Gescheiden boekhouding voor vervangbare materialen

 

Artikel 3.8 („gescheiden boekhouding”) van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU enJapan

Een producent moet ervoor zorgen dat bij de productie van zijn product gebruikte materialen van oorsprong en niet van oorsprong zijnde materialen tijdens de opslag fysiek worden gescheiden. Wanneer deze materialen vervangbaar zijn (wat betekent dat zij identiek en onderling verwisselbaar zijn), kan de producent onderling vervangbare materialen van oorsprong en niet van oorsprong zijnde onderling vervangbare materialen samen opslaan, mits een gescheiden boekhouding wordt toegepast.

  • Door middel van een boekhoudsysteem moet de gescheiden boekhouding ervoor zorgen dat de hoeveelheid producten die als van oorsprong uit de EU kan worden beschouwd, gelijk is aan de hoeveelheid die zou zijn geweest indien de gebruikte materialen fysiek waren gescheiden. Zij moet worden toegepast in overeenstemming met de algemeen aanvaarde boekhoudbeginselen van een partij.
  • In de preferentiële handelsovereenkomsten van de EU is de boekhoudkundige scheiding alleen van toepassing op fungibele materialen. Zij moeten dus van dezelfde soort en handelskwaliteit zijn, met dezelfde technische en fysieke kenmerken. Het mag niet mogelijk zijn ze voor oorsprongsdoeleinden te onderscheiden zodra zij in het eindproduct zijn verwerkt.
  • In sommige preferentiële handelsovereenkomsten van de EU (bijvoorbeeld de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Korea) kan een gescheiden boekhouding alleen worden gebruikt wanneer het aanhouden van afzonderlijke voorraden aanzienlijke kosten of materiële moeilijkheden met zich meebrengt.
  • Bij wijze van uitzondering maakt de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen de EU en Canada, CETA, ook een boekhoudkundige scheiding mogelijk voor een beperkt aantal fungibele eindproducten.
  • In sommige preferentiële regelingen van de EU moeten de douaneautoriteiten eerst toestaan dat een bedrijf een dergelijk systeem kan gebruiken. In andere regelingen kunnen de partijen een dergelijke voorafgaande toestemming vereisen (bijvoorbeeld de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Korea, CETA, de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan). In dat geval moet de EU-exporteur bij voorkeur zijn douaneautoriteiten om steun vragen alvorens dit systeem toe te passen.
  • Zie voor meer informatie de richtsnoeren betreffende preferentiële oorsprongsregels.

Snelle links