij Atlantische blauwvintonijn (Thunnus thynnus) gedurende een periode van ten minste drie maanden in kweek- en mestbedrijven in een partij wordt gekooid en vervolgens gevoederd en gemest/gekweekt. De duur van het mesten of kweken wordt vastgesteld aan de hand van de op het elektronisch vangstdocument voor blauwvintonijn (eBCD) van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT) vermelde data van het kooien en van het vangen. |
||||||||||||
|
Alle vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren zijn volledig verkregen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 4 |
Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhoning; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen |
||||||||||||
04.01-04.10 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 5 |
Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen |
||||||||||||
05.01-05.11 |
VP |
||||||||||||
AFDELING II |
PRODUCTEN VAN HET PLANTENRIJK |
||||||||||||
Hoofdstuk 6 |
Levende planten en producten van de bloementeelt |
||||||||||||
06.01-06.04 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 6 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 7 |
Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden |
||||||||||||
07.01-07.14 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 8 |
Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen |
||||||||||||
08.01-08.14 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 8 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 9 |
Koffie, thee, maté en specerijen |
||||||||||||
09.01 |
VOV, of vermengen. |
||||||||||||
0902.10-0902.20 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van de onderverdelingen 0902.10 en 0902.20 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
0902.30-0903.00 |
VOV, of vermengen. |
||||||||||||
09.04-09.10 |
VOV, of vermengen, fijnmaken of malen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 10 |
Granen |
||||||||||||
10.01-10.08 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 11 |
Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten |
||||||||||||
11.01-11.09 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 10 en 11, van de posten 07.01, 07.13, 07.14 en 23.03, van onderverdeling 0710.10 alsook gedroogde aardappelen van onderverdeling 0712.90 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 12 |
Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en voor geneeskundig gebruik; stro en voeder |
||||||||||||
12.01 |
VP |
||||||||||||
12.02-12.14 |
VP, met uitzondering van post 12.01. |
||||||||||||
Hoofdstuk 13 |
Gommen, harsen en andere plantensappen en plantenextracten |
||||||||||||
1301.20-1302.19 |
VP |
||||||||||||
1302.20 |
VOV; niet van oorsprong zijnde pectinestoffen mogen evenwel worden gebruikt. |
||||||||||||
1302.31 |
VP |
||||||||||||
1302.32 |
VOV; niet van oorsprong zijnde plantenslijmen en bindmiddelen uit sint-jansbrood mogen evenwel worden gebruikt. |
||||||||||||
1302.39 |
VP |
||||||||||||
Hoofdstuk 14 |
Stoffen voor het vlechten en andere producten van plantaardige oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen |
||||||||||||
14.01-14.04 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 14 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
AFDELING III |
VETTEN EN OLIËN (DIERLIJKE EN PLANTAARDIGE) EN DISSOCIATIEPRODUCTEN DAARVAN; BEWERKT SPIJSVET; WAS VAN DIERLIJKE OF VAN PLANTAARDIGE OORSPRONG |
||||||||||||
Hoofdstuk 15 |
Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong |
||||||||||||
15.01-15.06 |
VP |
||||||||||||
15.07 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van de posten 12.01 en 15.07 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
15.08 |
VP |
||||||||||||
15.09-15.10 |
Productie waarbij alle gebruikte plantaardige materialen volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
15.11-15.13 |
VP |
||||||||||||
15.14 |
|
||||||||||||
|
Productie waarbij alle gebruikte materialen van de posten 12.05 en 15.14 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
|
VP |
||||||||||||
15.15 |
|
||||||||||||
|
Productie waarbij alle gebruikte materialen van de posten 10.06 en 15.15 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
|
VP |
||||||||||||
1516.10-1517.10 |
VP |
||||||||||||
1517.90 |
|
||||||||||||
|
VH |
||||||||||||
|
VP |
||||||||||||
15.18-15.22 |
VP |
||||||||||||
AFDELING IV |
PRODUCTEN VAN DE VOEDSELINDUSTRIE; DRANKEN, ALCOHOLHOUDENDE VLOEISTOFFEN EN AZIJN; TABAK EN TOT VERBRUIK BEREIDE TABAKSSURROGATEN |
||||||||||||
Hoofdstuk 16 |
Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren |
||||||||||||
16.01-16.02 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2, 3 en 16 en van post 10.06 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
16.03 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2, 3 en 16 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
16.04-16.05 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2, 3 en 16 en van post 10.06 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 17 |
Suiker en suikerwerk |
||||||||||||
17.01 |
VP |
||||||||||||
17.02 |
VP, mits:
|
||||||||||||
17.03 |
VP |
||||||||||||
17.04 |
VP, mits het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 17.01 en 17.02 niet hoger is dan 40 % van het gewicht van het product. |
||||||||||||
Hoofdstuk 18 |
Cacao en bereidingen daarvan |
||||||||||||
18.01-18.05 |
VP |
||||||||||||
18.06 |
VP, mits:
|
||||||||||||
Hoofdstuk 19 |
Bereidingen van granen, van meel, van zetmeel of van melk; gebak |
||||||||||||
19.01 |
VH, mits:
|
||||||||||||
19.02 |
VH, mits:
|
||||||||||||
19.03 |
VH, mits het totale gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van de posten 10.06 en 11.01 tot en met 11.08 niet hoger is dan 10 % van het gewicht van het product. |
||||||||||||
19.04 |
VH, mits:
|
||||||||||||
19.05 |
VP, mits:
|
||||||||||||
Hoofdstuk 20 |
Bereidingen van groenten, van vruchten, van noten of van andere plantendelen |
||||||||||||
20.01 |
VH |
||||||||||||
20.02-20.03 |
Productie waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
20.04-20.08 |
VP, mits de gebruikte bonen (Vigna spp., Phaseolus spp.), erwten (Pisum sativum), ananassen, sinaasappelen, aardappelen en asperges volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
20.09 |
VP, mits de gebruikte ananassen, sinaasappelen, tomaten, appelen en druiven volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 21 |
Diverse producten voor menselijke consumptie |
||||||||||||
21.01 |
VH, mits:
|
||||||||||||
2102.10-2103.10 |
VP |
||||||||||||
2103.20 |
VH, met uitzondering van de posten 07.02 en 20.02. |
||||||||||||
2103.30 |
VOV; niet van oorsprong zijnd mosterdmeel mag evenwel worden gebruikt. |
||||||||||||
2103.90 |
VOV |
||||||||||||
21.04 |
VP |
||||||||||||
21.05 |
VP, mits:
|
||||||||||||
21.06 |
VP, mits:
|
||||||||||||
Hoofdstuk 22 |
Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn |
||||||||||||
22.01 |
VP |
||||||||||||
22.02 |
VP, mits:
|
||||||||||||
22.03-22.08 |
VP, met uitzondering van de posten 22.07 en 22.08, mits:
|
||||||||||||
22.09 |
VP, met uitzondering van de posten 22.07 en 22.08, mits alle gebruikte materialen van post 10.06 en van de onderverdelingen 0806.10, 2009.61 en 2009.69 volledig zijn verkregen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 23 |
Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren |
||||||||||||
23.01 |
VP |
||||||||||||
23.02-23.03 |
VP, mits het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 10 niet hoger is dan 20 % van het gewicht van het product. |
||||||||||||
23.04-23.08 |
VP |
||||||||||||
23.09 |
VP, mits:
|
||||||||||||
Hoofdstuk 24 |
Tabak en tot verbruik bereide tabakssurrogaten |
||||||||||||
24.01 |
VH |
||||||||||||
2402.10 |
VP, mits het gewicht van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van hoofdstuk 24 niet hoger is dan 30 % van het gewicht van het product. |
||||||||||||
2402.20-2403.99 |
VP; MaxNOM 35 % (EXW), of RVC 70 % (FOB). |
||||||||||||
AFDELING V |
MINERALE PRODUCTEN Aantekening bij de afdeling: zie bijlage 3-A, aantekening 5, voor de definities van de in deze afdeling bedoelde regels voor horizontale verwerking. |
||||||||||||
Hoofdstuk 25 |
Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement |
||||||||||||
25.01 |
VP |
||||||||||||
25.02-25.30 |
VP; MaxNOM 70 % (EXW), of RVC 35 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 26 |
Ertsen, slakken en assen |
||||||||||||
26.01-26.21 |
VP |
||||||||||||
Hoofdstuk 27 |
Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was |
||||||||||||
27.01-27.09 |
VP; het ondergaan van een chemische reactie of van vermenging; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
27.10 |
VP, met uitzondering van biodiesel van de onderverdelingen 3824.99 en 3826.00, of het ondergaan van distillatie of van een chemische reactie, mits de gebruikte biodiesel (inclusief waterstofbehandelde plantaardige olie) van post 27.10 en van de onderverdelingen 3824.99 en 3826.00 wordt verkregen door verestering, omestering of waterstofbehandeling. |
||||||||||||
27.11 |
VOV, of het ondergaan van een chemische reactie. |
||||||||||||
27.12-27.15 |
VP; het ondergaan van een chemische reactie of van vermenging; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
AFDELING VI |
PRODUCTEN VAN DE CHEMISCHE EN VAN DE AANVERWANTE INDUSTRIEËN Aantekening bij de afdeling: zie bijlage 3-A, aantekening 5, voor de definities van de in deze afdeling bedoelde regels voor horizontale verwerking. |
||||||||||||
Hoofdstuk 28 |
Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen of van isotopen |
||||||||||||
28.01-28.53 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal of van isomerenscheiding; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 29 |
Organische chemische producten |
||||||||||||
2901.10-2905.42 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
2905.43-2905.44 |
VP, met uitzondering van post 17.02 en onderverdeling 3824.60. |
||||||||||||
2905.45 |
VP; niet van oorsprong zijnde materialen van onderverdeling 2905.45 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek of 15 % van de fob-prijs van het product; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
2905.49-2905.59 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
2906.11 |
VOV |
||||||||||||
2906.12-2918.13 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
2918.14-2918.15 |
VOV |
||||||||||||
2918.16-2922.41 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
2922.42 |
VOV |
||||||||||||
2922.43-2923.10 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
2923.20 |
VOV; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
2923.30-2924.24 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
2924.25-2924.29 |
VOV; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
2925.11-2938.10 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
2938.90 |
VOV; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
29.39 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
29.40 |
VOV |
||||||||||||
29.41-29.42 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 30 |
Farmaceutische producten |
||||||||||||
30.01-30.06 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 31 |
Meststoffen |
||||||||||||
31.01-31.04 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
31.05 |
|
||||||||||||
|
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
|
VP en MaxNOM 50 % (EXW), of VP en RVC 55 % (FOB); niet van oorsprong zijnde materialen van post 31.05 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek of 15 % van de fob-prijs van het product; MaxNOM 40 % (EXW), of RVC 65 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 32 |
Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; inkt |
||||||||||||
32.01-32.05 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
3206.11-3206.19 |
VP; niet van oorsprong zijnde materialen van post 32.06 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 20 % van de prijs af fabriek of 15 % van de fob-prijs van het product; MaxNOM 40 % (EXW), of RVC 65 % (FOB). |
||||||||||||
3206.20-3215.90 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 33 |
Etherische oliën en harsaroma's; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten |
||||||||||||
3301.12-3302.10 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
3302.90-3303.00 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
33.04 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van vermenging, van een wijziging van de deeltjesgrootte, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
33.05-33.07 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 34 |
Zeep, organische tensioactieve producten, wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta's, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrand gips |
||||||||||||
34.01-34.07 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal of van isomerenscheiding; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 35 |
Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen |
||||||||||||
35.01 |
VP |
||||||||||||
3502.11-3502.19 |
VP, met uitzondering van de posten 04.07 en 04.08. |
||||||||||||
3502.20–3504.00 |
VP |
||||||||||||
35.05 |
VH, met uitzondering van post 11.08. |
||||||||||||
35.06-35.07 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 36 |
Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen |
||||||||||||
36.01-36.06 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van productie van standaardmateriaal of van isomerenscheiding; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 37 |
Producten voor fotografie en cinematografie |
||||||||||||
37.01-37.07 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van productie van standaardmateriaal of van isomerenscheiding; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 38 |
Diverse producten van de chemische industrie |
||||||||||||
38.01-38.08 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
3809.10 |
VP, met uitzondering van de posten 11.08 en 35.05. |
||||||||||||
3809.91-3822.00 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
38.23 |
VOV |
||||||||||||
3824.10-3824.50 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
3824.60 |
VP, met uitzondering van post 17.02 en de onderverdelingen 2905.43 en 2905.44. |
||||||||||||
3824.71-3824.91 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
3824.99 |
|
||||||||||||
|
Productie waarbij biodiesel wordt verkregen door omestering, verestering of waterstofbehandeling. |
||||||||||||
|
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
38.25 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie, van zuivering, van productie van standaardmateriaal, van isomerenscheiding of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
38.26 |
Productie waarbij biodiesel wordt verkregen door omestering, verestering of waterstofbehandeling. |
||||||||||||
AFDELING VII |
KUNSTSTOF EN WERKEN DAARVAN; RUBBER EN WERKEN DAARVAN Aantekening bij de afdeling: zie bijlage 3-A, aantekening 5, voor de definities van de in deze afdeling bedoelde regels voor horizontale verwerking. |
||||||||||||
Hoofdstuk 39 |
Kunststof en werken daarvan |
||||||||||||
39.01-39.03 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
39.04-39.06 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
39.07-39.08 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
39.09-39.10 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
39.11 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
39.12-39.15 |
VOV; het ondergaan van een chemische reactie of van biotechnologische verwerking; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
39.16-39.26 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 40 |
Rubber en werken daarvan |
||||||||||||
40.01-40.11 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
4012.11-4012.19 |
VOV; Gebruikte banden van een nieuw loopvlak voorzien; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
4012.20-4017.00 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
AFDELING VIII |
HUIDEN, VELLEN, LEDER EN PELTERIJEN, LEDERWAREN EN BONTWERK; ZADEL- EN TUIGMAKERSWERK; REISARTIKELEN, HANDTASSEN EN DERGELIJKE BERGINGSMIDDELEN; WERKEN VAN DARMEN (ANDERE DAN POIL DE MESSINE (CRIN DE FLORENCE)) |
||||||||||||
Hoofdstuk 41 |
Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder |
||||||||||||
41.01-41.03 |
VH |
||||||||||||
4104.11- 4104.19 |
VP |
||||||||||||
4104.41-4104.49 |
VOV, met uitzondering van de onderverdelingen 4104.41 tot en met 4104.49. |
||||||||||||
4105.10 |
VP |
||||||||||||
4105.30 |
VOV |
||||||||||||
4106.21 |
VP |
||||||||||||
4106.22 |
VOV |
||||||||||||
4106.31 |
VP |
||||||||||||
4106.32 |
VOV |
||||||||||||
4106.40 |
|
||||||||||||
|
VP |
||||||||||||
|
VP, of productie uit niet van oorsprong zijnde materialen in vochtige staat. |
||||||||||||
4106.91 |
VP |
||||||||||||
4106.92 |
VOV |
||||||||||||
41.07-41.13 |
VP; niet van oorsprong zijnde materialen van de onderverdelingen 4104.41, 4104.49, 4105.30, 4106.22, 4106.32 en 4106.92 mogen evenwel worden gebruikt, mits de gelooide huiden en vellen of het niet-afgewerkte leder („crust”) in droge staat opnieuw worden gelooid. |
||||||||||||
41.14-41.15 |
VP |
||||||||||||
Hoofdstuk 42 |
Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen (andere dan poil de Messine (crin de Florence)) |
||||||||||||
42.01-42.06 |
VH; VP en MaxNOM 45 % (EXW), of VP en RVC 60 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 43 |
Pelterijen en bontwerk; namaakbont |
||||||||||||
43.01 |
VH |
||||||||||||
43.02-43.04 |
VP |
||||||||||||
AFDELING IX |
HOUT, HOUTSKOOL EN HOUTWAREN; KURK EN KURKWAREN; VLECHTWERK EN MANDENMAKERSWERK |
||||||||||||
Hoofdstuk 44 |
Hout, houtskool en houtwaren |
||||||||||||
44.01-44.21 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 45 |
Kurk en kurkwaren |
||||||||||||
45.01-45.04 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 46 |
Vlechtwerk en mandenmakerswerk |
||||||||||||
4601.21-4601.22 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
4601.29 |
VH, met uitzondering van hoofdstuk 14. |
||||||||||||
4601.92-4601.93 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
4601.94 |
VH, met uitzondering van hoofdstuk 14. |
||||||||||||
4601.99-4602.12 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
4602.19 |
VH, met uitzondering van hoofdstuk 14. |
||||||||||||
4602.90 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
AFDELING X |
HOUTPULP EN PULP VAN ANDERE CELLULOSEHOUDENDE VEZELSTOFFEN; PAPIER EN KARTON VOOR HET TERUGWINNEN (RESTEN EN AFVAL); PAPIER EN KARTON, ALSMEDE ARTIKELEN DAARVAN |
||||||||||||
Hoofdstuk 47 |
Houtpulp en pulp van andere cellulosehoudende vezelstoffen; papier en karton voor het terugwinnen (resten en afval) |
||||||||||||
47.01-47.07 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 48 |
Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren |
||||||||||||
48.01-48.23 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 49 |
Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie; geschreven of getypte teksten en plannen |
||||||||||||
49.01-49.11 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
AFDELING XI |
TEXTIELSTOFFEN EN TEXTIELWAREN Aantekening bij de afdeling: zie bijlage 3-A, aantekeningen 6, 7 en 8, voor de definities van de termen die worden gebruikt voor en de toleranties die van toepassing zijn op bepaalde producten van textielmaterialen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 50 |
Zijde |
||||||||||||
50.01 |
VP |
||||||||||||
50.02 |
VP, met uitzondering van post 50.01. |
||||||||||||
50.03 |
|
||||||||||||
|
Kaarden of kammen van afval van zijde. |
||||||||||||
|
VP |
||||||||||||
50.04-50.05 |
Spinnen van natuurlijke vezels; extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met spinnen; extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met twijnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking. |
||||||||||||
50.06 |
|
||||||||||||
|
Spinnen van natuurlijke vezels; extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met spinnen; extrusie van synthetisch of kunstmatig continufilament samen met twijnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking. |
||||||||||||
|
VP |
||||||||||||
50.07 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven; twijnen of een willekeurige mechanische bewerking samen met weven; weven samen met verven; verven van het garen samen met weven; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
Hoofdstuk 51 |
Wol, fijn of grof dierenhaar; garens en weefsels van paardenhaar (crin) |
||||||||||||
51.01-51.05 |
VP |
||||||||||||
51.06-51.10 |
Spinnen van natuurlijke vezels; extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking. |
||||||||||||
51.11-51.13 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven; weven samen met verven; verven van het garen samen met weven; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
Hoofdstuk 52 |
Katoen |
||||||||||||
52.01-52.03 |
VP |
||||||||||||
52.04-52.07 |
Spinnen van natuurlijke vezels; extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking. |
||||||||||||
52.08-52.12 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven; twijnen of een willekeurige mechanische bewerking samen met weven; weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen; verven van het garen samen met weven; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
Hoofdstuk 53 |
Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan |
||||||||||||
53.01-53.05 |
VP |
||||||||||||
53.06-53.08 |
Spinnen van natuurlijke vezels; extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking. |
||||||||||||
53.09-53.11 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven; weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen; verven van het garen samen met weven; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
Hoofdstuk 54 |
Synthetische of kunstmatige filamenten; strippen en artikelen van dergelijke vorm, van synthetische of van kunstmatige textielstoffen |
||||||||||||
54.01-54.06 |
Spinnen van natuurlijke vezels; extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking. |
||||||||||||
54.07-54.08 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven; verven van het garen samen met weven; weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen; twijnen of een willekeurige mechanische bewerking samen met weven; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
Hoofdstuk 55 |
Synthetische of kunstmatige stapelvezels |
||||||||||||
55.01-55.07 |
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels. |
||||||||||||
55.08-55.11 |
Spinnen van natuurlijke vezels; extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking. |
||||||||||||
55.12-55.16 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven; twijnen of een willekeurige mechanische bewerking samen met weven; weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen; verven van het garen samen met weven; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
Hoofdstuk 56 |
Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan |
||||||||||||
56.01 |
Spinnen van natuurlijke vezels; extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen; het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken, of het aanbrengen van een deklaag, het aanbrengen van een flockprint, het voorzien van inlagen of metalliseren samen met ten minste twee andere belangrijke voorbereidende of afwerkingsbewerkingen (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
56.02 |
|
||||||||||||
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weefselvorming, maar:
waarvan de titer van elk filament of elke vezel minder dan 9 decitex bedraagt, mogen worden gebruikt tot een totale waarde van 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product, of het maken van een gebonden textielvlies alleen in geval van vilt dat uit natuurlijke vezels is gemaakt. |
||||||||||||
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weefselvorming, of het maken van een gebonden textielvlies alleen in geval van ander vilt dat uit natuurlijke vezels is gemaakt. |
||||||||||||
5603.11-5603.14 |
Productie uit:
in beide gevallen gevolgd door binding aan een gebonden textielvlies. |
||||||||||||
5603.91-5603.94 |
Productie uit:
in beide gevallen gevolgd door binding aan een gebonden textielvlies. |
||||||||||||
5604.10 |
Productie uit draad of koord van rubber, niet omwoeld of omvlochten met textiel. |
||||||||||||
5604.90 |
Spinnen van natuurlijke vezels; extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking. |
||||||||||||
56.05 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels; extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen, of twijnen samen met een willekeurige mechanische bewerking. |
||||||||||||
56.06 |
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen; twijnen samen met omwoelen; spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels, of het aanbrengen van een flockprint samen met verven. |
||||||||||||
56.07-56.09 |
Spinnen van natuurlijke vezels, of extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met spinnen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 57 |
Tapijten Aantekening bij het hoofdstuk: voor producten van dit hoofdstuk mag juteweefsel als rug worden gebruikt. |
||||||||||||
57.01-57.05 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met tuften; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven of met tuften; productie uit kokos-, sisal- of jutegarens of klassieke ringgesponnen viscosegarens; tuften samen met verven of met bedrukken; het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken, of extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met niet-weeftechnieken, met inbegrip van naaldponsen. |
||||||||||||
Hoofdstuk 58 |
Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk |
||||||||||||
58.01-58.04 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met tuften; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven of met tuften; weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren; tuften samen met verven of met bedrukken; het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken; verven van het garen samen met weven; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
58.05 |
VP |
||||||||||||
58.06-58.09 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met tuften; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven of met tuften; weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren; tuften samen met verven of met bedrukken; het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken; verven van het garen samen met weven; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
58.10 |
Borduurwerk waarin de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen van een willekeurige post, met uitzondering van deze van het product, niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
58.11 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met tuften; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven of met tuften; weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren; tuften samen met verven of met bedrukken; het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken; verven van het garen samen met weven; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
Hoofdstuk 59 |
Weefsels, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen; technische artikelen van textielstoffen voor industrieel gebruik |
||||||||||||
59.01 |
Weven samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren, of het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken. |
||||||||||||
59.02 |
|
||||||||||||
|
Weven |
||||||||||||
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven. |
||||||||||||
59.03 |
Weven samen met impregneren, met het aanbrengen van een deklaag, met bekleden, met het voorzien van inlagen of met metalliseren; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
59.04 |
Weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met metalliseren. |
||||||||||||
59.05 |
|
||||||||||||
|
Weven, breien of het maken van een gebonden textielvlies samen met impregneren, met het aanbrengen van een deklaag, met bekleden, met het voorzien van inlagen of met metalliseren. |
||||||||||||
|
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met weven; weven, breien of het maken van een gebonden textielvlies samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen; weven samen met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
59.06 |
|
||||||||||||
|
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien of met haken; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met breien of met haken; breien of haken samen met berubberen, of berubberen samen met ten minste twee andere belangrijke voorbereidende of afwerkingsbewerkingen (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven. |
||||||||||||
|
Weven, breien of een ander proces dan weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met berubberen; verven van het garen samen met weven, met breien of met een ander proces dan weven, of berubberen samen met ten minste twee andere belangrijke voorbereidende of afwerkingsbewerkingen (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
59.07 |
Weven, breien of het maken van een gebonden textielvlies samen met verven, met bedrukken, met het aanbrengen van een deklaag, met impregneren of met bekleden; het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken, of bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
59.08 |
|
||||||||||||
|
Productie uit rondgebreide of -gehaakte buisjes. |
||||||||||||
|
VP |
||||||||||||
59.09-59.11 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven; extrusie van synthetische of kunstmatige vezels samen met weven; weven samen met verven, met het aanbrengen van een deklaag of met het voorzien van inlagen, of het aanbrengen van een deklaag, het aanbrengen van een flockprint, het voorzien van inlagen of metalliseren samen met ten minste twee andere belangrijke voorbereidende of afwerkingsbewerkingen (zoals kalanderen, krimpvrij maken, thermofixeren en permanent finish), mits de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
Hoofdstuk 60 |
Brei- en haakwerk aan het stuk |
||||||||||||
60.01-60.06 |
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien of met haken; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met breien of met haken; breien of haken samen met verven, met het aanbrengen van een flockprint, met het aanbrengen van een deklaag, met het voorzien van inlagen of met bedrukken; het aanbrengen van een flockprint samen met verven of met bedrukken; verven van het garen samen met breien of met haken, of twijnen of texturiseren samen met breien of met haken, mits de waarde van de gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-getwijnde of niet-getexturiseerde garens niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
Hoofdstuk 61 |
Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk |
||||||||||||
61.01-61.17 |
|
||||||||||||
|
Breien of haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel). |
||||||||||||
|
Spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met breien of met haken; extrusie van synthetische of kunstmatige filamentgarens samen met breien of met haken, of breien en confectioneren in één bewerking. |
||||||||||||
Hoofdstuk 62 |
Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk |
||||||||||||
62.01 |
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.02 |
|
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.03 |
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.04 |
|
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.05 |
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.06 |
|
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.07-62.08 |
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.09 |
|
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.10 |
|
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of het aanbrengen van een deklaag of het voorzien van inlagen samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde weefsel zonder deklaag of zonder inlagen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.11 |
|
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.12 |
|
||||||||||||
|
Breien samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.13-62.14 |
|
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel); productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product, of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.15 |
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.16 |
|
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of het aanbrengen van een deklaag of het voorzien van inlagen samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde weefsel zonder deklaag of zonder inlagen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
62.17 |
|
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel); productie uit niet-geborduurd weefsel, mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product, of confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel) voorafgegaan door bedrukken (als zelfstandige bewerking). |
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of het aanbrengen van een deklaag of het voorzien van inlagen samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde weefsel zonder deklaag of zonder inlagen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
VP, mits de waarde van alle gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel). |
||||||||||||
Hoofdstuk 63 |
Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen of assortimenten; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden |
||||||||||||
63.01-63.04 |
|
||||||||||||
|
Het maken van een gebonden textielvlies samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel). |
||||||||||||
|
|
||||||||||||
|
Weven, breien of haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel), of productie uit niet-geborduurd weefsel (ander dan van brei- of haakwerk), mits de waarde van het gebruikte niet van oorsprong zijnde niet-geborduurde weefsel niet hoger is dan 40 % van de prijs af fabriek of 35 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
Weven, breien of haken samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel). |
||||||||||||
63.05 |
Extrusie van synthetische of kunstmatige vezels of het spinnen van natuurlijke of synthetische of kunstmatige stapelvezels samen met weven of met breien en confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel). |
||||||||||||
63.06 |
|
||||||||||||
|
Het maken van een gebonden textielvlies samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel). |
||||||||||||
|
Weven samen met confectioneren (met inbegrip van snijden van weefsel). |
||||||||||||
63.07 |
MaxNOM 40 % (EXW), of RVC 65 % (FOB). |
||||||||||||
63.08 |
Elk onderdeel van het stel of het assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van ten hoogste 15 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het stel of het assortiment. |
||||||||||||
63.09-63.10 |
VP |
||||||||||||
AFDELING XII |
SCHOEISEL, HOOFDDEKSELS, PARAPLU'S, PARASOLS, WANDELSTOKKEN, ZITSTOKKEN, ZWEPEN, RIJZWEPEN, ALSMEDE DELEN DAARVAN; GEPREPAREERDE VEREN EN ARTIKELEN VAN VEREN; KUNSTBLOEMEN; WERKEN VAN MENSENHAAR |
||||||||||||
Hoofdstuk 64 |
Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen; delen daarvan |
||||||||||||
64.01-64.06 |
VH; VP, met uitzondering van de posten 64.01 tot en met 64.05 en van samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool van onderverdeling 6406.90 en MaxNOM 50 % (EXW), of VP, met uitzondering van de posten 64.01 tot en met 64.05 en van samenvoegingen van bovendelen met een binnenzool van onderverdeling 6406.90 en RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 65 |
Hoofddeksels en delen daarvan |
||||||||||||
65.01-65.07 |
VP |
||||||||||||
Hoofdstuk 66 |
Paraplu's, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan |
||||||||||||
66.01-66.03 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 67 |
Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar |
||||||||||||
67.01-67.04 |
VP |
||||||||||||
AFDELING XIII |
WERKEN VAN STEEN, VAN GIPS, VAN CEMENT, VAN ASBEST, VAN MICA EN VAN DERGELIJKE STOFFEN; KERAMISCHE PRODUCTEN; GLAS EN GLASWERK |
||||||||||||
Hoofdstuk 68 |
Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen |
||||||||||||
68.01-68.15 |
VP; MaxNOM 70 % (EXW), of RVC 35 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 69 |
Keramische producten |
||||||||||||
69.01-69.14 |
VP |
||||||||||||
Hoofdstuk 70 |
Glas en glaswerk |
||||||||||||
70.01-70.05 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
70.06 |
|
||||||||||||
|
VP, of productie uit niet-beklede platen van glas (substraten) van post 70.06. |
||||||||||||
|
VP, met uitzondering van de posten 70.02 tot en met 70.05. |
||||||||||||
70.07 (1)-70.09 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
70.10 |
|
||||||||||||
|
VP; niet van oorsprong zijnde materialen van post 70.10 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 15 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
70.11 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
70.13 |
VP; niet van oorsprong zijnde materialen van post 70.13 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 15 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
70.14-70.17 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
7018.10 |
VP |
||||||||||||
7018.20 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
7018.90 |
VP |
||||||||||||
70.19-70.20 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
AFDELING XIV |
NATUURLIJKE EN GEKWEEKTE PARELS, EDELSTENEN EN HALFEDELSTENEN, EDELE METALEN EN METALEN GEPLATEERD MET EDELE METALEN, ALSMEDE WERKEN DAARVAN; FANCYBIJOUTERIEËN; MUNTEN |
||||||||||||
Hoofdstuk 71 |
Natuurlijke en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten |
||||||||||||
71.01 |
VH |
||||||||||||
71.02-71.04 |
VOV |
||||||||||||
71.05 |
VP |
||||||||||||
71.06 |
|
||||||||||||
|
VP, met uitzondering van de posten 71.06, 71.08 en 71.10; elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10, of fusie of legering van edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10 onderling of met onedele metalen, of zuivering. |
||||||||||||
|
Productie uit onbewerkte edele metalen. |
||||||||||||
71.07 |
|
||||||||||||
|
Productie uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt. |
||||||||||||
|
VP |
||||||||||||
71.08 |
|
||||||||||||
|
VP, met uitzondering van de posten 71.06, 71.08 en 71.10; elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10, of fusie of legering van edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10 onderling of met onedele metalen, of zuivering. |
||||||||||||
|
Productie uit onbewerkte edele metalen. |
||||||||||||
71.09 |
|
||||||||||||
|
Productie uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt. |
||||||||||||
|
VP |
||||||||||||
71.10 |
|
||||||||||||
|
VP, met uitzondering van de posten 71.06, 71.08 en 71.10; elektrolytische, thermische of chemische scheiding van edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10, of fusie of legering van edele metalen van de posten 71.06, 71.08 en 71.10 onderling of met onedele metalen, of zuivering. |
||||||||||||
|
Productie uit onbewerkte edele metalen. |
||||||||||||
71.11 |
|
||||||||||||
|
Productie uit metalen geplateerd met edele metalen, onbewerkt. |
||||||||||||
|
VP |
||||||||||||
71.12 |
VP |
||||||||||||
71.13-71.17 |
VP, met uitzondering van de posten 71.13 tot en met 71.17; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
71.18 |
VP |
||||||||||||
AFDELING XV |
ONEDELE METALEN EN WERKEN DAARVAN |
||||||||||||
Hoofdstuk 72 |
Gietijzer, ijzer en staal |
||||||||||||
72.01-72.06 |
VP |
||||||||||||
72.07 |
VP, met uitzondering van post 72.06. |
||||||||||||
72.08-72.17 |
VP, met uitzondering van de posten 72.08 tot en met 72.17. |
||||||||||||
7218.10 |
VP |
||||||||||||
7218.91-7218.99 |
VP, met uitzondering van post 72.06. |
||||||||||||
72.19-72.23 |
VP, met uitzondering van de posten 72.19 tot en met 72.23. |
||||||||||||
7224.10 |
VP |
||||||||||||
7224.90 |
VP, met uitzondering van post 72.06. |
||||||||||||
72.25-72.29 |
VP, met uitzondering van de posten 72.25 tot en met 72.29. |
||||||||||||
Hoofdstuk 73 |
Werken van gietijzer, van ijzer en van staal |
||||||||||||
7301.10 |
VH, met uitzondering van de posten 72.08 tot en met 72.17. |
||||||||||||
7301.20 |
VP |
||||||||||||
73.02 |
VH, met uitzondering van de posten 72.08 tot en met 72.17. |
||||||||||||
73.03 |
VP |
||||||||||||
73.04-73.06 |
VH, met uitzondering van de posten 72.13 tot en met 72.17, 72.21 tot en met 72.23 en 72.25 tot en met 72.29. |
||||||||||||
73.07 |
|
||||||||||||
|
VP, met uitzondering van gesmede onbewerkte stukken van post 72.07; niet van oorsprong zijnde gesmede onbewerkte stukken van post 72.07 mogen evenwel worden gebruikt tot een totale waarde van 50 % van de prijs af fabriek of 45 % van de fob-prijs van het product. |
||||||||||||
|
VP |
||||||||||||
73.08 |
VP, met uitzondering van onderverdeling 7301.20; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
7309.00-7315.19 |
VP |
||||||||||||
7315.20 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
7315.81-7319.90 |
VP |
||||||||||||
7320.10 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
7320.20-7326.90 |
VP |
||||||||||||
Hoofdstuk 74 |
Koper en werken van koper |
||||||||||||
74.01-74.02 |
VP |
||||||||||||
74.03 |
VOV |
||||||||||||
74.04-74.19 |
VP |
||||||||||||
Hoofdstuk 75 |
Nikkel en werken van nikkel |
||||||||||||
75.01-75.04 |
VOV |
||||||||||||
75.05-75.08 |
VP |
||||||||||||
Hoofdstuk 76 |
Aluminium en werken van aluminium |
||||||||||||
76.01 |
VOV |
||||||||||||
76.02-76.06 |
VP en MaxNOM 50 % (EXW), of VP en RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
76.07 |
VP, met uitzondering van post 76.06. |
||||||||||||
7608.10-7616.91 |
VP en MaxNOM 50 % (EXW), of VP en RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
7616.99 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 78 |
Lood en werken van lood |
||||||||||||
7801.10 |
VOV |
||||||||||||
7801.91-7801.99 |
VP, met uitzondering van post 78.02. |
||||||||||||
78.02-78.04 |
VP |
||||||||||||
78.06 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 79 |
Zink en werken van zink |
||||||||||||
79.01-79.07 |
VP |
||||||||||||
Hoofdstuk 80 |
Tin en werken van tin |
||||||||||||
80.01-80.07 |
VP |
||||||||||||
Hoofdstuk 81 |
Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen |
||||||||||||
81.01-81.13 |
VOV, of productie uit niet van oorsprong zijnde materialen van een willekeurige post door raffinage, smelting of thermische metaalbewerking. |
||||||||||||
Hoofdstuk 82 |
Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal |
||||||||||||
8201.10-8205.70 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
8205.90 |
VP; niet van oorsprong zijnd gereedschap van post 82.05 mag evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van 15 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het stel of het assortiment. |
||||||||||||
82.06 |
VP, met uitzondering van de posten 82.02 tot en met 82.05; niet van oorsprong zijnd gereedschap van de posten 82.02 tot en met 82.05 mag evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van 15 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het stel of het assortiment. |
||||||||||||
82.07-82.15 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 83 |
Allerlei werken van onedele metalen |
||||||||||||
83.01-83.11 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
AFDELING XVI |
MACHINES, TOESTELLEN EN ELEKTROTECHNISCH MATERIEEL, ALSMEDE DELEN DAARVAN; TOESTELLEN VOOR HET OPNEMEN OF HET WEERGEVEN VAN GELUID, VOOR HET OPNEMEN OF HET WEERGEVEN VAN BEELDEN EN GELUID VOOR TELEVISIE, ALSMEDE DELEN EN TOEBEHOREN VAN DEZE TOESTELLEN |
||||||||||||
Hoofdstuk 84 |
Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan |
||||||||||||
84.01-84.06 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
84.07-84.08 (2) |
MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
84.09-84.24 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
84.25-84.30 |
VP, met uitzondering van post 84.31; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
84.31-84.43 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
84.44-84.47 |
VP, met uitzondering van post 84.48; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
84.48-84.55 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
84.56-84.65 |
VP, met uitzondering van post 84.66; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
84.66-84.68 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
84.70-84.72 |
VP, met uitzondering van post 84.73; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
84.73-84.87 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 85 |
Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen |
||||||||||||
85.01-85.02 |
VP, met uitzondering van post 85.03; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
85.03-85.18 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
85.19-85.21 |
VP, met uitzondering van post 85.22; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
85.22-85.23 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
85.25-85.28 |
VP, met uitzondering van post 85.29; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
85.29-85.34 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
85.35-85.37 |
VP, met uitzondering van post 85.38; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
85.38-85.39 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
8540.11-8540.12 |
VOV; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
8540.20-8540.99 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
8541.10-8541.60 |
VOV; toepassen van een diffusie op gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
8541.90 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
8542.31-8542.39 |
VOV; toepassen van een diffusie op niet van oorsprong zijnde materialen; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
8542.90-8543.90 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
8544.11-8544.60 |
VP, met uitzondering van de posten 74.08, 74.13, 76.05 en 76.14; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
8544.70 |
VP, met uitzondering van de posten 70.02 en 90.01; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
85.45-85.48 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
AFDELING XVII |
VERVOERMATERIEEL |
||||||||||||
Hoofdstuk 86 |
Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer |
||||||||||||
86.01-86.09 |
VP, met uitzondering van post 86.07; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 87 |
Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land (die niet over spoor- of tramrails gaan), alsmede delen en toebehoren daarvan |
||||||||||||
87.01-87.07 (3) |
MaxNOM 45 % (EXW), of RVC 60 % (FOB). |
||||||||||||
87.08 (4) |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
87.09-87.11 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
87.12 |
MaxNOM 45 % (EXW), of RVC 60 % (FOB). |
||||||||||||
87.13-87.16 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 88 |
Luchtvaart en ruimtevaart |
||||||||||||
88.01-88.05 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 89 |
Scheepvaart |
||||||||||||
89.01-89.08 |
VP, met uitzondering van rompen van post 89.06; MaxNOM 40 % (EXW), of RVC 65 % (FOB). |
||||||||||||
AFDELING XVIII |
OPTISCHE INSTRUMENTEN, APPARATEN EN TOESTELLEN; INSTRUMENTEN, APPARATEN EN TOESTELLEN, VOOR DE FOTOGRAFIE EN DE CINEMATOGRAFIE; MEET-, VERIFICATIE-, CONTROLE- EN PRECISIE-INSTRUMENTEN, -APPARATEN EN -TOESTELLEN; MEDISCHE EN CHIRURGISCHE INSTRUMENTEN, APPARATEN EN TOESTELLEN; UURWERKEN; MUZIEKINSTRUMENTEN; DELEN EN TOEBEHOREN VAN DEZE INSTRUMENTEN, APPARATEN EN TOESTELLEN |
||||||||||||
Hoofdstuk 90 |
Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen |
||||||||||||
9001.10-9001.40 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
9001.50 |
VP; productie waarbij een van de volgende bewerkingen wordt uitgevoerd:
MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
9001.90-9033.00 |
VP, met uitzondering van post 96.20; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 91 |
Uurwerken |
||||||||||||
9101.11-9113.20 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
9113.90 |
VP |
||||||||||||
91.14 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 92 |
Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten |
||||||||||||
92.01-92.09 |
MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
AFDELING XIX |
WAPENS EN MUNITIE; DELEN EN TOEBEHOREN DAARVAN |
||||||||||||
Hoofdstuk 93 |
Wapens en munitie; delen en toebehoren daarvan |
||||||||||||
93.01-93.07 |
MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
AFDELING XX |
DIVERSE GOEDEREN EN PRODUCTEN |
||||||||||||
Hoofdstuk 94 |
Meubelen; artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken |
||||||||||||
9401.10-9401.80 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
9401.90 |
VH |
||||||||||||
94.02-94.06 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 95 |
Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan |
||||||||||||
95.03-95.05 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
95.06 |
|
||||||||||||
|
VP; niet van oorsprong zijnde ruw gevormde blokken voor het maken van de koppen van golfstokken mogen evenwel worden gebruikt. |
||||||||||||
|
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
95.07-95.08 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
Hoofdstuk 96 |
Diverse werken |
||||||||||||
96.01 |
VH |
||||||||||||
96.02-96.04 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
96.05 |
Elk onderdeel van het stel of het assortiment moet voldoen aan de regel die ervoor zou gelden indien het niet in het stel of assortiment was opgenomen. Niet van oorsprong zijnde artikelen mogen evenwel in het stel of het assortiment worden opgenomen tot een totale waarde van ten hoogste 15 % van de prijs af fabriek of de fob-prijs van het stel of het assortiment. |
||||||||||||
96.06-96.20 |
VP; MaxNOM 50 % (EXW), of RVC 55 % (FOB). |
||||||||||||
AFDELING XXI |
KUNSTVOORWERPEN, VOORWERPEN VOOR VERZAMELINGEN EN ANTIQUITEITEN |
||||||||||||
Hoofdstuk 97 |
Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten |
||||||||||||
97.01-97.06 |
VP |
(1) Zie ook aanhangsel 3-B-1 voor de producten van de onderverdelingen 7007.11 en 7007.21.
(2) Zie ook aanhangsel 3-B-1 voor de posten 84.07 en 84.08.
(3) Zie ook aanhangsel 3-B-1 voor de posten 87.01 tot en met 87.07.
(4) Zie ook aanhangsel 3-B-1 voor post 87.08.
AANHANGSEL 3-B-1
BEPALINGEN MET BETREKKING TOT BEPAALDE VOERTUIGEN EN DELEN VAN VOERTUIGEN
AFDELING 1
Leveranciersverklaringen
Wanneer een leverancier in Japan een producent van de producten van de posten 84.07, 84.08 en 87.01 tot en met 87.08 in Japan de nodige informatie verstrekt om de oorsprong van de producten te bepalen, kan de leverancier een leveranciersverklaring verstrekken.
AFDELING 2
Tussentijdse drempelwaarde met betrekking tot productspecifieke oorsprongsregels voor voertuigen en delen van voertuigen
1. |
Voor de toepassing van deze afdeling betekent „jaar” voor het eerste jaar de periode van 12 maanden vanaf de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst en voor elk daaropvolgend jaar de periode van 12 maanden na het einde van het voorgaande jaar. |
2. |
Voor voertuigen van post 87.03 past elke partij de volgende regel toe:
|
3. |
De in de tabellen in de punten a), b) en c) vastgestelde tussentijdse drempelwaarde is van toepassing op producten die rechtstreeks uit een partij naar de andere partij worden uitgevoerd en is niet van toepassing op producten die in de partij van uitvoer als materiaal in een volledig voertuig worden verwerkt:
|
AFDELING 3
Toepassing van de productspecifieke oorsprongsregels voor bepaalde motorvoertuigen op basis van het productieproces van bepaalde delen
1. |
Voor de toepassing van de productspecifieke oorsprongsregel van kolom 2 van bijlage 3-B die van toepassing is op motorvoertuigen van de onderverdelingen 8703.21 tot en met 8703.90 wordt een in kolom i) van de onderstaande tabel vermeld materiaal dat bij de productie van die motorvoertuigen wordt gebruikt, beschouwd als van oorsprong uit een partij, mits:
Tabel
|
2. |
De toepassing van punt 1 laat de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk 3, afdeling A, en bijlage 3-A onverlet. |
AFDELING 4
Evaluatie van en overleg over de toepassing van afdeling 3
1. |
Zeven jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst evalueren de partijen op verzoek van een van beide partijen op basis van de beschikbare informatie gezamenlijk de toepassing van afdeling 3. |
2. |
Na het begin van de in punt 1 bedoelde evaluatie kan een partij de andere partij om overleg verzoeken, wanneer er, op basis van feiten en niet louter op basis van beweringen, gissingen of vage mogelijkheden, aanwijzingen zijn dat:
|
3. |
De partijen plegen overleg teneinde de juistheid van de feiten na te gaan en passende maatregelen met betrekking tot de toepassing van afdeling 3 vast te stellen. Dergelijke maatregelen mogen niet leiden tot een uitbreiding van de toepassing van afdeling 3. |
4. |
Voor alle duidelijkheid: in geval van onenigheid tussen de partijen over de toepassing van deze afdeling, kan een partij een beroep doen op geschillenbeslechting krachtens hoofdstuk 21. |
AFDELING 5
Betrekkingen met derde landen
De partijen kunnen besluiten dat sommige of alle materialen van de posten 84.07, 85.44 en 87.08 van het geharmoniseerd systeem van oorsprong uit een derde land die bij de productie in een partij van een product van post 87.03 van het geharmoniseerd systeem worden gebruikt, als van oorsprong zijnde materialen krachtens deze overeenkomst worden beschouwd, mits:
a) |
elke partij een geldende handelsovereenkomst heeft waarbij een vrijhandelsruimte met dat derde land is ingesteld overeenkomstig artikel XXIV van de GATT 1994; |
b) |
tussen de partij en dat derde land een overeenkomst van kracht is die voorziet in adequate administratieve samenwerking om de volledige toepassing van deze afdeling te waarborgen, en die partij de andere partij in kennis stelt van deze overeenkomst, en |
c) |
de partijen het eens zijn over de overige toepasselijke voorwaarden. |
(1) Wanneer in kolom i) een specifieke beschrijving van een materiaal is opgenomen, is het desbetreffende productieproces in kolom ii) uitsluitend van toepassing op dat materiaal.
(2) Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder „blanke carrosserieën” verstaan: carrosserieën waarvan de metalen onderdelen zijn samengevoegd vóór het lakken; inclusief het assembleren van:
— |
chassis, en |
— |
delen van de carrosserie, en |
exclusief het monteren op het chassis van:
— |
de motor; |
— |
de subeenheden van het chassis, of de bekleding (glas, stoelen, stoffering, elektronica enz.), of |
— |
bewegende delen (deuren, koffer, motorkap en bumpers). |
(3) Voor de toepassing van de desbetreffende regel met betrekking tot het productieproces:
a) |
moeten de onderstaande delen van de blanke carrosserie, voor zover zij een bestanddeel zijn van de blanke carrosserie, van staal zijn:
|
b) |
delen of combinaties van delen, ongeacht hun benaming, die dezelfde functie vervullen als de in het voorgaande genoemde delen, moeten eveneens van staal zijn. |
BIJLAGE 3-C
IN ARTIKEL 3.5 BEDOELDE INFORMATIE
De in artikel 3.5, lid 4, bedoelde informatie wordt beperkt tot de volgende elementen:
a) |
beschrijving en GS-tariefindelingsnummer van het geleverde product en van de bij de productie ervan gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen; |
b) |
indien waardemethoden worden toegepast in overeenstemming met bijlage 3-B, de waarde per eenheid en de totale waarde van het geleverde product en van de bij de productie ervan gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen; |
c) |
indien specifieke productieprocessen vereist zijn in overeenstemming met bijlage 3-B, een beschrijving van het op de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen toegepaste proces, en |
d) |
een verklaring van de leverancier dat de in de punten a) tot en met c) bedoelde elementen van informatie juist en volledig zijn, de datum waarop de verklaring wordt verstrekt alsmede de naam en het adres van de leverancier in blokletters. |
BIJLAGE 3-D
TEKST VAN HET ATTEST VAN OORSPRONG
Het attest van oorsprong wordt opgesteld in een van de onderstaande taalversies overeenkomstig de wet- en regelgeving van de partij van uitvoer. Indien het attest van oorsprong met de hand wordt geschreven, moet dit met inkt en in blokletters geschieden. Bij de opstelling van het attest van oorsprong moeten de respectieve voetnoten in acht worden genomen. De tekst van de voetnoten behoeft niet te worden overgenomen.
Japanse versie
Bulgaarse versie
(Период: от … до … (1))
Износителят на продуктите, обхванати от този документ (износител № … (2)), декларира, че освен когато е отбелязано друго, тези продукти са с/със … преференциален произход (3).
(Използвани критерии за произход (4))
…
(Място и дата (5))
…
(Наименование с печатни букви на износителя)
…
Kroatische versie
(Razdoblje: od … do … (1))
Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (referentni broj izvoznika: … (2)) izjavljuje da su, osim ako je drukčije izričito navedeno, ovi proizvodi … preferencijalnog podrijetla (3).
(Primijenjeni kriteriji podrijetla (4))
…
(Mjesto i datum (5))
…
(Ime izvoznika tiskanim slovima)
…
Tsjechische versie
(Období: od … do … (1))
Vývozce výrobků uvedených v tomto dokumentu (referenční číslo vývozce … (2)) prohlašuje, že kromě zřetelně označených, mají tyto výrobky preferenční původ v … (3).
(Použitá kritéria původu (4))
…
(Místo a datum (5))
…
(Jméno vývozce tiskacím písmem)
…
Deense versie
(Periode: fra … til … (1))
Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument, (eksportørreferencenr. … (2)), erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i … (3).
(Anvendte oprindelseskriterier (4))
…
(Sted og dato (5))
…
(Eksportørens navn med blokbogstaver)
…
Nederlandse versie
(Tijdvak: van … tot en met … (1))
De exporteur van de producten waarop dit document van toepassing is (referentienr. exporteur … (2)) verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze producten van preferentiële oorsprong zijn uit … (3).
(Gebruikte oorsprongscriteria (4))
…
(Plaats en datum (5))
…
(Naam van de exporteur in blokletters)
…
Engelse versie
(Period: from … to … (1))
The exporter of the products covered by this document (Exporter Reference No … (2)) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of … preferential origin (3).
(Origin criteria used (4))
…
(Place and date (5))
…
(Printed name of the exporter)
…
Estse versie
(Ajavahemik: alates … kuni … (1))
Käesoleva dokumendiga hõlmatud toodete eksportija (eksportija viitenumber … (2)) kinnitab, et välja arvatud selgelt osutatud juhtudel on need tooted ...……… sooduspäritoluga (3).
(Kasutatud päritolukriteeriumid (4))
…
(Koht ja kuupäev (5))
…
(Eksportija nimi suurtähtedega)
…
Finse versie
(… ja … välinen aika (1))
Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (viejän viitenumero … (2)) ilmoittaa, että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja … alkuperätuotteita (3).
(Käytetyt alkuperäkriteerit (4))
…
(Paikka ja päiväys (5))
…
(Viejän nimi painokirjaimin)
…
Franse versie
(Période: du … au … (1))
L'exportateur des produits couverts par le présent document (no de référence exportateur … (2)) déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle … (3).
(Critères d'origine appliqués (4))
…
(Lieu et date (5))
…
(Nom en caractères d'imprimerie de l'exportateur)
…
Duitse versie
(Zeitraum: von … bis … (1))
Der Ausführer (Referenznummer des Ausführers … (2)) der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anders angegeben, präferenzbegünstigte Ursprungswaren … (3) sind.
(Verwendete Ursprungskriterien (4))
…
(Ort und Datum (5))
…
(Name des Ausführers in Druckbuchstaben)
…
Griekse versie
(Περίοδος: από … έως … (1))
Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο (αριθ. αναφοράς εξαγωγέα … (2)) δηλώνει ότι, εκτός αν ρητά δηλώνεται διαφορετικά, αυτά τα προϊόντα είναι προτιμησιακής καταγωγής … (3).
(Χρησιμοποιούμενα κριτήρια καταγωγής (4))
…
(Τόπος και ημερομηνία (5))
…
(Επωνυμία του εξαγωγέα ολογράφως)
…
Hongaarse versie
(Időszak: …-tól …-ig (1))
A jelen okmányban szereplő áruk exportőre (az exportőr azonosító száma … (2)) kijelentem, hogy egyértelmű eltérő jelzés hiányában az áruk preferenciális … (3) származásúak.
(Alkalmazott származási feltételek (4))
…
(Hely és dátum (5))
…
(Az exportőr nyomtatott neve)
…
Italiaanse versie
(Periodo: dal … al … (1))
L'esportatore delle merci contemplate nel presente documento(numero di riferimento dell'esportatore … (2)) dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale … (3).
(Criteri di origine usati (4))
…
(Luogo e data (5))
…
(Nome stampato dell'esportatore)
…
Letse versie
(Laikposms: no … līdz … (1))
To produktu eksportētājs, kuri ietverti šajā dokumentā (eksportētāja atsauces numurs … (2)), deklarē, ka, izņemot tur, kur ir citādi skaidri noteikts, šiem produktiem ir … preferenciāla izcelsme (3).
(Izmantotie izcelsmes kritēriji (4))
…
(Vieta un datums (5))
…
(Eksportētāja vārds vai nosaukums drukātiem burtiem)
…
Litouwse versie
(Laikotarpis nuo … iki … (1))
Šiame dokumente išvardytų prekių eksportuotojas (Eksportuotojo registracijos Nr. … (2)) deklaruoja, kad, jeigu aiškiai kitaip nenurodyta, tai yra … preferencinės kilmės prekės (3).
(Taikyti kilmės kriterijai (4))
…
(Vieta ir data (5))
…
(Atspausdintas eksportuotojo vardas ir pavardė (pavadinimas)
…
Maltese versie
(Perjodu: minn … sa … (1))
L-esportatur tal-prodotti koperti b'dan id-dokument (Numru ta' Referenza tal-Esportatur … (2)) jiddikjara li, ħlief fejn indikat b'mod ċar li mhux hekk, dawn il-prodotti huma ta' oriġini preferenzjali … (3).
(Kriterji tal-oriġini użati (4))
…
(Il-post u d-data (5))
…
(L-isem stampat tal-esportatur)
…
Poolse versie
(Okres: od … do … (1))
Eksporter produktów objętych niniejszym dokumentem (nr referencyjny eksportera … (2)) deklaruje, że z wyjątkiem gdzie jest to wyraźnie określone, produkty te mają preferencyjne pochodzenie … (3).
(Zastosowane kryteria pochodzenia (4))
…
(Miejsce i data (5))
…
(Wydrukowana nazwa / imię i nazwisko eksportera)
…
Portugese versie
(Período: de … a … (1))
O abaixo assinado, exportador dos produtos abrangidos pelo presente documento [referência do exportador n.o … (2)], declara que, salvo indicação expressa em contrário, estes produtos são de … origem preferencial (3).
(Critérios de origem utilizados (4))
…
(Local e data (5))
…
(Nome impresso do exportador)
…
Roemeense versie
(Perioada: de la … până la … (1))
Exportatorul produselor care fac obiectul prezentului document (numărul de referință al exportatorului … (2)) declară că, exceptând cazul în care în mod expres este indicat altfel, aceste produse sunt de origine preferențială … (3).
(Criteriile de origine utilizate (4))
…
(Locul și data (5))
…
(Numele exportatorului, în clar)
…
Slowaakse versie
(Obdobie: od … do … (1))
Vývozca výrobkov uvedených v tomto dokumente (referenčné číslo vývozcu … (2)) vyhlasuje, že pokiaľ nie je jasne uvedené inak, majú tieto výrobky preferenčný pôvod v … (3).
(Použité kritériá pôvodu (4))
…
(Miesto a dátum (5))
…
(Meno vývozcu tlačenými písmenami)
…
Sloveense versie
(Obdobje: od … do … (1))
Izvoznik blaga, zajetega s tem dokumentom (referenčna št. izvoznika … (2)), izjavlja, da, razen če ni drugače jasno navedeno, ima to blago preferencialno … poreklo (3).
(Uporabljeni kriteriji glede porekla (4))
…
(Kraj in datum (5))
…
(Natisnjeno ime izvoznika)
…
Spaanse versie
(Período: del … al … (1))
El exportador de los productos incluidos en el presente documento (número de referencia del exportador … (2)) declara que, excepto donde se indique claramente lo contrario, estos productos son de origen preferencial … (3).
(Criterios de origen aplicados (4))
…
(Lugar y fecha (5))
…
(Nombre impreso del exportador)
…
Zweedse versie
(Period: Från den … till den … (1))
Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (exportörens referensnummer … (2)) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, … har förmånsberättigande ursprung (3).
(Ursprungskriterier som använts (4))
…
(Plats och datum (5))
…
(Exportörens namn, med tryckbokstäver)
…
(1) Wanneer het attest van oorsprong wordt opgesteld voor meerdere zendingen van dezelfde producten van oorsprong in de zin van artikel 3.17, lid 5, onder b): de periode gedurende welke het attest van oorsprong van toepassing is. Deze periode mag niet meer dan 12 maanden bedragen. Alle producten moeten binnen de aangegeven periode worden ingevoerd. Dit veld mag leeg blijven wanneer een periode niet van toepassing is.
(2) Vermeld het referentienummer aan de hand waarvan de exporteur kan worden geïdentificeerd. Voor de exporteurs van de Europese Unie is dit het overeenkomstig de wet- en regelgeving van de Europese Unie toegewezen nummer. Voor de Japanse exporteurs is dit het Japanse ondernemingsnummer (Japan Corporate Number). Wanneer de exporteur geen nummer heeft, mag dit veld leeg blijven.
(3) Vermeld de oorsprong van het product: de Europese Unie of Japan.
(4) Vermeld, naargelang het geval, een of meer van de volgende codes:
„A” |
voor een in artikel 3.2, lid 1, onder a), bedoeld product; |
||||||||
„B” |
voor een in artikel 3.2, lid 1, onder b), bedoeld product; |
||||||||
„C” |
voor een in artikel 3.2, lid 1, onder c), bedoeld product, met de volgende aanvullende informatie over de soort van het productspecifiek vereiste dat op het product van toepassing is:
|
||||||||
„D” |
voor cumulatie als bedoeld in artikel 3.5, of |
||||||||
„E” |
voor toleranties als bedoeld in artikel 3.6. |
(5) Plaats en datum kunnen achterwege blijven indien de gegevens op het document zelf zijn aangegeven.
BIJLAGE 3-E
BETREFFENDE HET VORSTENDOM ANDORRA
1. |
Producten van oorsprong uit het Vorstendom Andorra die vallen onder de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem worden door Japan aanvaard als producten van oorsprong uit de Europese Unie in de zin van deze overeenkomst. |
2. |
Punt 1 is van toepassing mits het Vorstendom Andorra – krachtens de bij Besluit 90/680/EEG van de Raad van 26 november 1990 betreffende het sluiten van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Prinsdom Andorra opgerichte douane-unie – op producten van oorsprong uit Japan dezelfde preferentiële tariefbehandeling toepast als die welke door de Europese Unie op dergelijke producten wordt toegepast. |
3. |
Hoofdstuk 3 is van overeenkomstige toepassing voor de toepassing van deze bijlage. |
BIJLAGE 3-F
BETREFFENDE DE REPUBLIEK SAN MARINO
1. |
Producten van oorsprong uit de Republiek San Marino worden door Japan aanvaard als producten van oorsprong uit de Europese Unie in de zin van deze overeenkomst. |
2. |
Punt 1 is van toepassing mits de Republiek San Marino – krachtens de op 16 december 1991 in Brussel ondertekende Overeenkomst tot instelling van een douane-unie en samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek San Marino – op producten van oorsprong uit Japan dezelfde preferentiële tariefbehandeling toepast als die welke door de Europese Unie op dergelijke producten wordt toegepast. |
3. |
Hoofdstuk 3 is van overeenkomstige toepassing voor de toepassing van deze bijlage. |
Veelgestelde vragen
- Wanneer het tarief betrekking heeft op het gewicht, is het brutogewicht of het nettogewicht?
- Hoe vind ik het invoerrecht dat op mijn product van toepassing is?
- Als ik mijn product in verschillende EU-landen wil verkopen, moeten er invoerrechten worden betaald telkens wanneer mijn product in een ander land wordt ingevoerd?
- Kan ik een lijst krijgen van producten die bij invoer met een invoerrecht van 0% in rekening worden gebracht?
- Worden accijnzen toegepast op EU- of nationaal niveau?
- Hoe wordt de btw in de EU in rekening gebracht?
- Hoe kan ik toestemming krijgen om vis naar de EU uit te voeren?
- Moet voedsel dat naar de EU wordt uitgevoerd, afkomstig zijn van een door de EU erkend bedrijf?
- Moet ik betalen voor het gebruik van mijn handelsassistent voor diensten en investeringen?
- In welke talen is Mijn handelsassistent voor diensten en investeringen beschikbaar?