Economische partnerschapsovereenkomsten (EPO’s)

Lees meer over de economische partnerschapsovereenkomsten (EPO) van de EU met partners in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS).

In een notendop

Economische partnerschapsovereenkomsten (EPO’s) zijn handels- en ontwikkelingsovereenkomsten tussen de EU en landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS). Zij openen de EU-markten volledig en onmiddellijk, terwijl de ACS-partners gedurende overgangsperioden slechts gedeeltelijk open staan voor invoer uit de EU.

EPO-overeenkomsten:

  • zijn een proces dat dateert van de ondertekening van de Overeenkomst van Cotonou.
  • zijn toegesneden op specifieke regionale omstandigheden.
  • met de WTO verenigbare overeenkomsten zijn, maar verder gaan dan conventionele vrijhandelsovereenkomsten, waarbij de nadruk ligt op de ontwikkeling van de ACS-landen, rekening houdend met hun sociaaleconomische omstandigheden en met inbegrip van samenwerking en bijstand om de ACS-landen te helpen van de overeenkomsten te profiteren.
  • ruimte bieden voor brede samenwerking op handelsgebied op gebieden als sanitaire normen en andere standaarden.
  • gemeenschappelijke instellingen oprichten die toezicht houden op de uitvoering van de overeenkomsten en handelskwesties op coöperatieve wijze aanpakken.
  • zijn ontworpen als aanjagers van verandering die een impuls geven aan hervormingen en bijdragen tot goed economisch bestuur. Dit zal de ACS-partners helpen investeringen aan te trekken en hun economische groei te stimuleren.

Begunstigde landen

In totaal voeren 32 ACS-landen reeds EPO’s uit, in 7 regio’s:

Twee regio’s in Afrika — West-Afrika en de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC) — moeten hun ondertekeningsproces nog afronden, terwijl de EU-lidstaten en 15 van de 16 West-Afrikaanse landen en 2 van de 5 OAG-landen deze regionale EPO’s hebben ondertekend.

Zie een overzicht van de uitvoering van de EPO in verschillende partnerlanden.

Asymmetrische bepalingen ten gunste van ACS-landen

EPO’s voorzien in asymmetrische bepalingen ten gunste van ACS-landen, zoals de uitsluiting van gevoelige producten van de liberalisering, lange liberaliseringsperioden, flexibele oorsprongsregels en speciale waarborgen en maatregelen voor de landbouw, de voedselzekerheid en de bescherming van de opkomende industrie.

  • Terwijl de EU-markten onmiddellijk en volledig zijn opengesteld, hebben de ACS-landen 15 jaar de tijd om open te staan voor EU-invoer (met bescherming voor gevoelige invoer) en tot 25 jaar in uitzonderlijke gevallen. Bovendien zullen producenten van 20 % van de meest gevoelige goederen permanent tegen concurrentie worden beschermd.

Tarieven

  • De EU kent nulrechten en nulquota toe aan invoer uit ACS-landen. De toegang tot de EU-markt is permanent, volledig en vrij voor alle producten van de EPO
  • De ACS-landen moeten de rechten geleidelijk afschaffen, over een periode van 15-25 jaar. Gevoelige producten zoals levensmiddelen kunnen volledig van liberalisering worden uitgesloten. Als de invoer van bepaalde EU-goederen in ACS-landen plotseling toeneemt, zijn vrijwaringsmaatregelen zoals invoercontingenten van toepassing. Sommige EPO’s bieden ACS-landen de mogelijkheid om nieuwe rechten op te leggen om specifieke ontwikkelingsgerelateerde redenen.
  • Gebruik de zoekoptie van My Trade Assistant om de exacte informatie te vinden over rechten en tarieven voor uw specifieke product, rekening houdend met het land van herkomst en bestemming. Neem in geval van twijfel contact op met uw douaneautoriteiten.

Oorsprongsregels

 

Om voor een preferentiële behandeling in aanmerking tekomen, moet uw product voldoen aan de oorsprongsregels van de overeenkomst. Raadpleeg de interactieve tool „Oorsprongsregels voor zelfbeoordeling (ROSA) in My Trade Assistant om te beoordelen of uw product aan de oorsprongsregels voldoet en hoe u de juiste documenten kunt opstellen.

Flexibele oorsprongsregels stellen ACS-landen in staat producten uit te voeren met inputs uit andere landen, met name in belangrijke sectoren — landbouw, visserij, textiel en kleding. Zo kan een textielproduct de EU rechtenvrij binnenkomen als ten minste één productiefase — zoals weven of breien — in een EPO-land plaatsvond.

Tolerantie

De in de EPO’s opgenomen toleranties zijn soepeler dan de gebruikelijke toleranties. Zij bedragen 15 % in de prijs af fabriek van het eindproduct, in plaats van 10 % in de meeste overeenkomsten van de EU. Voor textiel en kleding gelden specifieke toleranties.

Cumulering

De algemene bepalingen van de EPO’s omvatten de volgende soorten cumulatie:

  • Bilaterale cumulatie met de EU
  • Diagonale cumulatie en volledige cumulatie met LGO’s en ACS-landen. Er kunnen verschillen zijn in de bepalingen die in de verschillende EPO’s van toepassing zijn. Controleer de relevante bepalingen voor elke EPO. In de meeste ten uitvoer gelegde EPO’s is de cumulatie met alle ACS-landen (zoals gedefinieerd in elke EPO) alleen van toepassing indien:
    • de landen die betrokken zijn bij het verkrijgen van de oorsprong hebben overeenkomsten inzake administratieve samenwerking gesloten;
    • de inputs en de eindproducten de oorsprong hebben verkregen door toepassing van dezelfde oorsprongsregels als die welke in de EPO zijn opgenomen.
  • Cumulatie met naburige ontwikkelingslanden. Materialen van oorsprong uit een naburig ontwikkelingsland (dat tot een coherente geografische entiteit behoort) dat geen ACS-staat is, kunnen als materialen van oorsprong uit de EPO-staten worden beschouwd wanneer zij in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Merk op dat:
    • De lijst van wat als een buurland wordt beschouwd, is bij elk protocol gevoegd.
    • Om dit soort cumulatie te kunnen toepassen, moeten de EPO-landen daarom verzoeken.
    • In dit geval worden in elke EPO de oorsprongsregels vastgesteld die van toepassing zijn op de inputs uit de buurlanden.

Voor de SADC-EPO die sinds 16/9/2016 voorlopig wordt toegepast, zijn er twee andere soorten cumulatie die de bepalingen inzake cumulatie met naburige ontwikkelingslanden vervangen. Het gaat om:

  • Cumulatie met betrekking tot materialen die in de Europese Unie rechtenvrij zijn voor de meest begunstigde natie (MFN)
  • Cumulatie met betrekking tot materialen van oorsprong uit andere landen die in aanmerking komen voor preferentiële rechten en contingentvrije toegang tot de Europese Unie

In de praktijk biedt het bovenstaande SADC-EPO-landen de mogelijkheid om de oorsprong te cumuleren voor alle materialen die tegen nulrecht in de EU kunnen worden ingevoerd (dit gebeurt in het kader van een preferentiële regeling met de EU — met inbegrip van het SAP — of op basis van meestbegunstigingsrechten). Zo wordt voor de landen die de EPO hebben ondertekend een „algemene cumulatie” ingesteld voor materialen met nulrecht, ongeacht hun oorsprong.

Rechtstreeks vervoer

Het bewijs van rechtstreeks vervoer moet worden voorgelegd aan de douaneautoriteiten van het land van invoer.

Rechtstreeks vervoer tussen een staat in oostelijk en zuidelijk Afrika (ESA) en de EU (of over het grondgebied van de andere in de artikelen inzake cumulatie genoemde landen) is van toepassing. Producten van oorsprong mogen per pijpleiding over een ander grondgebied dan dat van een OZA-staat of de EU worden vervoerd.

Rechtstreeks vervoer tussen een Stille-Oceaanstaat en de EU (of over het grondgebied van de andere in de artikelen inzake cumulatie genoemde landen) is van toepassing. Hetzelfde geldt voor goederenvervoer tussen Cariforum-staten en de EU.

Voor de SADC-EPO worden de strengere voorwaarden van de bepaling inzake „rechtstreeks vervoer” vervangen door een nieuw systeem, „niet-wijziging” genoemd. De regel van niet-wijziging maakt het mogelijk zendingen over te laden, op te slaan en te splitsen op het grondgebied van derde landen.

Teruggave van douanerechten

Dit betekent dat terugbetaling kan worden gevraagd van rechten die zijn betaald voor materialen die eerder voor verdere verwerking zijn ingevoerd en vervolgens zijn uitgevoerd naar een land dat een economische partnerschapsovereenkomst met de EU heeft ondertekend.

Voorwaarden van de vaartuigen

In volle zee en in de exclusieve economische zones van EPO-landen gevangen vis kan alleen als van oorsprong uit een EPO-land worden beschouwd wanneer zij wordt gevangen door vaartuigen die aan bepaalde criteria voldoen. Deze criteria hebben betrekking op de plaats van registratie van een vaartuig, de vlag waaronder het schip „vaart” en de eigendom ervan.

Er zij op gewezen dat er in het kader van de EPO-oorsprongsregels geen specifiek vereiste is met betrekking tot de nationaliteit van de bemanning, kapiteins of officieren. Deze vereisten, die deel uitmaakten van de oorspronkelijke Overeenkomst van Cotonou, zijn nu geschrapt om het toekennen van de oorsprong aan door EPO-landen gevangen vis te vergemakkelijken.

Op grond van de bepalingen inzake cumulatie kunnen verschillende EPO-staten aan deze voorwaarden voldoen.

Productspecifieke oorsprongsregels

Productspecifieke voorschriften zijn opgenomen in bijlage II bij elk protocol. Niettemin zijn voor sommige EPO’s enkele soepelere regels opgenomen in bijlage 2A.

Gebruik de zoekoptie van My Trade Assistant om de regels te vinden die van toepassing zijn op uw specifieke product, op basis van het land van oorsprong en het land van bestemming.

Afwijkingen

Op grond van deze bepalingen zijn in het kader van verschillende EPO’s afwijkingen van de specifieke regel voor een product toegestaan. Zo werd bij de EPO met Cariforum een afwijking toegestaan aan de Dominicaanse Republiek (zie de Cariforum-EPO voor specifieke regels voor kleding), werd in de EPO’s van de OZA en de Stille Oceaan een afwijking toegestaan voor tonijn in blik (zie de ESA-EPO voor specifieke regels voor tonijnconserven) en ten slotte zijn aan de SADC-EPO-landen afwijkingen toegestaan op verschillende gebieden, waaronder tonijn en kreeften. (zie voor Namibië een specifieke regel voor witte tonijn en voor Mozambique als specifieke regel voor garnalen en kreeften).

Bewijzen van oorsprong

  • Om toegelaten exporteur te worden, moet u aan uw douaneautoriteiten kunnen aantonen dat uw producten van oorsprong zijn en welke andere voorwaarden zij eventueel stellen.

De douaneautoriteiten kunnen uw status van toegelaten exporteur intrekken in geval van misbruik. Voor meer informatie over de procedures kunt u contact opnemen met uw douaneautoriteiten.

  • Om voor preferentiële rechten in aanmerking te komen, moeten producten van oorsprong uit EPO-landen vergezeld gaan van een bewijs van oorsprong. Bewijs van oorsprong blijft 10 maanden geldig. Dit kan een van de volgende zijn:
    • een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 — afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer. De exporteur (of gemachtigde vertegenwoordiger) die een certificaat aanvraagt, moet bereid zijn op verzoek documenten over te leggen waaruit de oorsprong van de betrokken producten blijkt en aan de andere voorwaarden van het Protocol betreffende de oorsprongsregels voldoet.
    • een factuurverklaring — afgegeven door een exporteur voor zendingen met een waarde van 6 000 EUR of minder, of door toegelaten exporteurs, voor zendingen van welke waarde dan ook;
  • Bij het invullen van een factuurverklaring moet u bereid zijn documenten over te leggen waaruit blijkt dat uw producten van oorsprong zijn en aan de andere voorwaarden van het protocol betreffende de oorsprongsregels voldoen.

 

De passende modellen voor het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en de factuurverklaring zijn te vinden in elke EPO-overeenkomst, als bijlagen bij het protocol betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking.

Productvoorschriften

Technische voorschriften en eisen

  • Lees meer over de technische vereisten, regels en procedures waaraan goederen moeten voldoen om in de Europese Unie te kunnen worden ingevoerd.
  • Zoek de specifieke regels en voorschriften die van toepassing zijn op uw product en het land van herkomst in de databank voor handelsassistenten. Om de voorschriften voor uw product te vinden, moet u eerst de douanecode vaststellen. Als u het douanecode niet kent, kunt u dit met de naam van uw product zoeken in de ingebouwde zoekmachine.

Gezondheids- en veiligheidseisen SPS-voorschriften

  • Lees meer over de normen op het gebied van gezondheid, veiligheid, sanitaire en fytosanitaire (SPS) normen waaraan goederen moeten voldoen om in de Europese Unie te mogen worden ingevoerd.
  • Zoek de gezondheids-, veiligheids- en sanitaire en fytosanitaire regels die van toepassing zijn op uw product en zijn land van herkomst in de databank voor handelsassistenten. Om de voorschriften voor uw product te vinden, moet u eerst de douanecode vaststellen. Kent u die code niet, dan kunt u de naam van uw product invullen in de zoekmachine.

Douaneformaliteiten en -procedures

Procedures voor het aantonen en controleren van de oorsprong

Voor een beschrijving van de wijze waarop de oorsprong van uw producten moet worden aangetoond om aanspraak te kunnen maken op een preferentieel tarief en van de regels betreffende de controle van de oorsprong door de douaneautoriteiten, zie het deel over de oorsprongsregels hierboven.  

Andere documenten

Lees meer over andere douanedocumenten en -procedures die nodig zijn voor invoer in de Europese Unie.

Intellectuele eigendom en geografische aanduidingen

De handel in diensten

Overheidsopdrachten

Investeringen

Andere (concurrentie, handel en duurzame ontwikkeling)

Concurrentie

  • Sinds 2014 heeft de EU een einde gemaakt aan de exportsubsidies voor alle producten die naar EPO-landen worden uitgevoerd.
  • De EU heeft maatregelen met productie- en handelsverstorende maatregelen tot een minimum beperkt
  • Als de lokale industrie wordt bedreigd door een toename van de invoer uit Europa, kunnen in het kader van EPO’s maatregelen worden genomen om industriële sectoren en opkomende industrieën te beschermen.

Duurzame ontwikkeling

EPO’s zijn uitdrukkelijk gebaseerd op de „essentiële en fundamentele” elementen van deOvereenkomst van Cotonou, namelijk mensenrechten, democratische beginselen, de rechtsstaat en goed bestuur. EPO’s bevatten dus enkele van de sterkste bewoordingen over rechten en duurzame ontwikkeling die in EU-overeenkomsten beschikbaar zijn.

  • De „niet-uitvoeringsclausule” houdt in dat „passende maatregelen” (zoals bepaald in de Overeenkomst van Cotonou) kunnen worden genomen indien een partij haar verplichtingen met betrekking tot de essentiële elementen niet nakomt. Dit kan de opschorting van handelsvoordelen omvatten.
  • De gezamenlijke EPO-instellingen hebben tot taak het effect van de uitvoering van EPO’s op de duurzame ontwikkeling van de partijen te monitoren en te beoordelen. In overeenstemming met de Overeenkomst van Cotonou is er een duidelijke rol weggelegd voor het maatschappelijk middenveld en de parlementsleden.

Regionale integratie

EPO’s hebben tot doel bij te dragen tot regionale economische integratie. Regionale preferentiële clausules in EPO’s bepalen dat landen in dezelfde regio elkaar ten minste dezelfde voordelen bieden als aan de EU.

EPO’s hebben dus evenzeer betrekking op de handel tussen de landen in een EPO als op de handel met de EU.

  • De EU verleent ontwikkelingshulp en maatregelen voor capaciteitsopbouw op handelsgebied om ACS-landbouwers te ondersteunen bij het naleven van sanitaire, fytosanitaire en andere landbouwnormen.

Capaciteitsopbouw en technische bijstand

Samen met elke EPO verleent de EU technische bijstand in het kader van „Hulp voor handel”. Dit helpt landen om hun douaneprocedures aan te passen en het papierwerk te verminderen. Voor u betekent dit minder haast bij het omgaan met de douane.

Nuttige links en documenten

Zie de brochure Putting Partnership into Practice (Putting Partnership in Practice). Economische partnerschapsovereenkomsten (EPO’s) tussen de EU en landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS)

Deze pagina delen:

Snelle links